Probleem 3: Birth of Psychology Flashcards

1
Q

Wie was Franz Joseph Gall en wat was zijn standpunt met betrekking tot de relatie tussen de hersenen en de ziel?

A

Franz Joseph Gall was de eerste neurowetenschapper en geloofde dat de hersenen verantwoordelijk waren voor het concept van de ziel. Hij zag de hersenen als het specifieke orgaan voor mentale activiteit en geloofde dat elke gedragsfunctie terug te vinden was in een specifiek hersengebied.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe beschouwde Gall de relatie tussen filosofie en de psychologische wetenschap?

A

Gall vond filosofie nutteloos voor de psychologische wetenschap en legde de nadruk op het belang van de hersenen als het specifieke orgaan voor mentale activiteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat betekent het dat Franz Joseph Gall een “nativist” was?

A

Als nativist geloofde Gall in de great chain of being en dat aangeboren hersencapaciteit verschilde tussen organismen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de great chain of being?

A

De gedachte dat de aangeboren hersencapaciteit verschilt tussen organismen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is frenologie en hoe paste Gall het toe in zijn theorieën?

A

Frenologie is de leer die stelt dat aanleg en karakter worden bepaald door de groei van bepaalde hersendelen. Gall gebruikte frenologie door de vorm van de schedel te bestuderen, met knobbels die correspondeerden met specifieke mentale vermogens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe meette Gall mentale vermogens volgens zijn frenologische benadering?

A

Gall meette mentale vermogens door de schedel op te meten en te kijken naar bulten of kuilen die optraden, waarbij bepaalde vermogens werden geassocieerd met meer ontwikkelde delen van de hersenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wie was de grootste criticus van Franz Joseph Gall, en wat was diens standpunt met betrekking tot de hersenen?

A

Marie-Jean-Pierre Flourens was de grootste criticus van Gall. Hij beweerde dat de hersenen als één eenheid functioneerden en dat het brein niet meerdere gebieden met verschillende functies had.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wie was Charles Bell en wat was zijn bijdrage aan de studie van het zenuwstelsel?

A

Charles Bell was een onderzoeker die onderzoek deed naar het zenuwstelsel. Hij beweerde dat er twee soorten zenuwen waren: sensorische of afferente zenuwen die informatie van het ruggenmerg naar het brein doorgeven, en motorische of efferente zenuwen die informatie van het brein naar de spieren brengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat hield de reflextheorie in, met betrekking tot de rol van de hersenen?

A

De reflextheorie beschouwde de hersenen als een complexe reflexmachine. Hierbij vormen de hersenhelften associatieve connecties tussen binnenkomende stimuli en uitgaande reacties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat was het antwoord van de reflextheorie op het lichaam-geest probleem?

A

De reflextheorie gaf een mogelijk antwoord op het lichaam-geest probleem door de hersenen te beschouwen als een complexe reflexmachine. Het bleef echter onduidelijk in hoeverre het bewustzijn nog van belang was bij het verklaren van gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat was het kenmerkende aspect van de associatieve connecties in de reflextheorie?

A

In de reflextheorie vormen de hersenhelften associatieve connecties tussen binnenkomende stimuli en uitgaande reacties, waardoor gedrag wordt gemoduleerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat was een onduidelijk aspect van de reflextheorie met betrekking tot het bewustzijn?

A

Hoewel de reflextheorie een antwoord gaf op het lichaam-geest probleem, bleef het onduidelijk in hoeverre het bewustzijn nog van belang was voor het verklaren van gedrag binnen deze theorie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is mentale chronometrie en wie voerde experimenten uit op dit gebied?

A

Mentale chronometrie zijn experimenten waarin variaties in reactietijden in verschillende taken of taakcondities worden gemeten om de snelheid en/of aard van psychische processen af te leiden. Franz C. Donders voerde experimenten uit op dit gebied.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe voerde Franz C. Donders experimenten uit in mentale chronometrie en wat concludeerde hij?

A

Donders meette eerst de simple reaction time (A), voegde dan een stimulus toe (B) en mat de compound reaction time (AB). Het verschil tussen AB en A was volgens Donders de mentale actie van de toegevoegde stimulus B. Conclusie: AB - A = B.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het belang van Gustav Fechner in de context van psychofysica?

A

Gustav Fechner was een belangrijke figuur in de psychofysica. Hij onderzocht de relatie tussen de sterkte van een stimulus (R) en de kracht van de sensatie (S), en ontdekte een logaritmische relatie. Hij formuleerde wiskundige wetten van de geest.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe beschreef Gustav Fechner de geest en waarom was het meten van ervaringen van bewustzijn lastig?

A

Fechner beschreef de geest als privé, en het was lastig om meetinstrumenten te vinden die ervaringen van het bewustzijn konden meten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat was de relatie die Gustav Fechner ontdekte tussen de sterkte van een stimulus en de kracht van de sensatie?

A

Fechner ontdekte een logaritmische relatie tussen de sterkte van een stimulus (R) en de kracht van de sensatie (S).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Waarom wordt Gustav Fechner beschouwd als een belangrijke figuur in de experimentele psychologie, ondanks dat hij geen laboratorium opende?

A

Fechner wordt beschouwd als een belangrijke figuur in de experimentele psychologie vanwege zijn bijdragen aan de psychofysica en het formuleren van wiskundige wetten van de geest, hoewel hij geen laboratorium opende zoals Wilhelm Wundt deed voor de officiële erkenning van psychologie als wetenschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waarom werden mentale tests oorspronkelijk ontwikkeld en waarvoor werden ze gebruikt?

A

Mentale tests werden oorspronkelijk ontwikkeld voor het openbaar onderwijs om individuele verschillen in IQ te meten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wie was Francis Galton en wat waren zijn belangrijkste bijdragen aan de ontwikkeling van mentale tests?

A

Francis Galton was een Britse wetenschapper geïnspireerd door Charles Darwin. Hij ontwierp de correlatiecoëfficiënt (nu bekend als Pearson’s coëfficiënt) en wilde intelligentie meten. Galton richtte een lab op voor mentale tests en zocht naar een directe meetwijze voor intelligentie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat was de benadering van Francis Galton om intelligentie te meten en wat ontdekte hij over zintuiglijke scherpte en hersenformaat?

A

Galton wilde intelligentie meten aan de hand van zintuiglijke scherpte en hersenformaat, maar ontdekte dat beide geen sterke correlatie hadden met intelligentiescores.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wie was Alfred Binet en wat was zijn bijdrage aan de ontwikkeling van mentale tests?

A

Alfred Binet ontwikkelde een effectievere manier om intelligentie te meten door een praktijktest met intellectuele taken te ontwerpen. Zijn test kon de prestaties van kinderen vergelijken met die van leeftijdsgenoten, waardoor zwakbegaafde kinderen konden worden gedetecteerd.

23
Q

Wie introduceerde het concept van het intelligentiequotiënt (IQ) en wat houdt het in?

A

William Stern introduceerde het concept van het intelligentiequotiënt (IQ), een kwantitatieve manier om de mentale toestand van een kind aan te duiden in vergelijking met leeftijdsgenoten (IQ = mentale leeftijd/chronologische leeftijd × 100).

24
Q

Wie is de grondlegger van de psychologie als wetenschappelijke discipline en wat heeft hij opgericht?

A

Wilhelm Wundt is de grondlegger van de psychologie als wetenschappelijke discipline en richtte het eerste academische laboratorium op in Leipzig, Duitsland.

25
Q

Wat benadrukte Wilhelm Wundt in zijn werk “Principes van de fysiologische psychologie”?

A

In zijn werk benadrukte Wundt een verbintenis tussen fysiologie en psychologie, wat leidde tot de oprichting van de fysiologische of experimentele psychologie.

26
Q

Hoe beschouwde Wundt psychologie en wat was zijn definitie ervan?

A

Wundt beschouwde psychologie als de studie van bewuste ervaringen. Hij zag het als de wetenschap die zich richtte op het onderzoeken van levensprocessen door de middenweg te zoeken tussen externe en interne ervaringen.

27
Q

Welke methoden gebruikte Wundt in zijn onderzoek naar psychologie?

A

Wundt gebruikte introspectie als de meest prominente methode, naast vergelijkende en historische methoden. Hij ontwikkelde ook een experimenteel gecontroleerde variant van introspectie genaamd experimental self-observation.

28
Q

Wat is reductie volgens Wundt en hoe paste hij dit toe in de psychologie?

A

Reductie is een aanpak waarbij mentale gebeurtenissen worden verklaard door fysiologische oorzaken. Wundt paste reductie toe om levensprocessen te onderzoeken en psychologische fenomenen te verklaren aan de hand van fysiologische processen.

29
Q

Welke twee observatiemethoden benadrukte Wundt in zijn psychologisch onderzoek?

A

Wundt benadrukte reductie (uitleggen aan de hand van fysiologische oorzaken) en introspectie (zelfreflectie) als observatiemethoden om zowel externe als interne ervaringen te bestuderen en gedrag te voorspellen.

30
Q

Wat ontdekte Wundt in zijn experiment met het onthouden van letters en hoe noemen we dit concept tegenwoordig?

A

Wundt ontdekte dat mensen maximaal tussen de 4 en 6 eenheden konden onthouden, maar dat dit verschilde afhankelijk van of de letters in willekeurige volgorde of als woorden werden aangeboden. Dit concept staat tegenwoordig bekend als chunking.

31
Q

Wat is apperceptie volgens Wundt en welke rol speelt het in het onthouden van informatie?

A

Apperceptie is het mentale proces waarbij een persoon een idee begrijpt door het te assimileren met het geheel van ideeën dat hij of zij al bezit. Het bepaalt waar de focus van het bewustzijn ligt en is essentieel bij het onthouden van informatie.

32
Q

Hoe benaderde Wundt het begrip gevoelens en emoties in zijn onderzoek?

A

Wundt bestudeerde gevoelens en emoties omdat ze deel uitmaken van onze bewuste ervaring. Hij beweerde dat introspectief gerapporteerde gevoelens hints zijn voor de processen die op dat moment in de geest plaatsvinden. Hij plaatste gevoelens in drie dimensies: plezierig-onplezierig, hoge-lage opwinding, en geconcentreerde-ontspannen aandacht.

33
Q

Wat was het doel van Wundt’s Völkerpsychologie en welke aspecten omvatte het?

A

Wundt’s Völkerpsychologie richtte zich op gemeenschappelijke en culturele producten van de menselijke natuur, waaronder religies, talen en mythologieën. Het omvatte de vergelijkende methode (bij dieren, kinderen, en abnormale individuen) en de historische methode (bijvoorbeeld Völkerpsychologie, die de psychologische ontwikkeling van individuen bekeek door de historische ontwikkeling van het menselijke ras te bestuderen).

34
Q

Hoe verdeelde Wundt taal in zijn Völkerpsychologie en wat waren de twee aspecten ervan?

A

Wundt verdeelde taal in externe fenomenen (daadwerkelijk geproduceerde uitspraken, oppervlakkige expressie van diepere cognitieve processen) en interne fenomenen (onderliggende cognitieve processen, innerlijke mentale vorm van spraak).

35
Q

Hoe beschreef Wundt het proces van spraakbegrip en wat was de rol van apperceptie hierin?

A

Wundt beschreef het proces van spraakbegrip als de transformatie van een onuitsprekelijke, georganiseerde gedachte in een uitdrukbare, sequentiële structuur van georganiseerde woorden in een zin. Hierbij wordt de synthetiserende functie van apperceptie gebruikt in plaats van de analytische functie.

36
Q

Welke rol speelde Edward Bradford Titchener in de ontwikkeling van de Amerikaanse psychologie?

A

Titchener bracht de Duitse psychologie naar Amerika en speelde een belangrijke rol in de oprichting van de Amerikaanse psychologie. Hij contrasteerde zijn extreme introspectieve, structurele psychologie met de opkomende functionele psychologie.

37
Q

Wat was het belangrijkste kenmerk van Titchener’s psychologie en hoe verschilde het van de functionele psychologie?

A

Titchener’s psychologie was gebaseerd op het idee dat de geest bestond uit sensaties of beelden van sensaties. Hij verwierp concepten zoals apperceptie. In tegenstelling tot de functionele psychologie, die geloofde dat de geest ons helpt aan te passen aan de omgeving.

38
Q

Wat was Titchener’s methode van introspectie en hoe verschilde het van Wundt’s benadering?

A

Titchener’s introspectieve methode was uitgebreider dan die van Wundt. Het was geen eenvoudig verslag van een ervaring, maar een complexe retrospectieve analyse. De eerste taak was het ontdekken van basis sensatie-elementen, de tweede taak was het begrijpen van de vorming van complexe percepties en de derde taak was het verklaren van de werking van de geest, waarvoor Titchener fysiologische verklaringen zocht.

39
Q

Wat was de focus van Sigmund Freud’s psychologie en hoe beschouwde hij het bewustzijn?

A

Freud’s psychologie legde de nadruk op abnormale geestelijke processen en stelde dat het bewustzijn doordrenkt was met primitieve impulsen.

40
Q

Hoe benaderde Freud oorspronkelijk psychologie in termen van fysiologie?

A

Freud benaderde psychologie in eerste instantie via fysiologie, en twee specifieke aantrekkelijke aspecten waren dat zijn verklaringen voor menselijk gedrag konden worden gegeneraliseerd naar iedere cultuur en tijdsperiode, en dat hysterie destijds werd gezien als een stoornis van het zenuwstelsel.

41
Q

Waarom wordt Freud’s project van een algemene theorie van geest en gedrag in fysiologische en kwantitatieve termen als onafgewerkt beschouwd?

A

Freud’s project bleef onafgewerkt en werd nooit gepubliceerd, waarschijnlijk omdat hij geen mechanisme kon construeren dat overeenkwam met zijn hoofdscriptie.

42
Q

Hoe keerde Freud later zijn aandacht naar evolutionaire biologie en hoe gebruikte hij de biogenetische wet van Ernst Haeckel?

A

Freud keerde zijn aandacht naar evolutionaire biologie en baseerde zich op de biogenetische wet van Ernst Haeckel, die stelde dat het ontwikkelingsstadium van elk embryo een volwassen vorm van een evolutionaire voorouder vertegenwoordigt. Freud breidde deze wet uit naar psychologische ontwikkeling, waarbij hij de stadia van de psychoseksuele ontwikkeling beschouwde als een recapitulatie van het seksleven van onze voorouders.

43
Q

Wat stond centraal in Freud’s nieuwe biologische aanpak van menselijke ontwikkeling en gedrag?

A

Centraal in Freud’s nieuwe biologische aanpak stond het seksinstinct. Hij beschouwde seks als een basis voor het construeren van een universele en naturalistische psychologie, omdat het niet specifiek was voor soorten of culturen. Freud zag seks als een van de biologische behoeften en verklaarde motivatie als het streven naar het vervullen van deze behoeften.

44
Q

Wat vond William James belangrijker in psychologie, de functie of de inhoud van het bewustzijn?

A

William James vond de functie van het bewustzijn belangrijker dan de inhoud ervan. Hij benadrukte dat de belangrijkste functie van het bewustzijn was ‘kiezen’ en ‘handelen’ naar een bepaald doel.

45
Q

Wat waren volgens William James de twee aspecten van bewustzijn die van de adaptieve aard zijn?

A

Volgens James zijn er twee aspecten van bewustzijn die van de adaptieve aard zijn: belangen (het kunnen omgaan met veranderingen om te overleven) en keuze (bewustzijn is nodig om keuzes te maken).

46
Q

Hoe verklaarde William James de relatie tussen lichamelijke reacties en emoties in zijn James-Lange theorie?

A

In de James-Lange theorie stelde James dat perceptie en lichaamsveranderingen achtereenvolgens optreden voordat er een emotie wordt ervaren. Bijvoorbeeld: het zien van een beer leidt tot een verhoogde hartslag, wat resulteert in de emotie angst.

47
Q

Wat was de uitdaging in de reflextheorie van James met betrekking tot emoties en gedrag?

A

De reflextheorie van James stelde dat stimuli invloed hebben op het zenuwstelsel, wat leidt tot een lichamelijke reactie die wordt geïnterpreteerd als emotie. Het probleem was dat als emoties automatisch volgen op stimuli, het moeilijk was om te verklaren hoe emoties gedrag veroorzaken, gezien James’ nadruk op de vrije wil van het bewustzijn.

48
Q

Wat was het principe van pragmatisme volgens William James?

A

Het pragmatisme volgens William James was een functionele filosofie die zich richtte op functie in plaats van inhoud. Ideeën werden als waardevol beschouwd als ze een verschil maakten in de manier waarop we ons leven leiden. James benaderde pragmatisme als een methode, geen doctrine, en sloot aan bij het idee van Darwin dat de waarheid niet vastgesteld kan worden.

49
Q

Wat betekent introspectie volgens William James en hoe noemde hij dit concept?

A

Introspectie betekent volgens William James het kijken in onze eigen geest en rapporteren wat we daar ontdekken. Hij noemde dit concept “zelfobservatie” en maakte onderscheid tussen zelfobservatie en interne perceptie.

50
Q

Wat zijn enkele theoretische problemen met betrekking tot introspectie?

A

Enkele theoretische problemen met introspectie zijn: het debat tussen mentalisten en behavioristen over de directe toegang tot innerlijke staten, de subjectiviteit ervan volgens behavioristen, en de vraag of verbale rapportages als wetenschappelijke data kunnen worden beschouwd.

51
Q

Wat zijn enkele praktische problemen met introspectie volgens Ericsson en Simon?

A

Volgens Ericsson en Simon zijn enkele praktische problemen met introspectie dat informatie mogelijk onbeschikbaar is voor het kortetermijngeheugen, de inhoud van het kortetermijngeheugen niet altijd gerapporteerd kan worden bij taken met hoge cognitieve lading, en de opgehaalde informatie uit het langetermijngeheugen mogelijk onvolledig is.

52
Q

Hoe kan de validiteit van introspectieve rapportages worden gemeten?

A

De validiteit van introspectieve rapportages kan worden gemeten door interne validiteit te verbeteren met gunstige experimentele ontwerpen, externe validiteit te behalen door publieke criteria toe te voegen, determinanten te onderzoeken zoals consistentie en betrouwbaarheid, en rapportages in te bedden in een theoretisch netwerk en de implicaties ervan te testen.

53
Q

Wat zijn enkele voordelen en nadelen van introspectie als methode?

A

Voordelen: Introspectie kan informatie geven over fenomenen als verbeeldingen, zorgt voor empathie in de klinische psychologie, leidt mogelijk tot nieuwe hypotheses en helpt bij de interpretatie, controle en eliminatie van artefacten. Het is ook snel en makkelijk in gebruik.
Nadelen: Vatbaar voor vertekende resultaten en bias, beperkt toegang tot onderbewuste informatie, niet altijd betrouwbaar voor oorzaken van gedrag, gebaseerd op inferenties, en vereist interpretatie van verbale rapportages.