Probleem 3.1 Digital natives en multitasking Flashcards

1
Q

Digital natives

A

Iemand geboren na 1984. opgegroeid in digital tijdperk. vaardigheid om meerdere info bronnen tegelijk cognitief te verwerken (multitasken) maar dat klopt niet. Prensky 2 veronderstellingen:

  • zouden specifiek en unieke kenmerken hebben die hen anders maakt dan eerdere generaties
  • zouden geavanceerde technische digitale vaardigheden en leervoordeuren hebben waar traditioneel onderwijs niet voor geschikt is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Digital immigrant

A

geboren vor 1984.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Multitasken

A

een persoon in staat is gelijktijdig twee of meer infoverwerkingsprocessen uit te voeren die allemaal kennis en infoverwerking vereisen. vb chatten en een lecture volgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Multimedia principe

A

Over het algemeen wordt gezegd dat men beter leert van tekst met afbeeldingen dan van enkel tekst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Instructive graphics

A

afbeeldingen relevant voor het leerdoel. ze vergemakkelijken de leerstof te begrijpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Seductive graphics

A

deze afbeeldingen zijn interessant maar niet relevant voor het leerdoel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

decorative graphics

A

neutrale afbeeldingen niet relevant voor het leerdoel. de afbeeldingen zijn cognitief neutraal en zijn bedoeld om een aangename sfeer te creëren zonder storend te zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Multimedia effect

A

Instructive graphics vergelijken met gene afbeeldingen. prestatie beter met instructie dan geen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

(marginale) Seductive details effect

A

seductive graphics vergeleken met geen afbeelding, vermindert prestatie wanneer deductieve wordt toegevoegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

media multitasken

A

wisselen tussen media en leerstof of tussen w/meer medusa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

bottleneck theory of attention

A

aandacht kan slechts op 1 taak tegelijk worden gericht. komen meerdere stimuli binnen maar er kan er maar 1 door de flessenhals.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

scattered attention hypotheses

A

gevolg bottleneck Theory. stelt dat het brein mentale resources beheert om taken af te ronden. aandacht is een gelimiteerde resource. Media multitasken zorgt voor het versneld uitputten van deze resource, waardoor prestatie vermindert op de oorspronkelijke taak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Trained attention hypothesis

A

gevolg bottleneck Theory. stelt dat frequent mediagebruik cognitieve controle kan trainen en verbeteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly