Intelligentie Flashcards

1
Q

Gekristalliseerde intelligentie

A

Opgebouwde kennis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vloeiende intelligentie

A

Nieuwe problemen oplossen zonder ervaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Spearman

A

Algemene factor G en specifieke facto r S

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Thurstone

A

7 primaire vaardigheden
1) Inductief redeneren
2) Verbaal begrip
3) Woordvlotheid
4) Rekenen
5) Ruimte
6) Associatief geheugen
7) Perceptuele snelheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Guilford

A

120 soorten intelligentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vernons

A

Spearman’s G + 2 brede groepsfactoren (verbaal en visueel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Aandachtspunten uitvoeren intelligentietest

A
  • Score kan beïnvloedt worden door bv medicatie of middelen
  • Kies meest optimale moment van de dag
  • Belang observaties
  • Geen fouten maken
  • Let op leereffect en Flynneffect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

WISC

A

Algemene intelligentie test voor kinderen van 6-17 jaar. Je kunt algemeen intelligentieniveau en sterkte-zwakte profiel van cognitieve functies vaststellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

6 domeinen van de WISC

A

1) Algemene intelligentie (TIQ)
2) Verbaal begrip/ gekristalliseerde intelligentie (VBI)
3) Visueel redeneren (VRI)
4) Fluïde redereneren (FRI)
5) Werkgeheugen (WGl)
6) Verwerkingssnelheid (Vsl)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar mag je uitspraken over doen bij de WISC

A

Je mag wel vergelijken TUSSEN domeinen, maar geen uitspraken doen over domeinen op zichzelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Beginregel

A

Elke test start volgens chronologische leeftijd van het kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Omkeerregel

A

Bepalen wanneer items voor instapitem. Als het instapitems te moeilijk was ga je eerst andere items bevragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Afbreekregel

A

Bepalen wanneer te stoppen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Tijdwaarneming

A

Komt niet voor bij alles subsets, meestal 30 seconden per item

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke subtesten hebben tijdwaarneming van de WISC?

A
  • Blokpatronen
  • Symbool substitutie coderen
  • Gewichten
  • Figuur samenstellen
  • Symbool zoeken
  • Figuur zoeken
  • Rekenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

WAIS

A

Algemene intelligentie test voor 16-85 jaar, bestaande uit 15 subsets die 4 cognitieve domeinen meten!

17
Q

5 domeinen van de WAIS

A

1) Algmene intelligentie (TIQ)
2) Verbaal begrip (VBI)
3) Perceptueel redeneren (PRI)
4) Werkgeheugen (wgl)
5) Verwerkingssnelheid (vsl)

18
Q

Verbaal begrip (VBI) WAIS

A

Begrijpen, redeneren en vommuniceren van/met verbale informatie

19
Q

Perceptueel redeneren (PRI) WAIS

A

Fluïde redeneren en visuele waarnemingen

20
Q

Werkgeheugen (WGL) WAIS

A

Vaardigheid om eenvoudige informatie kort te kunnen onthouden en bewerken

21
Q

Verwerkingssnelheid (VSL) WAIS

A

Snelheid en accuraatheid van visuele identificatie en nemen/implementeren van beslissingen