Probleem 3: Leadership Flashcards

1
Q

Wat is leader emergence?

A

De kenmerken van een leider (vb. nelson mandela is transformationeel en charismatisch)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is Leadership effectiveness?

A

Hoe het gedrag van de leider leidt tot resultaat (vb. leider is boos dan is hij minder effectief)

BIG5: correlatie tussen conscientiousness en effectief leiderschap en correlatie tussen extraversie en effectief leiderschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is destructief leiderschap?

A

Een leider zorgt ervoor dat doelen juist niet behaald worden. Gedrag ondermijnt uiteindelijk doelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Benoem de 3 soorten destructieve leiders?

A
  • Een ontspoorde leider gedraagt zich oneerlijk. Hij of zij vertoont gedrag dat de organisatie niet ten goede komt, zoals luiheid, fraude en diefstal.
  • Een ondersteunende, maar ontrouwe leider toont wel begrip voor ondergeschikten, maar breekt de doelen van de organisatie door de vervulling van het doel te ondermijnen.
  • Een tiran als leider accepteert de doelen van de organisatie, maar zoekt naar een manier om deze doelen te behalen door middel van het manipuleren en vernederen van ondergeschikten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de toxic triangel?

A
  • Het eerste element in de driehoek is de ontvankelijke volgers van de leider. Deze volgers zin te verdelen in twee groepen. De eerste groep zijn de samenspannende volgers. Zij hebben de volgende kenmerken: slechte warden, gelijke overtuiging van de wereld en ambitie. De tweede groep zijn de conformerende volgers, met de volgende kenmerken: niet ver in de volwassenheid, een lage zelfevaluatie en niet vervulde behoeften.
  • Het tweede element is de destructieve leider zelf. Deze heeft een aantal kenmerken: en ideologie van haat, charisma, negatieve levensthema’s’, gepersonaliseerde macht en narcisme.
  • Het derde element is de bevorderlijke omgeving van de leider. Dit heeft ook een aantal kenmerken: een gebrek aan controles en balans en ineffectieve instituten, instabiel, bedreigingen en culturele waarden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de great man theory (trait)?

A

De allereerste benadering om leiderschap te begrijpen was gebaseerd op het idee dat de geschiedenis van de wereld werd gevormd door ‘grote mannen’.

Door de levens en kenmerken van leiders, zoals Napoleon of Alexander de Grote, te bestuderen, geloofde men dat we in staat zouden zijn te leren over de kenmerken die tot effectief leiderschap leidden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke 2 bronnen kan een leider populair maken volgens de great man theory?

A
  • Opwindende ervaring zoals een ongeneeslijke ziekte overleven
  • Bewonderenswaardige eigenschap van leider zoals extreem intelligent oid. De relatie tussen intelligentie en effectief leiderschap is niet erg groot, zeker niet wanneer er stress aanwezig is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn kritiek punten op de great man theory?

A

Deze 2 bronnen maken niet alleen een effectieve leider

Zijn niet wetenschappelijk ondersteund

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de trait approach?

A

Vloeit voor uit great man theorie
Kijkt meer naar persoonlijkheidseigenschappen die wel en niet leiders hebben

Traits zijn relatief stabiele en blijvende kenmerken van een individu. Zowel fysieke kenmerken (bijvoorbeeld lengte) als psychologische kenmerken (bijvoorbeeld persoonlijkheid) worden als eigenschappen beschouwd.

Getest met BIG5 -> 4 van de 5 zijn positief gecorreleerd met effectief leiderschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is kritiek op de trait approach?

A

Geen consistentie bij deze benadering (andere karakteristieken gebruiken)
Ze wisten niet wat er wel en niet bij zou horen
Obsessie met productiviteit
Toewijding, motivatie en voldoening zijn ook belangrijk
Er wordt alleen gekeken naar de leider en niet naar de volgers en omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de power approach?

A

Onderzoekt alle soorten power van leiders

  1. Reward power (belonen) = Het potentieel van een leidinggevende om gewaardeerde beloningen uit te delen
  2. Coercive power (dwingen) = Het potentieel van een leidinggevende om straffen uit te delen
  3. Legitimate power (rechtvaardig) = het ‘recht’ van een leidinggevende om een ondergeschikte te beïnvloeden en de verplichting van de ondergeschikte om die invloed te aanvaarden
  4. Referent power (refereren) = de identificatie van de ondergeschikte met de leidinggevende. Het verlangen van de ondergeschikte om te zijn als en zich te gedragen als de leidinggevende.
  5. Expert power (expertise) = de kennis of kunde die een leidinggevende heeft op een bepaald gebied.
  6. Informational power = Macht gebaseerd op de informatie die men bezit.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de Behavioural approach van de Ohio State University?

A

Keken naar soort gedrag dat betrokken was bij leiderschap:

Consideration: Gedrag gericht op behoeften van volgers.

Initiating structure: Gedrag gericht op doelen/taken en leider organiseert groepsactiviteiten om groepsverband te verbeteren en structuur te brengen in leiderschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is kritiek op de Ohio state university?

A

Refereert alleen naar leiders als hij, leiders zijn per definitie man

Studies zijn gebaseerd op enquêtes

Resultaten waren inconsistent

Gevoelig voor fouten en het is subjectief

Responses kunnen beïnvloed worden door stereotypering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de Behavioural approach van de University of Michigan?

A

Gaat meer over echte interactie tussen volger en leider.

Relation-oriented behaviour: Gaat meer om de echte relatie tussen leider en volger

Task-oriented behaviour: Gaat meer om het behalen van doelen

Participative behaviour: Gaat meer om de volgers mee te laten beslissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de verschillen tussen de 2 universiteiten?

A

Relatie gerichte komt overeen met consideration

Task komt overeen in initiating structure

Participatie komt niet voor bij Ohio studie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is kritiek op de behavioral approach?

A

Focust op gedrag van leider en niet op omgeving en situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat houdt Fiedlers contingency theory in?

A

Legt vooral nadruk op gekozen leiderschap en de situatie, die bepalen samen effectiviteit van leiderschap.

Person-oriented -> consideration

Task-oriented -> initiating structure

Situationele controle (3 kenmerken) -> leider die hoog scoort is effectief.
Leader member relations : bestaan van formele autoriteit of macht in relatie
Task structure: duidelijkheid van prestatie en doelen
Position power: Hoeveelheid macht en invloed van leider.

18
Q

Wat houdt de situational theory in (contingency)?

A

Hersey and Blanchard

Job maturity: werkgerelateerd vermogen van de ondergeschikte/werknemer

Psychological maturity: zelfvertrouwen en zelfrespect die de werknemer bezit

Hoog scoren op deze 2 aspecten is zowel structuur als consideration gedrag vallen weg. Werknemer mag eigen regisseur zijn.

Gemiddeld scoren kan je de structuur verminderen en iets meer consideration.

Laag scoren op deze 2 aspecten is structuur aanbrengen

19
Q

Wat houdt de path goal theory in (contingency)?

A

ontworpen door House -> stelt dat de verantwoordelijkheid van de leider is aan de werknemer een goed voorbeeld geven. Grotendeels gebaseerd op Ohio state en Michigan studies.

Leiders zouden volgers kunnen helpen door zich te concentreren op het pad of het doel.

Verantwoordelijkheid om het pad te laten zien om de doelen te bereiken

20
Q

Welke 4 leiderschapsstijlen zijn er volgens de path goal theory?

A

Supportive style: Welzijn van werknemers, zorg tonen voor de behoeften van volgers

Directive style: Zorgen voor taakstructuur, duidelijke doelen en situationele (contigent) feedback

Participative style: Volgers betrekken bij besluitvorming en tot feedback uitnodigen.

Achievement style: hoge eisen stellen aan prestaties en volgers uitdagen om deze normen te bereiken.

21
Q

Wat zijn kenmerken van ondergeschikten/situaties volgens de path goal theory?

A

Locus of control: Gevoel van controle hebben over de situatie. Intern kan beloning jezelf beinvloeden.

Self-percieved ability: Hoe erg je zelf geloofd dat je de taak kan uitvoeren

22
Q

Wat houdt de Managerial grid?

A

Blake en Mouton (1964)

Hun raster plaatst zorg voor resultaten (taken uitvoeren) en zorg voor mensen (voldoen aan de behoeften van volgers) langs twee dimensies, en langs deze twee assen identificeren de auteurs vijf belangrijke leiderschapsstijlen

23
Q

Welke 5 leiderschapsstijlen zijn er bij de managerail grid theorie?

A

Country club management: leider besteedt speciale aandacht aan het voorzien in de behoeften van volgers en het opbouwen van relaties, waarbij hij weinig nadruk legt op het behalen van resultaten.

Verarmd management: leider toont geen zorg voor mensen of resultaten, en levert een minimum aan leiderschap inspanningen.

Middle-of-the-road management: een leiderschapsbenadering die mens- en resultaatgericht gedrag met elkaar in evenwicht brengt.

Teammanagement: een hoge mensgerichtheid in combinatie met een hoge resultaatgerichtheid leidt tot een hoge mate van betrokkenheid van de volgers bij het werk en een hoge efficiëntie.

Autoriteit-compliance management: leider richt zich primair op efficiëntie en het behalen van resultaten, en toont weinig aandacht voor mensen.

24
Q

Wat is de leader member exchange theory?

A

In plaats van zich te concentreren op de kenmerken of het gedrag van de leider, richt LMX zich op de kwaliteit van de relatie tussen de leider en de volger.

De LMX-theorie gaat uit van het idee dat leiders en volgers elkaar beïnvloeden en dat de kwaliteit van de relatie tussen de twee het belangrijkst is.

Wanneer leiders en volgers elkaar aardig vinden en elkaar steunen, wanneer ze loyaal aan elkaar zijn en elkaar vertrouwen, resulteert dit in positieve resultaten, zoals betrokkenheid, tevredenheid en prestaties van werknemers.

25
Q

Wat is het verschil tussen in-group en out-group members?

A

Ingroup members hebben een hele goede relatie met leider en krijgen vrijheid. Worden behandeld met consideration.Bij ingroup zal leider meer participatief.

Outgroup members vallen wat meer buiten de groep en hebben minder relatie met leider. Worden meer taakgericht behandeld. Bij outgroup is leider meer aristocratisch. Meer macht en autoriteit gebruiken.

26
Q

Wat is de life cycle of a leader-follower relationship?

A

Bevat een dynamisch proces waar taak van leider wordt gezien dat hij de relatie met werknemer meer betekenisvol moet maken.
Je groeit naar een ingroup member.

27
Q

Wat is de transformational leadership theory

A

De transformationele leiderschapstheorie (Bass, 1985) begint met het maken van een onderscheid tussen ‘transactioneel’ en ‘transformationeel’ leiderschapsgedrag.

28
Q

Wat is transactionele leiderschap?

A

Transactioneel leiderschapsgedrag is gebaseerd op een transactie of een uitwisseling tussen de leider en de volger. De leider vertoont bepaald gedrag (bijvoorbeeld loven of bekritiseren) als reactie op het gedrag van de volger.

29
Q

Welke 2 sub-leiderschapsvormen zijn er bij transactionele leiderschap?

A

Contingent reward: positieve dan op negatieve transacties. Leiders die zich met deze stijl bezighouden, stellen duidelijke doelen voor werknemers en geven onmiddellijke en voorwaardelijke feedback op basis van gedrag. Contingent betekent in dit geval dat het gedrag van de leider gebaseerd is op het gedrag van de volger.

Management by exception: plaats wanneer transacties overwegend negatief zijn. In deze stijl reageren leiders alleen op fouten van medewerkers en het niet voldoen aan normen.

30
Q

Welke 2 soorten management zijn er bij ‘management bij exception?

A

Bij actief management zoeken leiders bij uitzondering actief naar fouten van werknemers. Ze micro-management, houden nauw toezicht en controleren voortdurend de werknemers om ervoor te zorgen dat taken correct worden uitgevoerd.

Passief management: Wanneer echter fouten of tekortkomingen in het voldoen aan normen onder hun aandacht worden gebracht, reageren leiders met kritiek en straffen. In tegenstelling tot de meer actieve vorm, houdt passief ‘management by exception’ niet in dat actief wordt gezocht naar falen, maar wordt dezelfde negatieve reactie op falen ingebouwd.

31
Q

Wat is transformationeel leiderschap?

A

Focus op verandering en groei van volgers en zichzelf, en streven naar hoger doel.

32
Q

Welke 4 gedragsvormen zijn er bij transformationeel leiderschap?

A

Individualized consideration: Er is sprake van geïdealiseerde invloed wanneer leiders zich zorgen maken over wat het beste is voor volgers en de organisatie (d.w.z. het ‘juiste’ doen in plaats van de gemakkelijkste manier van handelen).

Intellectual stimulation: het uitdagen van bestaande overtuigingen en het aanmoedigen van werknemers om zelf na te denken om oplossingen te vinden voor langdurige problemen.

Inspirational motivation: Leiders die hoge maar haalbare normen stellen en die volgers aanmoedigen om meer te bereiken dan ze dachten.

Idealized influence: Leiders die op deze manier handelen, creëren een gevoel van gedeelde missie en bouwen vertrouwen en respect op bij hun volgelingen

33
Q

Wat is laissez-faire leiderschap?

A

laissez-faire leiderschap eigenlijk de afwezigheid van leiderschap, waarbij geen transacties worden gedaan.

Het treedt op wanneer de leider geen reactie heeft op het gedrag van volgers.

Dergelijke leiders vermijden of ontkennen verantwoordelijkheid en weigeren actie te ondernemen op de werkvloer.

Is eigenlijk geen echte leiderschap

34
Q

Wat is de structuur van de full-range theory of leadership?

A

Van boven naar onder

  1. Transformational leadership
  2. Contingent reward
  3. Active management by reward
  4. Passive management by exception
  5. Laissez-faire
35
Q

Wat is authentiek leiderschap?

A

Eerlijk en oprechte leider
Transparante leider
Niet iedereen zou authentiek kunnen zijn

36
Q

Wat is charismatisch leiderschap?

A

Charisma is een persoonlijk magnetisme, meeslepende charme of aantrekkelijkheid die bewondering en volgzaamheid van anderen opwekt.

Volgers twijfelen niet aan de visie en acties van de leider. Ze zijn emotioneel geïnvesteerd.

Was eerst een trait approach, maar nu een behavioral approach.

Het kan een persoonlijkheidskenmerk maar het kan ook alleen gedrag zijn.

37
Q

Welke 3 vormen negative leadership zijn er?

A

Abusive supervision
Supervisory injustice
Unethical leadership

38
Q

Wat is abusive supervision?

A

Wanneer individuen in een formele leiderschapsrol zich agressief of bestraffend gedragen tegenover hun werknemers, vertonen ze misbruik van supervisie .

39
Q

Wat is supervisory injustice?

A

Supervisor behandeld de ondergeschikten onrechtmatig.

onrechtvaardigheid zijn voorspellers van lichte psychiatrische morbiditeit en ziekteverzuim

40
Q

Wat is unethical leadership?

A

Ethisch leiderschap wordt gedefinieerd als het demonstreren van normatief gepast gedrag en het bevorderen van dergelijk gedrag bij volgers.

Onethische leiders zijn degenen die zich niet aan deze norm houden. Helaas kunnen onethische leiders nog steeds effectief zijn.