Prognose en behandeling van DM Flashcards
Wat zijn oorzaken van hypos?
- te veel/weinig drinken of eten
- sporten zonder iets extras te eten of insuline te verminderen
- zware lichamelijke inspanning
- te veel insuline spuiten
- alcohol (teveel/lege maag)
- sauna/warm bad - insuline werkt te snel
- verkeerde spuitplaats (spier)
- verkeerde I spuiten (kort ipv langwerkend)
- ander eetpatroon (bijv op reis)
- ziek zijn (koorts/overgeven)
- ongesteld of zwanger
- defecte pomp
- hoger kans bij SUD’s
Wat zijn oorzaken van hypers?
- med dosis gemist
- meer KH gegeten dan lichaam of meds aankunnen
- stress
- ziekte van infectie
- over-behandelen van hypo
Wat is hyperosmolaire hyperglykemische toestand?
Komt voor bij DM2 wanneer BG extreem hoog (>40); kan na weken ontwikkelen door combo ziekte (infectie) en dehydratatie - potentieel levensbedreigende noodsituatie.
In ziekenhuis: dehydratatie corrigeren en insuline door infuus
geen aanwezigheid van ketonen in urine!! mogelijk doordat bij DM2 wel nog zelf een beetje insuline wordt aangemaakt
Wat is Diabetische ketoacidose (DKA)?
Korte termijn complicatie: wanneer niet genoeg/geen insuline aanwezig: glucose kan niet in cellen, lichaam gaat vetzuren verbranden waardoor ketonen vrij komen in het bloed en het zuur wordt.
Symptomen: misselijkheid, uitdroging, rare geur adem, hyperventilatie, snelle hartslag, verward, coma
Vooral bij DM1 (kan ook bij DM2 als insulineafhankelijk)
gaat vaak samen met hoge BG - als BG continu >15, controleren op ketonen
Ketonen op te sporen door urine of bloedtest
Behandeling: ziekenhuisopname letten op vloeistoffen, insuline en glucose
In welke situaties is DKA waarschijnlijk op te treden?
- Bij diagnose (diagnose DMT1 als mensen erg ziek zijn door DKA)
- Bij ziek zijn
- Tijdens groeispurt of puberteit (door verhoogde insulineresistentie)
- Insuline niet gespoten om welke reden dan ook
Wat zijn acute complicaties bij DM1 en 2?
a. Hypo en hyper
b. Diabetische ketoacidose (DKA) kan bij zowel DMT1 als DMT2
c. Coma
d. Dood
Wat zijn microvasculaire complicaties bij DM1 en DM2?
a. Retinopathie (bloedingen netvlies)
b. Nefropathie (nieren laten eiwitten door)
c. Neuropathie (perifeer en autonoom)
Wat zijn macrovasculaire complicaties bij DM1 en 2?
grote vaten of arteriën zijn aangetast (hart- en vaatziekten door versnelde atherosclerose in slagaders, gaat vaak samen met hypertensie)
a. Beroerte (CVA): verstoring doorbloeding hersenen. Klachten zoals beroert voelen, cognitieve stoornissen of (vasculaire) dementie
b. Coronaire ziekte (Myocard infarct): klachten zoals druk op de borst, kortademig, oedeem
c. Perifeer vaatlijden: vaatvernauwing of afsluiting in slagader naar het been. Klachten zoals krampen in benen na het lopen of koude voeten
Met DM heb je een 2-4x verhoogd risico op hartziekte of beroerte
Wat zijn de belangrijkste 4 lange termijn complicaties van DM?
- Retinopathie
- Nefropathie
- Neuropathie
- Cardiovasculaire comorbiditeit
Waarom is diabetes een stofwisselingsziekte EN vaatziekte?
Wanneer BG lang hoog is, kunnen bloedvaten beschadigen. hoge BG maakt het bloed dikker waardoor vetdeeltjes makkelijker blijven plakken aan de vaatwand. Door DM beschadigen vaten sneller en herstellen ook minder snel. DM versnelt artherosclerose*
Artherosclerose wordt veroorzaakt door veel vetdeeltjes, cholesterol of plaque (=oa witte bloedcellen, cholesterol na ontstekingsreactie) –> vernauwing
Wat zijn de resultaten van de GPRD betreft het risico op een MI met DM?
mensen met DM2 meer dan 2x zo hoog risico op MI tov zonder
jongere mensen (35-54) 3x zo hoog risico
vrouwen 5x, mannen 2x
gemiddeld 2-4x hoger (bij DM1 4-8x!!)
DM2 dubbel risico op veel ziektebeelden
en veel risicofactoren - overgewicht en ongezonde leefstijl gerelateerd aan dood en verschillende ziektebeelden
bij prediabetes al verhoogd risico sterfte andere ziektebeelden (kanker, CVD etc.)
Wat doet insuline?
Insuline (bètacellen)
- Verlaagt de BG door opname van glucose door de cellen te verhogen
- Verlaagt BG door afgifte van glucose door de lever te verlagen
- Bevordert glycogeenvorming en vermindert
gluconeogenese
- Bevordert eiwitsynthese en remt lipolyse (regulering mobilisatie van vet uit depots)
Dus alles om glucose te verlagen..
Wat doet glucagon?
Glucagon (alfacellen)
Verhoogt BG doordat het hormoon glucagon de lever stimuleert om glycogeen vrij te maken waarna glucose vrijkomt in het bloed.
glycogeen –> glucose
Wat is de levensverwachting van een DM1 patient?
13 jaar verlies bij diagnose op 20 jaar.
28% hiervan kan worden verklaard door roken, 13% door een HbA1c van minder dan 7% en 37% door een slechte
glykemische controle.
Nefropathie was de belangrijkste bijdrager aan het overlijden van deze mensen.
Wat is de levensverwachting van een DM2 patient?
6-7 jaar verlies
groot deel wordt verklaard door cardiovasculaire oorzaken of kanker
Wat zij n psychologische complicaties van DM?
Angst (voor hypo’s, complicaties,
prikken, spuiten)
Somberheid / depressieve klachten
Wisselende stemmingen
Voorkomen / omgaan met stress
Vermoeidheid / energie verdeling
Omgaan met grenzen
Verwerken/ accepteren diabetes
(motivatie)
Aanpassen en volhouden nieuwe
leefstijl
(voorkomen) terugval
Eetproblemen / volhouden nieuw
voedingspatroon
Concentratie- en geheugenklachten
Inzicht- en motivatieproblemen
Slaapproblemen
Relatie problemen/ seksuele
problemen
Opvoedingsproblemen
Problemen op werk
Wat zijn seksuele problemen agv DM?
Mannen: impotentie, erectieproblemen
vrouwen: minder doorbloeding/gevoeligheid/onvoldoende opwinding/vochtig –> kan samenhangen neuropathie of schade bloedvaten
algemeen:
psychologische factoren: depressie, schaamte spuitplekken, bang hypo’s, spanning relatie, laag zelfbeeld, stress, burn-out etc.
fysiek: minder geslachtshormonen aangemaakt - minder zin
Waar bestaat diabetes distress uit?
Moeilijkheid met zelfmanagement
Rekening houden met eten, bewegen en medicatie
Zorgen over toekomstige complicaties
Managen van bestaande complicaties
Schuldgevoelens en schaamtegevoelens
Angst voor hypo’s
Vaker DD bij comorbide depressieve symptomen en bij vrouwen
Welke eetstoornissen komen voor bij DM1 en DM2?
DM2: Night eating syndrome (NES) en Binge eating disorder (BED)
10-20% meer prevalent
DM1: anorexia, boulimia, bed
gedrag: diëten om af te vallen, binge eten, zelf-geïnduceerd overgeven, overmatig
bewegen en gebruik van laxeermiddelen of plasmiddelen (diuretica).
belangrijkste oorzaak: ontevredenheid lichaam
Met insuline kan je aankomen (veroorzaakt overgewicht). Daarom soms voorgeschreven insuline weglaten
(levensgevaarlijk: diaboulimia). Meer bij DMT1.
10-15% meer voorkomend bij diabetes.