primitieven regels Flashcards
f(x)= axⁿ
F(x)= (a/n+1) * xⁿ+¹ + c
met n ≠ 0
f(x)= g^x
F(x)= 1/ln(g) * g^x +c
f(x)= e^ax
F(x)= 1/a * e^x + c
f(x)= 1/x
F(x)= ln|x| +c
f(x)= g log(x)
F(x)=1/ln(g) * (x*ln(x) - x) + c
f(x)= sin(x)
F(x)= -cos(x) +c
f(x)= cos(x)
F(x)= sin(x) + c
f(x)= ln(x)
F(x)= x*ln(x) - x + c
f(x)= g*(ax+b)
F(x)= 1/a * G(ax+b) + c
bv. f(x)= (ax+b)³ => F(x)= 1/3 * (ax+b) * 1/a + c
subsitutiemethode
je kiest een u en dan doe du/dx=u’
partieel integreren
∫ fg’ dx= fg - ∫ f’*g dx
met f= f’= niet moeilijker dan f
en g= niet moeilijker dan g’ g’=
noemer kwadratisch primitieveren schrijven als (x-p)²
1) evt staartdelen
2) deel teller uit door x-p
=> f(x)=x+6+ (28x-54)/(x-3)²
–> 28x-54=28(x-3) + x om het te laten kloppen
3) schrijf als getal/x-p + getal/x-q
4) primitieveren
noemer kwadratisch primitieveren schrijven als (x-p)(x-q)
1) evt staartdelen
2) f(x)= a/(x-p) + b/(x-q)
=> herleiden naar …/(x-p)(x-q)
3) a en b vinden door middel van stelsel