Probleem 6: Philosophy of Science Flashcards
Hoe beïnvloedde het marxisme Popper’s ideeën over wetenschap?
Popper beschouwde het marxisme als pseudowetenschap omdat ad hoc hypotheses werden toegevoegd om de visie in overeenstemming te brengen met de feiten, waardoor het niet langer falsifieerbaar was.
Hoe verschilde Popper’s kijk op Freud’s psychoanalyse van zijn visie op wetenschap?
Popper vond Freud’s psychoanalyse onwetenschappelijk omdat het niet falsifieerbaar was, in tegenstelling tot wetenschappelijke theorieën die falsifieerbaar zijn en daardoor vatbaar voor weerlegging.
Waarom beschouwde Popper falsifieerbaarheid als cruciaal in het onderscheiden van wetenschap van pseudowetenschap?
Popper geloofde dat de mogelijkheid tot falsificatie een essentieel kenmerk was van echte wetenschap, waarbij theorieën moesten kunnen worden weerlegd door observaties of experimenten.
Hoe benaderde Popper het idee van kennis en weerlegging van theorieën?
Hij geloofde dat kennis niet volledig gerechtvaardigd kon worden en dat de waarheid van een theorie niet vaststaat; kritiek en weerlegging zijn cruciaal om fouten te elimineren en kennis te laten groeien.
Hoe beschouwde Popper het concept van waarheid in relatie tot kennis?
Popper geloofde niet in absolute waarheid; theorieën die niet zijn weerlegd, hebben een grote waarschijnlijkheid, maar zijn niet absoluut waar. Kennis is gebaseerd op weerlegbare beweringen en is altijd voorlopig.
Wat motiveerde Popper om de afbakeningsvraag te onderzoeken?
Popper wilde weten wat echte wetenschap onderscheidde van pseudowetenschap en verwierp de gangbare opvatting dat wetenschap berustte op een inductieve, empirische methode.Popper geloofde dat kennis geen kwestie was van subjectieve overtuiging, maar eerder op verschillende manieren objectief kon zijn, waaronder evaluatie, onafhankelijk bestaan van theorieën, en het onvermijdelijke subjectieve perspectief van waarneming.
Waarom wees Popper verificatie via observatie en experimenten af als een criterium voor wetenschap?
Popper beschouwde verificatie als zwak omdat veel theorieën verschillende verklaringen voor observaties kunnen bieden. Hij identificeerde een confirmation bias en pleitte voor het testen van theorieën door pogingen tot falsificatie in plaats van verificatie.
Wat beschouwde Popper als een legitieme test van een wetenschappelijke theorie?
Popper geloofde dat een test alleen legitiem was als het een poging was om de theorie te falsificeren, niet om deze te verifiëren. Theorieën die dergelijke pogingen doorstaan, worden ondersteund.
Hoe beoordeelde Popper de falsifieerbaarheid van uitspraken?
Popper merkte op dat precieze, concrete uitspraken meer falsifieerbaar zijn dan vage, abstracte uitspraken. Universele uitspraken zijn ook meer falsifieerbaar dan specifieke.
Waarom hechtte Popper waarde aan strenge tests bij het testen van wetenschappelijke theorieën?
Popper benadrukte dat strenge tests, vooral die met de meest onwaarschijnlijke gevolgen, waardevoller zijn bij het falsifiëren en ondersteunen van wetenschappelijke theorieën dan mildere tests.
Wat merkte Popper op over het verband tussen logische waarschijnlijkheid en falsifieerbaarheid van uitspraken?
Popper stelde dat logischer uitspraken minder empirische inhoud hebben en minder falsifieerbaar zijn, terwijl minder logische uitspraken meer empirische inhoud hebben en meer falsifieerbaar zijn.
Hoe verdeelde Popper de basisuitspraken die een wetenschappelijke theorie omringen?
Popper verdeelde ze in de klasse van falsificatie (uitspraken die de theorie in strijd zijn of verbieden) en de klasse van verificatie (uitspraken waarmee de theorie consistent is of die de theorie ondersteunen).
Hoe beschreef Popper de relatie tussen wetenschap en problemen?
Popper beweerde dat de geschiedenis van wetenschap moet worden gezien als een geschiedenis van probleemscenario’s, waarbij elk wetenschappelijk onderzoek begint en eindigt met problemen die evolueren naar nieuwe en diepere problemen.
Hoe illustreerde Popper de groei van menselijke kennis schematisch?
Popper gaf de groei van kennis weer als een proces van problemen (P1) die leiden tot voorlopige oplossingen (TS1), gevolgd door foute liminatie tests (EE) die leiden tot nieuwe problemen (P2).
Wat waren de stappen in het deductieve proces van de groei van menselijke kennis volgens Popper?
- Interne consistentie testen.
- Onderscheid maken tussen empirische en logische elementen.
- Vergelijken met bestaande theorieën voor verbetering.
- Ten slotte het testen van empirische conclusies.