Probleem 2 Metacognitie en self-regulation Flashcards

1
Q

Metacognition

A

Denken over denken, begrijp over wat het is dat je weet. bestaat uit kennis (eigen infoverwerkings vaardigheden, cognitieve taak, strategieën die nodig zijn) en vaardigheden (toepassen van die vaardigheden).

Het hoeft niet perse een bewust proces te zijn
Bij het aanleren van nieuwe processen zijn de processen bewuster → naarmate je iets vaker doet → hoef je er minder over na te denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Declarative knowledge

A

kennis over jezelf als leerling, de factoren die van invloed zijn op je leren en geheugen en de vaardigheden, strategieën en middelen die nodig zijn om de taak uit te voeren, weten wat je moet doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Procedural knowledge

A

Kennis om strategieën toe te passen (weten hoe strategieën gebruikt moeten worden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Self-regulatory knowledge

A

kennis omdat e voltooiing van de taak te verzekeren - de voorwaarden kennen, wanneer en waarom, procedures en strategieën toepassen (weten waarom en wanneer procedures en strategieën toegepast moeten worden).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

3 vaardigheden

A

Plannen (Beslissen hoeveel tijd je ergens aan besteed, wanneer je wilt beginnen, welke strategieën je wilt toepassen etc)
monitoring (bewustzijn over hoe het gedaan wordt, realtime besef vb heb ik het begrepen)
evalueren (oordeel vellen over de processen en resultaten van denken en leren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Leerstrategieen

A

kunnen zorgen voor aandacht focussen, diep info verwerking en begrip monitoren. READS en CAPS zijn voorbeelden hiervan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Production deficiencies

A

het niet kunnen toepassen van leerstrategieen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

condities voor het toepassen van leerstrategieen

A

Geschikte taken (taak gericht op begrijpen niet op herinneren)
waardering voor leren (leerlingen moeten geloven dat de leerstrategieen zorgen dat de taak behaald word en leren waarderen)
inzet en doeltreffend (leerlingen moeten geloven dat inzet leidt tot betere resultaten en leerlingen moeten een basis van het vak hebben)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

zelfregulatie

A

proces dat we gebruiken om onze gedachten, gedragingen en emoties te activeren en in stand te houden om onze doelen te bereiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Self-regulated learning

A

zelfregulatie met betrekking tot leren. leerlingen hebbend de vaardigheid(strategisch) en de wil(motivatie) om te leren. omvat metacognitie. zijn vaak intrinsiek gemotiveerd. gaat om toepassen van kennis ipv opnemen van kennis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

factor zelfregulatie 1

A

kennis –> Om een self-regulated learner te worden, moeten studenten kennis hebben over zichzelf, het onderwerp, de taak, hun leerstrategieën en de context waarin ze hun leren zullen toepassen. Hieronder valt metacognitieve kennis: weten welke leerbenaderingen de voorkeur hebben, welke vaardigheden en capaciteiten ze hebben, welke strategieën voor hen werken, etc. Ze weten wat nodig is voor elke taak en kunnen de juiste strategie toepassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

factor zelfregulatie 2

A

Motivatie –> intrinsiek gemotiveerd om te leren niet alleen in de ogen van ander. individu die interesse in een activiteit vertonen zijn over het algemeen beter in reguleren van zichzelf in die activiteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

factor zelfregulatie 3

A

Wilskracht –>om de weerstand te overwinnen die ze voelen wanneer ze een conflict ervaren tussen twee gewenste uitkomsten.
hoge wilskracht zorgt voor meer zelfregulatie.
zelfcontrole (vermogen om aandacht, emotie en gedrag te beheersen bij de aanwezigheid van afleiding) en Grit/doorzettingsvermogen (persoonlijkheidseigenschap dat zorgt voor doorzettingsvermogen om langetermijndoelen te behalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

algemeen model van zelfregulatie

A

tijdens de kindertijd wordt zelfregulatie aangeleerd door observatie van anderen. wanneer het kind met succes de vaardigheden weet toe te passen, worden deze handelingen geïnternaliseerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

3 belangrijke executive functies die een rol spelen bij zelfregulatie

A

Inhibitory control (onderdrukken van impulsive verlangens)
werkgeheugen (info in gedachten houden tijdens het uitvors van andere mentale handelingen)
Cognitieve flexibiliteit: Iets vanuit meerdere perspectieven bekijken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

2 sociale processen die ontwikkeling zelfregulatie bevestigen

A

Co-regulation (overgangsfase waarin student geleidelijk self-regulated learning en vaardigheden internaliseren door modeling, les, feedback en coaching)

Shared regulation (als studenten samenwerken om elkaar te reguleren door reminders en andere manieren van sturing)

17
Q

model Zimmerman

A

drie fases.
1. Forethought phase: het stellen van doelen en een aantal strategieën bedenken voor het behalen van deze doelen;

  1. Performance phase: het uitvoeren van de taak en het gebruiken van de strategieen. Daarbij wordt er gebruik gemaakt van monitoren of zelfobservatie
  2. Reflection phase: in deze fase wordt er teruggekeken op de uitvoering.

De fases zijn aan elkaar verbonden als een cyclus. Bij elke fase zou een student moeten reflecteren en evalueren. Meestal hangt de zelfregulering af van eigen geinternaliseerde normen. Daarom zou een leraar zich moeten richten op het helpen van de studenten om redelijke standaarden te internaliseren die hen helpen goede self-regulators te worden

Leraar zou zich moeten richten op het helpen van de studenten om redelijke standaarden te internaliseren die hen helpen goede self-regulators te worden

18
Q

Cognitive behavior modification (meichenbaum)

A

Meer focus op zelfregulatie, deel metacognitie gaat over het ontwikkelen van private-speech dat wordt gebruikt bij metacognitie. vijf stappen voor self-instruction:
1. Cognitive modeling: wanneer een volwassene tegen zichzelf praat en een taak uitvoerd, wordt deze
2. Overt external guidance: het kind wordt openlijk gestuurd door een model geobserveerd door het kind; (bijvoorbeeld de ouders);
3. Overt self-guidance: er wordt geen externe sturing gegeven en het kind praat tegen zichzelf;
4. Faded overt guidance: het kind fluistert en wordt stiller, sturing wordt meer geinternaliseerd
5. Covert self-instruction: volledige private-speech, in het hoofd praten.

19
Q

classrooms for self-regulation 1

A

Complexe taken –> onderzoek beweert dat studenten het beste zelfregulatie ontwikkelen als leraren die uitdagend zijn maar niet overweldigend. de term complezx gaat in op het design van de taak en niet op de moeilijkheidsgraad. complexe taken bevatten meerdere doelen en duren een langere periode. daarnaast geven complexe taken de studenten info over hun leerproces, omdat ze diep en uitgebreid moeten nadenken. wanneer studenten een complexe taak hebben volbracht stijgt de self-efficacy en de motivatie.

20
Q

classrooms for self-regulation 2

A

Control –> leraren kunnen controle geven aan studenten door hen keuzes te laten maken. wanneer studenten het idee hebbend dat ze controle hebben en keuzes mogen maken, zijn ze sneller geneigd deel te nemen, zijn studenten meer gemotiveerd en zullen studenten sneller een succesvolle prestatie leveren.

21
Q

classrooms for self-regulation 3

A

Self-evaluation –> door zelf-evaluatie kunnen studenten zijn eigen fouten ontdekken en daardoor persoonlijk groeien. zo kunnen studenten evalueren of hun leerproces wel effectief was en dit aanpassen als dat nodig is.

22
Q

classrooms for self-regulations 4

A

Collaboration –> wanneer studenten samenwerken, zijn ze eerder geneigd uitdagende opdrachten aan te nemen. de complexiteit van een taak kan vervolgens weer leiden tot zelfregulatie, zoals al eerder uitgelegd. bij samenwerking reguleren leerlingen onderling met elkaar en met de leraar. hierbij komt veel metacognitie bij kijken waardoor ook zelfregulatie ontwikkeld.

23
Q

Verschil self regulated learning en metacognitie

A

metacognitie is een onderdeel van zelfregulerend leren. (bij zelfregulatie gaat het over gedrag en emoties onder controle houden of onderdrukken, terwijl metacognitie gaat over het leren van processen)

24
Q

Sociale cognitieve theorie

A

Zelf regulatie ontwikkeld voor de interactie van persoonlijke factoren met omgevings- en gedragsfactoren