Probleem 4: Conflicts Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

Wat is een conflict?

A

Een conflict is een proces dat ontstaat als een individu of groep vindt dat een ander individu of andere groep een negatieve invloed heeft op het behalen van de doelen van de eerste groep of het eerste individu.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een referentiekader?

A

Een referentiekader is de perceptie en interpretatie van en persoon. Elk persoon heeft en ander referentiekader en vat een situatie op een andere manier op.

Het referentiekader dat iemand heeft, zal bepalen wat men opmerkt in zin of haar omgeving en hoe hij of zij deze opgemerkte gebeurtenissen interpreteert. Ook bepaalt het hoe men zich gedraagt en verwacht dat anderen zich gedragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke 6 conflict perspectives zijn er?

A

De cooperative perspective
De win orientation
De feelings orientation
De task orientation
De relationship orientation
De action orientation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de cooperative perspective?

A

Dit leg de nadruk op het belang dat alle partijen voordeel hebben. Een werknemer ziet het conflict als een samenwerking, waarin beide partijen coöperatief een oplossing vinden. Men gaat ervan it dat de ander ook wil samenwerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de win orientation?

A

De win orientation is vooral gericht op voordeel voor jezelf halen, zelfs ten koste van anderen. Een werknemer leidt het conflict met als enig doel zelf te winnen. De mening of belangen van anderen worden niet overwogen. Men gaat ervan uit dat de andere partij er ook op it is om te winnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de feelings orientation?

A

De feelings orientation benadrukt de gevoelens van mensen tijdens een conflict, bijvoorbeeld anxiety en frustratie. Een werknemer beschouwt het conflict als its wat en ander zou kunnen kwetsen. Men zal de ander proberen niet te kwetsen en wil dat beide partijen er goed vanaf komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de task orientation?

A

De task orientation benadrukt de materiële aspecten, bijvoorbeeld geld. Men ziet het conflict als its waar its te halen valt. Een werknemer wil materiële winst behalen met het voeren van het conflict en gaat ervan it dat de andere parti ook materiële winst wil behalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de relationship orientation?

A

De relationship orientation benadrukt de interpersoonlijke aspecten van conflicten. Een conflict zal gericht zin op het verbeteren van relaties tussen werknemers. Een werknemer zal het conflict voeren, denkende aan de interpersoonlijke relaties tussen beide partijen.
Men gaat ervan it dat de andere partij ook de relaties tussen de conflicterende partijen overweegt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de action orientation?

A

De action orientation benadrukt het gedrag tijdens een conflict. Het gedrag van beide partijen wordt bekeken en geïnterpreteerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke 2 soorten conflicten zijn er? (Amason et al)

A
  • Het eerste type is C (cognitief): concrete problemen die kunnen worden opgelost op een intellectueel niveau. Ook wel inhoudelijk conflict genoemd.
  • Het tweede type is A (affectief): subjective problemen die meer in het emotionele domein liggen. Ook wel persoonlijk conflict genoemd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke 4 conflict frames zijn er?

A

Het unitarist perspectief
Het pluralist perspectief
Het radical perspectief
Het interactionist perspectief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het unitarist perspectief?

A

Het unitarist perspectief stelt dat de organisatie word gezien als harmonieus en elk conflict negatief is en daarom vermeden moet worden. Men neemt aan dat iedereen gelijke belangen heeft. Men accepteert de politieke, sociale en economische structuur van de organisatie zonder het in twijfel te trekken. Er word aangenomen dat conflicten ontstaan door slechte communicatie en dat managers het gedrag van werknemers kunnen beïnvloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het pluralist perspectief?

A

Het pluralist perspectief zegt dat de organisatie wordt gezien als een verzameling van groepen waarbij elke groep haar eigen belangen heeft. Omdat groepen hun eigen interesses najagen en deze soms met elkaar botsen, ontstaan conflicten. Een conflict kan gunstige effecten op de prestaties van een groep hebben. Het is de taak van het management om een acceptable vorm van een compromis te vinden zodat de organisatie blijft functioneren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het radical perspectief?

A

Bij het radical perspectief word conflict gezien als een onontkoombare uitkomst van het kapitalisme. Een conflict ontstaat omdat er ongelijkheid van macht tussen leidinggevende en werknemers is. Dit perspectief is het meest recentelijk toegevoegd en word vooral aangehouden door Marxisten. Zij zien conflict als positief omdat dit kan leiden tot een revolutie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het interactionist perspectief?

A

Bij het interactionist perspectief word conflict gezien als een positive kracht die nodig is voor effective prestaties. Te veel harmonie zorgt voor weinig innovatie en creativiteit en in een organisatie moet er dan ook genoeg conflict zijn om te zorgen dat de groep kritisch en creatief blijft. Conflicten moeten daarom ok worden gestimuleerd en worden aangemoedigd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke 2 vormen van conflict zijn er volgens het interactionist perspectief?

A
  1. Functionele conflict → Leidt tot meer motivatie, creativiteit en betere prestaties. Heeft een bepaald minimum waar het conflict aan moet voldoen om functioneel te zijn.
  2. Disfunctionele conflict → Leidt tot minder tot motivatie, creativiteit en verminderde prestaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is een individueel conflict?

A

Een individueel conflict is een conflict dat ontstaat doordat individuen frustratie ervaren als hun pad naar het bereiken van persoonlijke doelen word geblokkeerd.

Bij een role conflict botsen de verschillende rollen die iemand heeft op verschillende taken op het werk of is er een botsing tussen de eisen van de rol van iemand en zin normen en waarden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is een groepsconflict?

A

In een groepsconflict hebben verschillende mensen hetzelfde doel, bijvoorbeeld bij een staking. Hier zijn twee vormen van: Emergent en institutionalized.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is een emergent conflict?

A

Een emergent conflict ontstaat wanner twee sociale factoren botsen, bijvoorbeeld als de ene groep het één wil, en de andere groep iets anders wil. Hierdoor ontstaan sociale groepen van mensen die normal niet samen een groep vormen.

20
Q

Wat is een institutionalized conflict?

A

Een institutionalized conflict is een conflict tussen formele groepen. Dit zijn groepen mensen die al eerder een groep vormden, op bepaald formeel niveau, zoals een team of afdeling. Een institutionalized conflict gebeurd wanneer en of meerdere formele groepen een conflict hebben.

21
Q

Welke 5 manieren van onderhandelen om een conflict op te lossen zijn er?

A

Formal negotiation
Arbitration
Integrative bargaining
Mediation
Distributive bargaining

22
Q

Wat is formal negotiation?

A

Formal negotiation is en term voor onderhandelen tussen partijen in een conflict. Dat is een vorm van ruilhandel, bestaande uit aanbod, tegenaanbod en concessies, in de zoektocht naar een oplossing voor het conflict die voor beide partijen acceptabel is. Hiervan zijn verschillende strategieën.

23
Q

Wat is arbitration?

A

Bij arbitration word er en derde partij bij de onderhandeling betrokken die ook beslissingen neemt, zoals in een rechtszaak.

24
Q

Wat is integrative bargaining?

A

Integrative bargaining is en onderhandelingsstrategie waarbij het aantal middelen mot worden uitgebreid, wat leidt tot een win-winsituatie, doordat mensen stilstaan bi waarom de verschillende partijen its willen en hierdoor krijgen wat ze willen.

25
Q

Wat is mediation?

A

Voor mediation word er en derde partij bi de onderhandeling betrokken die zorgt voor betere communicatie, maar geen besluiten neemt.

26
Q

Wat is distributive bargaining?

A

Distributive bargaining is een onderhandelingsstrategie waarin een beperkt aantal resources opgedeeld mot worden, wat leidt tot een win-verliessituatie doordat mensen zo gefocust zin op het feit dat ze its willen en niet waarom ze its willen.

27
Q

Welke 3 oorzaken van conflict zijn er?

A

Communicatie
Structuur
Persoonlijke factoren

28
Q

Hoe kan communicatie een oorzaak van conflict zijn?

A
  • Communicatie kan zorgen voor conflicten, omdat het kan zorgen voor misverstanden, bijvoorbeeld wanner er onvoldoende informatie word gegeven, of wanneer mensen iets verkeerd opvatten.
  • Deze miscommunicaties zijn een gevolg van de selective perceptie van mensen, onvoldoende informatie over de anderen en verschillen in training. Te veel of te weinig informatie over de andere personen kan leiden tot een conflict. De selective perceptie is een gevolg van het filteren van informatie, waardoor mensen snel een verkeerd beeld kunnen vormen. dat kan leiden tot een conflict.
29
Q

Hoe kan structuur zorgen voor conflict?

A

Grootte organisatie en specialisatie: Hoe groter de groep, hoe groter de kans op conflicten

Dubbelzinnigheid: hoe groter de dubbelzinnigheid bij de verantwoordelijke van de actie ligt, hoe groter de kans op conflicten.

Leiderschap: Een te grote afhankelijkheid van participatief leiderschap kan een conflict stimuleren. → Iedereen mag zijn standpunten uitdrukken, dus meer kans op botsingen tussen die standpunten.

Beloningen: Als een partij een beloning krijgt en dit ten koste gaat van een andere partij.

Onderlinge afhankelijkheid: Bepaalde partijen botsen door verschillen in de onderlinge functies → VB als jij langs de band staat in de fabriek en persoon 1 doet zijn werk niet goed, kan persoon 2 en 3 dit ook niet goed afmaken.

30
Q

Hoe kunnen persoonlijke factoren voor conflict zorgen?

A

Jouw normen en waarden kunnen leiden tot conflicten. Als je heel snel een oordeel velt over mensen, dan kan dat zorgen voor conflicten. Er zijn verschillende waardensystemen, dus niet iedereen heeft dezelfde waarden als jij . → VB Iemand die over veel discipline beschikt en anderen niet, kan daar frustratie over ontstaan en kan dat leiden tot conflict.

31
Q

Wat stelt de Conflictmanagement theorie van Thomas?

A

Volgens Thomas spelen hierbij twee dimensies en rol: assertiviteit (de wens om de eigen behoeften te bevredigen) en samenwerking (de wens om de behoeften van anderen te bevredigen), deze kunnen laag of hoog zijn.

32
Q

Welke 5 stijlen van conflictmanagement zijn er volgens Thomas?

A
  • De eerste stijl is avoidance. Avoidance is niet assertief en niet-samenwerkend. Het gaat om het vermijden van de andere persoon om zo een openlijke discussie te voorkomen. Dit kan op twee manieren.
  • De tweede stijl is competition. Deze stijl is assertief, maar niet-samenwerkend. Het is een poging om de tegenstander it te schakelen door het gebruik van formele autoriteit, bedreigingen of macht. die leidt tot een win-verliessituatie
  • Collaboration is assertief en samenwerkend. Er is sprake van wederzijdse probleemoplossing. De partijen die betrokken zijn bij het problem gaan op zoek gaan naar een uitkomst die voor iedereen gunstig is, zodat een win-winsituatie ontstaat.
  • Compromise is gemiddeld assertief en gemiddeld samenwerkend. Elke partij van het conflict mot its opgeven en er is geen winnaar of verliezer.
  • De laatste stijl heet accommodation. Deze stijl is niet assertief, maar wel samenwerkend. De eigen mening of belangen worden onder die van een ander geplaatst (zelfopofferend gedrag).
33
Q

Volgens interactionisten is conflict nuttig, en hierom hebben ze 5 manieren om een conflict te stimuleren opgesteld. Noem deze 5 manieren.

A
  • Volgens de dialectic method kunnen managers voor het nemen van een beslissing twee of meer teams instellen en hen voor en teen de beslissing laten discussiëren (dit zorgt voor alternative ideeën).
  • Bij Communicaties kunnen managers informatie achterhouden of inconsistente informatie versturen, zodat mensen gaan discussiëren.
  • Bij Herstructureren van het bedrif kunnen managers groepen reorganiseren of nieuwe regels instellen om zo meer onderlinge afhankelijkheid te creëren van units die eerst onafhankelijk waren.
  • Een andere manier is Leiderschapsstijl. Hierbij moeten managers niet-traditionele kijkwijzen stimuleren. Devil’s advocate aanstellen stelt dat managers iemand kunnen aanwijzen als devil’s advocate, die kritisch denken stimuleert.
  • Een laatste manier is Binnenbrengen van buitenstaanders. Managers kunnen mensen binnenbrengen die andere achtergronden, stijlen of warden hebben dan de bestaande leden.
34
Q

Wat is workplace bullying?

A

Workplace bullying is het kwellen, beledigen of social buitensluiten van iemand, of de werktaken van deze persoon negatief beïnvloeden. Dit moet herhaaldelijk en regelmatig plaatsvinden en gedurende een langere periode. Pesten is een geëscaleerd proces waardoor het slachtoffer in een inferieure positie komt en het doelwit word van systematische negative sociale handelingen.

35
Q

Welke 4 kenmerken zijn er van pesten op de werkplek?

A
  • De frequency is hoeveel keer per week het negative gedrag voorkomt. Er is onenigheid tussen onderzoekers of dit minstens 1 of 2 keer moet zijn.
  • Persistency is de duur van het negative gedrag. Er is onenigheid tussen onderzoekers of dit minstens 6 of 12 maanden moet zijn.
  • Hostility is de onderliggende negativiteit van het gedrag.
  • Power imbalance is de kloof in perceived power tussen het doelwit en de pester.
36
Q

Wat is de prevalentie van workplace bullying?

A

In het artikel staat dat de prevalentie van werk pesten 5 tot 10% is in Europa en 50% in Amerika.
95% van de werkende mensen heeft ooit te maken gehad met pesten op de werkvloer.

37
Q

Wat zijn antecedenten voor pesten op individueel niveau?

A

Het eerste onderdeel is persoonlijkheid.
- Big5: Waarschijnlijk lage extraversie, lage neuroticisme (deze is wel consistent en lokt pestgedrag uit)

Het tweede onderdeel is geslacht.
- Er is geen verschil gevonden in geslacht. Wel worden mannen vaker gepest door mannen, en vrouwen door zowel mannen als vrouwen, maar meer door vrouwen.

Het derde onderdeel is leeftijd.
- Oudere mensen worden mogelijk vaker gepest, maar ook deze vondst is inconsistent.

Tot slot etniciteit.
- Hispanics/Latinos worden vaker gepest dan blanken en in sommige onderzoeken bleek dat minderheden vaker worden gepest dan blanken.

38
Q

Wat zijn consequenties van pesten op individueel niveau?

A
  • Fysiologische en psychologische uitkomsten zijn negative effecten op de fysieke en mentale gezondheid, depressie, stress, slaapproblemen, stemmingswisselingen, en zelfs zelfmoord.
  • Werkgerelateerde uitkomsten zijn eerder ontslag, vaker afwezig zijn, minder tevredenheid.
39
Q

Wat zijn antecedenten voor pesten op groepsniveau?

A

Groepsnormen is de eerste antecedent.
- Pestend gedrag van één werknemer kan zorgen voor normen die zorgen voor het blijven bestaan van dit gedrag binnen de groep.

Status inconsistentie.
- Een situatie waarin een werknemer anders is dan andere groepsleden door bepaalde kenmerken zoals leeftijd, ras of geslacht.

Tot slot situationele factoren.
- Veel taakconflict en lage communicatie zijn voorspellers van pesten en minder team autonomie voorspelt minder pesten op het werk.

40
Q

Wat zijn consequenties van pesten op groepsniveau

A

Pesten heeft ook consequenties voor de groep. Zo belemmert het groepsprestaties doordat de gepeste werknemer minder aanwezig is, worden werknemers aangetast door het aanschouwen van pestend gedrag en ontstaat door pesten nog meer pesten.

41
Q

Wat zijn de antecedenten voor pesten op organisatie niveau?

A

Ten eerste leiderschap en managementstijl.
- Pesten op het werk is gelinkt aan machtsmisbruik, of juist te passive leiders, omdat deze pesten niet tegengaan, een autoritaire managementstijl en autocratische en laissez-faire leiderschapsstijlen.

Ten tweede is er organisatorische cultuur en ethisch klimaat.
- Pesten word soms gestimuleerd door organisaties die vijandig en competitief gedrag normaliseren. Sterke macht disbalans kan omstandigheden creëren die pestend gedrag bevorderen. In organisaties met instrumentele ethische klimaten (vergeleken met caring ethische klimaten) wordt meer gepest.

Het organisatorisch beleid is de derde antecedent.
- Pesten zal eerder plaatsvinden als er geen duidelijke regels met betrekking tot pesten zijn.

Tot slot situationele factoren.
- Veranderingen in de organisatie (herstructureren), werk organisatie (bijvoorbeeld herhaalde taken) en beloningsstructuren (wat leidt tot competitie) kunnen pesten voorspellen.

42
Q

Wat zijn consequenties van pesten op organisatie niveau?

A

Naar de consequenties voor de organisatie is weinig onderzoek gedaan. Waarschijnlijk heft pesten effect op de prestaties van de organisatie. Agressieve werknemers met belangrijke posities kunnen agressie binnen de organisatie beïnvloeden.

43
Q

Wat zijn antecedenten voor pesten op maatschappelijk niveau?

A
  • De cultuur van een samenleving kan beïnvloeden of mensen in een land pesten op de werkvloer zien als acceptabel. Er zijn drie brede dimensies van antecedenten:
  • De eerste dimensie is power distance. Mensen in landen met een lagere power distance (idee over ongelijkheid van macht tussen de pester en het slachtoffer) reageren negatiever op pesten dan mensen in landen met hoge power distance.
  • De tweede dimensie is femininity versus masculinity. In landen met en feminine cultuur hechten mensen meer waarde aan interpersoonlijke relaties. Pesten word hier minder getolereerd.
  • Tot slot individualisme versus collectivisme. In individualistische landen is er meer competitie en zin er meer kansen om te pesten.
44
Q

Wat zijn de consequenties van pesten op maatschappelijk niveau?

A

Ook naar de gevolgen op maatschappelijk niveau is weinig onderzoek gedaan.

  • Mogelijk leidt pesten tot meer medische kosten, vroegere pensioenen en meer behoefte aan sociale diensten. Ook heeft het invloed op werkloosheid en interpersoonlijke relaties buiten de werkplaats.
45
Q

Welke oplossingen zijn er voor pesten?

A

Meestal word pesten opgelost door een derde partij die de pester en gepeste fysiek van elkaar kan scheiden. Bij pesten is snel handelen van de organisatie nodig. Managers moeten ten eerste gevoelig zijn voor de aanwezigheid van pesten. Daarna moeten ze stappen nemen om de pester en gepeste van elkaar te scheiden.

Ook kan het management procedures opstellen met betrekking tot pesten. Soms word een preventieadviseur ingeschakeld (een externe partij die een preventieplan opstelt).

De gepeste persoon zelf kan proberen om uitlokkend gedrag te vermijden.

Een employee assistance program is een programma waarin mensen leren hoe ze om moeten gaan met mensen en hoe ze elkaar moeten behandelen. Dit is vooral preventief.