Probleem 3: PTSD Flashcards

1
Q

Hoe is aandacht betrokken bij PTSS en wat laat de emotional stroop task zien ?

A

Er wordt gesuggereerd dat attentional bias een rol speelt. Hier is nog geen concluderend bewijs voor.

Het duurt langer om de kleur van traumagerelateerde woorden te benoemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe speelt het geheugen een rol in PTSS

A
  • Traumaherinnering wordt beter opgehaald dan normale autobiografische herinneringen
  • Vergeetachtigheid komt vaak voor, geen details.
  • Hoe groter de werkgeheugencapaciteit, hoe beter traumatische gedachtes kunnen worden onderdrukt –> minder vatbaar voor PTSS (Dit is gerelateerd aan IQ)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe speelt dissociatie een rol in PTSS

A
  • Bewustzijn is even uitgeschakeld (emotionele verdoving, derealisatie, depersonalisatie en uittreding). Hoeverre je dit ervaart, is gerelateerd aan de ernst van de trauma en de angst die daaraan gekoppeld is. Gelinkt met verlaagde hartslag → tegengestelde van fight-or-flight reactie.
  • Studies tonen aan dat dissociatie tijdens een traumatische gebeurtenis, kan leiden tot meer opdringerige herinneringen na de gebeurtenis.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe zijn cognitief-affectieve reacties betrokken bij PTSS

A

Als een slachtsoffer tijdens de traumatische ervaring gevoels van intense angst, hulpeloosheid of afschuw heeft, dit een sterke voorspeller is voor het ontwikkelen van PTSS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe spelen Overtuigingen een rol in PTSS?

A
  • Traumatische ervaringen kunnen iemand zijn hele overtuigingsysteem veranderen
  • De subjectieve perceptie van een dreigende situatie (hoe erg iets voelt voor een persoon) blijkt een invloedrijkere voorspeller te zijn voor emotionele problemen/PTSS dan de meer objectieve indicatoren (hoe erg iets lijkt).
  • Mensen met PTSS hebben vaan negatieve opvattingen over zichzelf/de wereld/anderen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn negatieve cognitieve copingstrategieën van PTSS?

A

Onderdrukking: Het onderdrukken van ongewenste gedachten heeft een negatieve werking. Ze komen later vaak heftiger terug. Er is bewijs gevonden dat een hogere vermijding van gedachtes gepaard gaat met hogere symptomen van PTSS en een langzamer herstel.

Piekeren en veiligheidsgedragingen zorgen ook voor hoger risico op PTSD

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe speelt sociale steun een rol in PTSS

A

Sociale steun heeft de grootste effect size op PTSS. Een negatieve sociale omgeving is een sterkere voorspeller voor het ontwikkelen van PTSS klachten dan dat een positieve sociale omgeving dat is voor het herstel daarvan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe beschrijft de DSM-V PTSS?

A

DSM-V omschrijft PTSS als / kenmerken van PTSS

  • Hoge mate van distressing, indringende herinneringen
  • Vergeetachtigheid over de details van de traumatische gebeurtenis. Het is heel normaal dat zowel levendige herinneringen, als vergeetachtigheid veel voorkomt bij mensen met PTSS.
  • Flashbacks / herbeleven van de traumatische ervaring. Deze flashbacks komen onvrijwillig. Ze kunnen getriggered worden door bepaalde stimuli die te maken hebben met de traumatische ervaring.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat houdt het begrip ‘‘mental defeat’’ in ? (begrip uit het cognitieve model van Ehler en Clark)

A

Het idee dat iemand alle autonomie en alle inspanning/effort om je eigen identiteit te behouden, verliest. Mensen die dit ervaren voelen zich als een object. Het is een sterkere vorm van hulpeloosheid en heeft invloed op de identiteit van de patient

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Benoem de 3 recente theorieën over PTSS

A
  1. Emotional Processing Theory
  2. Dual representation Model
  3. Cognitive model
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat stelt de Emotional Processing Theory over PTSS?

A
  • Stelt voor dat mensen met meer ‘’rigid pre-trauma views’’ meer vatbaar zijn voor PTSS. Deze pre-trauma views kunnen positief zijn (dan wordt het tegengesproken door de trauma) of negatief zijn (dan bevestigd de traumatische ervaring hun eerste overtuiging).
  • Er werd extra aandacht besteed aan de toenemende nadruk op negatieve reacties/gedragingen die er voor zorgen dat het gevoel van incompetentie verergert.
  • Ze stellen dat negatieve schema’s de onderliggende factoren zijn van chronische PTSS. Ze benadrukken het belang van rigide negatieve overtuigingen die vooraf/tijdens/na de traumatische ervaring aanwezig zijn, de kwetsbaarheid tot PTSS kunnen versterken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Benoem het empirische bewijs voor Prolonged Exposure. Dit is tevens empirisch bewijs voor de Emotional Processing Theory.

A

Onderzoek laat zien dat de angst reacties (gemeten door gezichtsuitdrukking & hartslag) afnemen tussen behandelingen, NIET tijdens. Het is nog onzeker of dit komt door gewenning aan angst of door daadwerkelijke vermindering van PTSS symptomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe speelt angstgewenning een rol in Exposure Therapie (de therapievorm die de Emotional Processing Theory ondersteunt).

A

Herhaaldelijk herbeleven van traumatische ervaring bevordert de angstgewenning. Hierdoor neemt de angst voor andere elementen/stimuli die tijdens de trauma aanwezig waren af, wat er voor zorgt dat de overtuiging dat de angst permanent is afneemt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe speelt het niet vermijden van traumatische herinneringen een rol in Exposure Therapie (de therapievorm die de Emotional Processing Theory ondersteunt).

A

Zorgt ervoor dat trauma herinnering niet vermeden wordt, waardoor het niet meer negatief bekrachtigd wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe speelt safety information een rol in Exposure Therapie (de therapievorm die de Emotional Processing Theory ondersteunt).

A

Het herbeleven van het trauma in een therapeutische omgeving zorgt er voor dat ‘’safety information’’ in de trauma herinnering komt. Dit maakt het minder intens om te beleven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe speelt situatie specificeren een rol in Exposure Therapie (de therapievorm die de Emotional Processing Theory ondersteunt).

A

Exposure therapie zorgt er voor dat de traumatische situatie een specifieke situatie was en niet iets wat vaak voorkomt. Hopelijk neemt angst hierdoor af.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe speelt moed/kracht bij de patiënt een rol in Exposure Therapie (de therapievorm die de Emotional Processing Theory ondersteunt).

A

Het opnieuw herbeleven kan de patient een gevoel van moed/kracht geven omdat hij een moeilijke uitdaging niet uit de weg gaat

18
Q

Hoe speelt gedetailleerd reflecteren bij de patiënt een rol in Exposure Therapie (de therapievorm die de Emotional Processing Theory ondersteunt).

Side-note: Dit zijn 2 mechanisme in 1 antwoord verwerkt

A

In detail reflecteren over de traumatische gebeurtenis kan er voor zorgen dat iemand inconsistenties uit zijn eigen verhaal haalt, die hij daarvoor geloofde.

PTSS gaat gepaard met moeilijkheden in cognitie. Vaak zijn de herbelevingen in fragmenten/vaag. Het opnieuw herbeleven zorgt voor een meer gedetailleerd beeld waardoor het makkelijker is om er mee te werken/minder resistent tegen behandeling.

19
Q

Wat stelt de Dual Representation Model ?

A

Stelt dat traumatische ervaringen op een andere manier worden opgeslagen/opgeroepen/verwerkt dan ‘‘gewone’’ herinneringen.

20
Q

Welke 2 vormen van herinnering systemen zijn er volgens de dual representation model ? Bij welke breindelen horen deze systemen

A
  1. Verbal Accessible Memory –> Hippocampus
  2. Situational Accessible Memory –> Amygdala
21
Q

Leg het VAM systeem uit en bij welk breinonderdeel ze horen

A

o Bevatten herinneringen die bewust zijn bijgehouden/opgeroepen kunnen worden.
o Omvatten zowel primaire emoties: die ervaren zijn tijdens de traumatische gebeurtenis, als secundaire emoties: die ontstaan zijn uit terugdenken.

Hoort bij de Hippocampus

22
Q

Leg het SAM systeem uit en bij welk breinonderdeel het hoort.

A

o Bevat informatie die minder bewust zijn verwerkt, bv: sensorische informatie die niet is opgemerkt tijdens de gebeurtenis zelf  denk aan ‘’inattentional blindness’’
o Kunnen getriggerd worden door interne/externe stimuli (bijvoorbeeld verhoogde hartslag of geur) en resulteren in bijvoorbeeld: flashbacks. Deze herinneringen zijn zeer gedetailleerd en emotioneel beladen, maar moeilijke te communiceren omdat ze niet zijn opgeslagen in verbale vorm.

Hoort bij de Amygdala.

23
Q

Wat zijn de twee pathologische processen die betrokken zijn bij het herstel van PTSS ? (Volgens de Dual Representation Theory)

A
  1. Het oplossen van negatieve overtuigingen en emoties. Dit kan opgelost worden dmv Cognitieve gedragstherapie
  2. Het leren beheersen/controleren van de flashbacks. Dit kan dmv exposure Therapie / EMDR.
24
Q

Hoe kan worden verklaard dat de flashbacks worden ervaren alsof ze in het hier en nu gebeuren? (Volgens de Dual Representation Model)

A

Flashbacks zijn onsamenhangende losse fragmenten/flitsen van een gebeurtenis. Tijdens de stressvolle situatie wordt de amygdala sterk gestimuleerd (SAM-systeem). Dit bevordert het opslaan van emotionele gebeurtenissen. Dit remt de werking van de hippocampus (VAM-systeem), die verantwoordelijk is voor het opslaan van declaratieve autobiografische herinneringen. Wanneer de flashback zich voordoet, kan er geen onderscheid gemaakt worden omdat de herinnering niet in de juiste tijd/plaats/context is opgeslagen.

25
Q

Hoe stelt de Dual Representation Model het herstel van PTSS?

A

Dual Representation Theory stelt dat herstel van PTSS bereikt kan worden door informatie uit het SAM-Systeem over te brengen naar het VAM-Systeem. Dit kan d.m.v gerichte aandacht op de inhoud van de flashbacks. Deze gerichte aandacht zorgt er voor dat de herinneringen een tijd/ruimtelijke context krijgen binnen reeds bestaande autobiografische herinneringen.

26
Q

Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen de modellen? ( de dual representation vs het cognitieve model )

A

Belangrijke overeenkomsten:
- Factoren die informatiecodering beinvloeden
- Factoren met invloed op veranderingen in geheugenfuncties worden besproken
- Veranderingen in beoordelingen
- Coping strategieën
- Rol van overtuigingen voor/tijdens/na trauma wordt besproken

Belangrijke verschillen:
- Modellen verschillen hoe bovenstaande factoren de trauma beinvloeden
- Verschillen in de processen waardoor het geheugen verandert.
- Verschillen in hoe bovenstaande processen een rol spelen in het herstel van PTSS.
- Cognitieve model heeft het meeste empirisch bewijs.

27
Q

Wat stelt het Cognitieve model van Ehler en Clark ?

A

Richt zich op de paradox dat iets wat in het verleden is gebeurd, in het heden angst kan opwekken.

28
Q

Welke 2 mechanisme zijn van belang voor PTSS ( Volgens het Cognitieve model )

A
  1. Negatieve beoordeling van het trauma/de gevolgen hiervan.
    Voorbeeld: Gedachtes over gevaar, zelfverwijt, gevoelens van vervreemding of zorgen over de toekomst
  2. De aard van de trauma herinnering zelf.
    Uitwerking: Stellen dat de herinnering inadequaat is uitgewerkt. Herinnering is niet in volledige/juiste context/plaats opgeslagen/geïntegreerd in het brein.
29
Q

Naast de negatieve beoordeling en de aard van de trauma zelf, benoemd het cognitieve model nog 2 andere belangrijke factoren die belangrijk zijn bij het in stand houden van PTSS. Benoem deze

A

Maladaptive behavior: vb: Selectieve aandacht voor threat-related stimuli en piekeren

Cognitive Processing: vb: Onderdrukken van gedachten, vermijden van traumatische herinneringen, negatieve uitkomsten vermijden

30
Q

Benoem het emprisische bewijs dat is gevonden voor het cognitieve model van Ehler en Clark. (Dit zijn variabelen die allemaal significant bleken voor aanhoudende/langdurige PTSS symptomen)

A
  • Mental defeat
  • Peritraumatische Dissociatie
  • Data driven vs Conceptual processing (dit is de manier waarop een individu info verwerkt na de traumatische gebeurtenis). Hierin zorgt een meer data driven benadering voor meer klachten.
  • Negatieve interpretatie van de trauma
  • Negatieve Intepretaties van initiële PTSS-symptomen.
  • ervaren van permanente verandering in zelf of levensdoelen.
  • Gedachtenonderdrukking en piekeren
  • Veiligheidsgedrag en vermijding
31
Q

Hypothese 1: Stelt dat het maken van oogbewegingen tijdens het ophalen van de traumatische ervaring NIET bijdragen aan de effectiviteit van EMDR.

Wat zijn de resultaten?

A

Onderzoek laat zien dat in alle gevallen de beoordelingen van levendigheid en emotionaliteit sterker afnamen wanneer een bilaterale stimulatie (in dit geval: eye movement) was toegevoegd. Hypothese 1 wordt verworpen

32
Q

Hypothese 2: EMDR werkt door communicatie tussen de 2 hersenhelften te stimuleren dmv horizontale eye-movement.

A

Zowel horizontale & verticale eye movement zorgde voor een gelijke afname is levendigheid en emotionaliteit, ondanks dat horizontale eye movement de communicatie tussen de hersenhelften sterker bevordert.

33
Q

Hypothese 3: EMDR werkt omdat het werkgeheugen beladen wordt tijdens het ophalen van de traumatische ervaring

A

Het werkgeheugen heeft een beperkte capaciteit. Working-Memory Theory stelt dat het uitvoeren van 2 taken tegelijkertijd (in geval van EMDR: het ophalen van de traumatische ervaring en de eye-movement) die beide het werkgeheugen gebruiken, ervoor zorgt dat de traumatische ervaring minder levendig/emotioneel wordt herbeleefd. Dit is een belangrijke stap, omdat het ophalen van herinneringen er weer voor zorgt hoe deze herinneringen worden opgeslagen. Theorie wordt aangenomen.

34
Q

Wat is imagination Inflation ?

A

wanneer iemand gevraagd wordt de herinnering vaak, gedetailleerd op te halen, wordt deze daadwerkelijk levendiger voor de persoon.

35
Q

Wat is imagination Deflation

A

Wanneer het ophalen van een traumatische ervaring opeens minder emotioneel beladen/minder levendig is (tijdens EMDR door beperkte werkgeheugencapaciteit) wordt de herinnering ook zo weer opnieuw opgeslagen.

36
Q

Werken dus alleen horizontal eye-movements voor EMDR?

A

Het maakt niet uit welke taak uitgevoerd wordt tijdens de EMDR therapie. Het gaat er om dat het werkgeheugen belast wordt tijdens het ophalen. Mindful Breathing is ook een manier om het werkgeheugen te belasten.

37
Q

Wat stelt de Inverted U

A

Het meer belasten van het werkgeheugen zorgt er niet voor dat de herinnering nog meer afneemt. De tweede taak moet het werkgeheugen dusdanig belasten dat er nog ruimte over is om de herinnering uberhaupt op te halen. Een perfecte balans tussen ‘’weinig’’ en ‘’veel’’ is noodzakelijk. Dit is per individu verschillend en moet gemeten worden.

38
Q

Wat waren de resultaten van EMDR op het prospectieve geheugen?

A

Als EMDR effectief werkt voor negatieve herinneringen uit het verleden, werkt het dan ook voor negatieve ideeën over de toekomst? Onderzoek ondersteunt deze hypothese. Flashforwards werden minder levendig en emotioneel.

39
Q

Wat zijn de 3 types exposure therapie?

A

In vivo exposure: In levende lijve
Imaginal exposure: verbeeldend
Interoceptive exposure: Oproepen van innerlijke prikkels (zorgen voor verhoogde hartslag, zweten etc)

40
Q

Hoe werkt exposure therapie in het weghalen van angsten/PTSS ? (Volgens de emotionele processing theory)

A

PTSS ontstaat doordat er een angstnetwerk is opgebouwd. Exposure therapie breekt dit destructieve netwerk niet af, maar bouwt een concurrerend netwerk. Het is de bedoeling dat het nieuwe netwerk makkelijker wordt opgehaald dan de pathologische structuur.

41
Q

Wat zijn de twee voorwaarden van emotional processing ? (volgens de emotional process Theory)

A
  1. Angststructuur / netwerk moet geactiveerd.
  2. De nieuwe info dat tegenstrijdig is met de pathologische elementen van de angststructuur moet beschikbaar zijn om te concurreren met de pathologische structuur
42
Q

Wat zijn de 4 indicatoren dat Prolonged Exposure succesvol is?

A
  1. Negatieve Traume-gerelateerde cognities: Negatieve overtuigingen over zichzelf/de wereld houden de PTSS symptomen in stand.
  2. Angst Activatie / Emotionele betrokkenheid: Hoe hoger de emotionele betrokkenheid, hoe groter de kans van slagen.
  3. Extinctie binnen 1 sessie –> Extinction learning: Angst hoeft niet in 1 sessie minder te worden. Dit is geen vereiste voor een succesvolle behandeling
  4. Extinctie tussen meerdere sessies –> Extinction Retention: Hoe groter de afname tussen sessies, hoe groter de kans op slagen.