Probleemanalyse Flashcards

1
Q

Probleemanalyse

A

Kennis over classificatiesystemen en theoretische modellen wordt toegepast. Je gaat van subjectief naar objectief.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

3 stappen van probleemanalyse

A
  1. Beschrijving en inventarisatie
  2. Ordening en benoeming
  3. Taxatie van ernst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  1. Beschrijving en inventarisatie
A

Diagnosticus legt zo objectief mogelijk het eerste beeld vast van de omvang en aard van het probleemgedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe doe je casusinventarisatie?

A
  • Bouw voort op klachtenanalyse
  • Inventarisatie van intern/extern probleemgedrag
  • Concrete situaties waarin ze zich voor doen (5 G schema)
  • Ontstaans- en verloopgeschiedenis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Controleren casusinventarisatie

A
  • Is het zo concreet mogelijk en voor anderen duidelijk?
  • Is er voldoende informatie over intensiteit en frequentie van het probleem gedrag?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Aandachtspunten inventarisatie

A

Klachtanalyse is op basis van cliënt, dus onvolledig. Zorg ervoor dat je vervolledigt van beschikbare gegevens en gebruik classificatiesystemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  1. Ordening en benoeming
A

Onderbrengen van probleemgedragingen in vastgestelde clusters van gedrag en uiteindelijk in clusters van syndromen of stoornissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Stappen van ordening en benoeming

A
  1. Orden probleemgedragingen/klachten in clusters
  2. Cluster deze groep tot categorie
  3. Classificeer stoornis waar de categorie onder kan vallen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  1. Taxatie van ernst
A

Zorg dat je de ernst van de klachten bepaald zodat je kan prioriteren in behandelvolgorde.

Let op ontwikkelingsfase, cultuur, opvoedingsnormen en taal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Symptoom vs. Probleemgedrag (Criteria van Rutter) (10)

A
  • Bij de leeftijd passend
  • Hardnekkig
  • Recent of langdurig
  • Frequent
  • Specifiek voor pschopathologie
  • Situatie gebonden
  • Op zichzelf staand of niet
  • Belemmering op andere gebieden
  • Psychosociale stress
  • Socio culturele achtergrond
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Doelen die te bereiken zijn met samenvatten

A
  • Client warm laten lopen
  • Lijn brengen in allerlei losse gedachten en gevoelens
  • Behandeling van een bepaald thema afronden
  • Cliënt aansporen om bepaald onderwerp verder uit te diepen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Momenten wanner samenvattingen zinvol zijn

A
  • Begin van een nieuwe sessie
  • Tijdens een sessie zonder lijn –> focus
  • Wanneer cliënt een nieuw perspectief nodig heeft
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly