Probleem 3: PTSD Flashcards
Hoe is aandacht betrokken bij PTSS en wat laat de emotional stroop task zien ?
Er wordt gesuggereerd dat attentional bias een rol speelt. Hier is nog geen concluderend bewijs voor.
Het duurt langer om de kleur van traumagerelateerde woorden te benoemen
Hoe speelt het geheugen een rol in PTSS
- Traumaherinnering wordt beter opgehaald dan normale autobiografische herinneringen
- Vergeetachtigheid komt vaak voor, geen details.
- Hoe groter de werkgeheugencapaciteit, hoe beter traumatische gedachtes kunnen worden onderdrukt –> minder vatbaar voor PTSS (Dit is gerelateerd aan IQ)
Hoe speelt dissociatie een rol in PTSS
- Bewustzijn is even uitgeschakeld (emotionele verdoving, derealisatie, depersonalisatie en uittreding). Hoeverre je dit ervaart, is gerelateerd aan de ernst van de trauma en de angst die daaraan gekoppeld is. Gelinkt met verlaagde hartslag → tegengestelde van fight-or-flight reactie.
- Studies tonen aan dat dissociatie tijdens een traumatische gebeurtenis, kan leiden tot meer opdringerige herinneringen na de gebeurtenis.
Hoe zijn cognitief-affectieve reacties betrokken bij PTSS
Als een slachtsoffer tijdens de traumatische ervaring gevoels van intense angst, hulpeloosheid of afschuw heeft, dit een sterke voorspeller is voor het ontwikkelen van PTSS
Hoe spelen Overtuigingen een rol in PTSS?
- Traumatische ervaringen kunnen iemand zijn hele overtuigingsysteem veranderen
- De subjectieve perceptie van een dreigende situatie (hoe erg iets voelt voor een persoon) blijkt een invloedrijkere voorspeller te zijn voor emotionele problemen/PTSS dan de meer objectieve indicatoren (hoe erg iets lijkt).
- Mensen met PTSS hebben vaan negatieve opvattingen over zichzelf/de wereld/anderen.
Wat zijn negatieve cognitieve copingstrategieën van PTSS?
Onderdrukking: Het onderdrukken van ongewenste gedachten heeft een negatieve werking. Ze komen later vaak heftiger terug. Er is bewijs gevonden dat een hogere vermijding van gedachtes gepaard gaat met hogere symptomen van PTSS en een langzamer herstel.
Piekeren en veiligheidsgedragingen zorgen ook voor hoger risico op PTSD
Hoe speelt sociale steun een rol in PTSS
Sociale steun heeft de grootste effect size op PTSS. Een negatieve sociale omgeving is een sterkere voorspeller voor het ontwikkelen van PTSS klachten dan dat een positieve sociale omgeving dat is voor het herstel daarvan.
Hoe beschrijft de DSM-V PTSS?
DSM-V omschrijft PTSS als / kenmerken van PTSS
- Hoge mate van distressing, indringende herinneringen
- Vergeetachtigheid over de details van de traumatische gebeurtenis. Het is heel normaal dat zowel levendige herinneringen, als vergeetachtigheid veel voorkomt bij mensen met PTSS.
- Flashbacks / herbeleven van de traumatische ervaring. Deze flashbacks komen onvrijwillig. Ze kunnen getriggered worden door bepaalde stimuli die te maken hebben met de traumatische ervaring.
Wat houdt het begrip ‘‘mental defeat’’ in ? (begrip uit het cognitieve model van Ehler en Clark)
Het idee dat iemand alle autonomie en alle inspanning/effort om je eigen identiteit te behouden, verliest. Mensen die dit ervaren voelen zich als een object. Het is een sterkere vorm van hulpeloosheid en heeft invloed op de identiteit van de patient
Benoem de 3 recente theorieën over PTSS
- Emotional Processing Theory
- Dual representation Model
- Cognitive model
Wat stelt de Emotional Processing Theory over PTSS?
- Stelt voor dat mensen met meer ‘’rigid pre-trauma views’’ meer vatbaar zijn voor PTSS. Deze pre-trauma views kunnen positief zijn (dan wordt het tegengesproken door de trauma) of negatief zijn (dan bevestigd de traumatische ervaring hun eerste overtuiging).
- Er werd extra aandacht besteed aan de toenemende nadruk op negatieve reacties/gedragingen die er voor zorgen dat het gevoel van incompetentie verergert.
- Ze stellen dat negatieve schema’s de onderliggende factoren zijn van chronische PTSS. Ze benadrukken het belang van rigide negatieve overtuigingen die vooraf/tijdens/na de traumatische ervaring aanwezig zijn, de kwetsbaarheid tot PTSS kunnen versterken.
Benoem het empirische bewijs voor Prolonged Exposure. Dit is tevens empirisch bewijs voor de Emotional Processing Theory.
Onderzoek laat zien dat de angst reacties (gemeten door gezichtsuitdrukking & hartslag) afnemen tussen behandelingen, NIET tijdens. Het is nog onzeker of dit komt door gewenning aan angst of door daadwerkelijke vermindering van PTSS symptomen.
Hoe speelt angstgewenning een rol in Exposure Therapie (de therapievorm die de Emotional Processing Theory ondersteunt).
Herhaaldelijk herbeleven van traumatische ervaring bevordert de angstgewenning. Hierdoor neemt de angst voor andere elementen/stimuli die tijdens de trauma aanwezig waren af, wat er voor zorgt dat de overtuiging dat de angst permanent is afneemt.
Hoe speelt het niet vermijden van traumatische herinneringen een rol in Exposure Therapie (de therapievorm die de Emotional Processing Theory ondersteunt).
Zorgt ervoor dat trauma herinnering niet vermeden wordt, waardoor het niet meer negatief bekrachtigd wordt.
Hoe speelt safety information een rol in Exposure Therapie (de therapievorm die de Emotional Processing Theory ondersteunt).
Het herbeleven van het trauma in een therapeutische omgeving zorgt er voor dat ‘’safety information’’ in de trauma herinnering komt. Dit maakt het minder intens om te beleven
Hoe speelt situatie specificeren een rol in Exposure Therapie (de therapievorm die de Emotional Processing Theory ondersteunt).
Exposure therapie zorgt er voor dat de traumatische situatie een specifieke situatie was en niet iets wat vaak voorkomt. Hopelijk neemt angst hierdoor af.