Probleem 5 transfer

Question 1

Transfer

Answer 1

Als iets wat men in de ene situatie leert heeft invloed op hoe hij leert of presteert in een andere situatie

Question 2

Positive transfer

Answer 2

wanneer leren in de ene situatie het leren of presteren in andere situaties vergemakkelijkt. vb veel lezen verbeterd ook je spelling.

Question 3

negatieve transfer

Answer 3

als iets dat in de ene situatie is geleerd, iemands vermogen om te leren of te presteren in de tweede situatie belemmert. vb Bij het besturen van een auto met een automatische versnellingsbak kunnen mensen die gewend zijn aan het besturen van een standaard versnellingsbak bijvoorbeeld op een koppeling trappen die er niet is.

Question 4

vertical transfer

Answer 4

een leerling verwerft nieuwe info of vaardigheden door voort te bouwen op meer basisinfo en procedures

Question 5

horizontaal/lateral transfer

Answer 5

wanneer kennis van het eerste onderwerp nuttig is maar niet essentieel voor het leren van de tweede.

Question 6

near transfer

Answer 6

betreft situaties of problemen die vergelijkbaar zijn in zowel opp kenmerken als onderliggende relaties.

Question 7

far transfer

Answer 7

omvat twee situaties die vergelijkbaar zijn in een of meer onderliggende relaties.

Question 8

specific transfer

Answer 8

waarbij het oorspronkelijke leertaak en de transfer elkaar overlappen op de een of andere manier. zelfde gedrag of handeling. zowel near als far transfer.

Question 9

general transfer

Answer 9

zijn de taak en de transfer taak verschillend qua inhoud en structuur. vb latijn symbolen overeen symbolen natuurkunde

Question 10

historical perspective

Answer 10

formele discipline legt de nadruk op het belang van algemene transfer. leren in de ene situatie het leren en presteren in een andere situatie verbetert, ongeacht hoe verschillend twee situaties zijn. is verworven.

Question 11

Early perspective

Answer 11

Thorndike: ontstaat transfer tussen twee situaties alleen als de originele situatie en de transfer situatie identieke elementen hebben

Question 12

Late behaviorist perspective

Answer 12

verder op Thorndike. gelijkheid van stimuli en responses. behavioristen hebben zich gericht op hoe transfer wordt beïnvloed door stimulus- en responskenmerken.
- wanneer de stimuli en de responses gelijk zijn in twee situaties, ontstaat er maximale positieve transfer
- wanneer stimuli verschillend zijn en responses gelijk zijn, ontstaan er enige positieve transfer
- wanneer stimuli gelijk zijn, maar de responses verschillend zijn, ontstaat er negatieve transfer.

Question 13

information processing perspective

Answer 13

transfer kan alleen ontstaan wanneer studenten dingen ophalen die ze recentelijk hebben geleerd tijdens een periode waarin deze dingen nuttig waren

Question 14

contextual perspective

Answer 14

gaat uit van de omgeving en ervaring waarin het leren plaatsgevonden. situated learning. dat veel van wat men leert context specifiek is.

Question 15

huidige perspectief

Answer 15

Volgens dit perspectief komt algemene transfer minder vaak voor dan specifieke transfer, maar is het wel zo dat leren op 1 moment zou kunnen zorgen voor makkelijker leren op een ander moment, dit perspectief zegt dus dat je moet leren leren

Question 16

factoren die invloed hebben op transfer

Answer 16

1. meaningful learning –> verbinden nieuwe info aan kennis die men al weet zorgt eerder voor transfer
2. zorgvuldig leren –> zorgvuldig leren, grotere kans dat iemand ons begrijpt, grotere kans transfer.
3. gelijkenissen
4. principes
5. voorbeelden
6. tijd
7. culturele omgeving

Question 17

onderwijs

Question 18

Abstractie (mechanisme van transfer)

Answer 18

Via abstractie identieke elementen uit 2 verschillende situaties haalt, zal eerder sprake zijn van transfer

Question 19

Transfer by affordance

Answer 19

Volgens dit idee is transfer niet afhankelijk van mentale schema’s maar van actie schema’s die het resultaat zijn van actiemogelijkheden (affordance) van de leersituatie. ALs een leerling herkent dat hij in een nieuwe situatie dezelfde actiemogelijkheden nodig heeft die hij ooit al heeft gebruikt, kan hij dit actieschema ook in de nieuwe situatie toepassen

Question 20

Hugging (strategie)

Answer 20

Studenten moeten meegenomen worden naar de gewenste resultaten. Kan vb door oefentoets te geven in dezelfde context waarin de stof wordt uitgelegd. Zorgt voor low road transfer

Question 21

Bridging (strategie)

Answer 21

Hierbij wordt geleefd om goed te letten op de abstracte identieke kenmerken van zaken, om naar verbanden te zoeken, om gebruik te maken van mindfulness en andere abstracte mentale processen. Zorgt voor high road transfer

Question 22

Theory of analogy and abstraction

Answer 22

Door onderliggende principes van acties, gedachten en gebeurtenissen te identificeren kan er transfer plaatsvinden van kennis tot nieuwe contexten.

Question 23

Situated learning theory

Answer 23

Leren en cognitie word gestimuleerd en ontwikkeld dmv authentieke doelgerichte activiteiten in sociale contexten.