Preventie Flashcards

1
Q

Wat kan gedaan worden ter preventie van het cariësproces? (3)

A
  • Plaque-controle (plaqueverwijdering)
  • Aanbrengen van fluoride
  • Dieet bespreken en eventueel aanpassen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom blijft er vaak een litteken achter bij een arrested witte vlek laesie?

A

De oppervlaktelaag vormt een diffusiebarrière tegen het opnemen van mineralen door de centrumlaag van de laesie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe kan je de ziekteprogressie van de ziekte cariës controleren? (5)

A
  • Mechanische/chemische verwijdering van plaque (mondhygiëne)
  • Chemische (antimicrobiële) modificatie (verandering van fenotype) van plaque
  • Gebruik van fluoride
  • Compositie van dieet
  • Compositie van speeksel en stimulatie ervan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Onjuist of juist: Suiker toegevoegd aan de hoofdmaaltijd vergroot de cariëstoename.

A

Onjuist, suikerconsumptie tussen de maaltijden door doet dit wel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Onjuist of juist: Het gebruik van suiker is schadelijker naarmate de frequentie van gebruik toeneemt.

A

Juist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke beschermende voedingsbestanddelen kan er in voeding zitten? (5)

A
  • Fluoride
  • Fosfaat
  • Vetten
  • Eiwitten
  • Calcium
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe kan je verstandig snoepen? (3)

A
  • De frequentie beperken
  • Snoep niet op ongunstige momenten, zoals ‘s avonds na het tandenpoetsen en in bed
  • Gebruik kauwgom (met xylitol) en (fris)drank met suikervervangers.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke alternatieven zijn er voor suiker?

A
  • Zoetstoffen

- Fruitsuikers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom zijn fruitsuiker een goede oplossing?

A

Fruitsuikers -> meer speekselsecretie -> eerder verzadigd gevoel -> minder snoepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Is het moment van poetsen (voor of na het eten) relevant?

A

Nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke poetstechnieken zijn er? (4)

A
  1. Horizontale methode/schrobmethode
    2 Bass-methode
  2. Rolmethode
  3. Gemodificeerde Stillman-methode
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houdt de horizontale-/schrobmethode (poetsen) in?

A

Loodrechte plaatsing van borstelharen op occlusale, buccale en linguale vlakken en heen en weer bewegen (kleine bewegingen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat houdt de Bass-methode (poetsen) in?

A

Plaatsing van borstelharen onder een hoek van 45 graden in richting van apices op de tandvleesrand (lichte druk, kort heen-en-weer-gaande bewegingen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat houdt de rolmethode (poetsen) in?

A

De zijkant van de haren in apicale richting tegen de tandvleesrand plaatsen, waarna met een rolbeweging van het tandvlees naar de tand wordt geborsteld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat houdt de gemodificeerde Stillman-methode (poetsen) in?

A

De zijkant van de haren in apicale richting tegen de tandvleesrand plaatsen, dan wordt met lichte druk kleine cirkelvorming bewegingen gemaakt richting occlusaal. Front wordt hetzelfde schoongemaakt als bij de Bass-methode.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het beschermende effect van fluoride?

A

De progressie van cariës wordt geremd, doordat het de zuurvorming van sommige mondbacteriën, waaronder mutans streptrokokken, remt.

17
Q

Hoe kan fluoride worden toegepast?

A
  • Tandpasta

- Lokale fluoride-applicatie door professional

18
Q

Wat is fluorose?

A

Vlekken op de tanden door fluoride die zijn ontstaan door een ontwikkelingsstoornis.

19
Q

Welke twee “verkeerde” effecten kan fluoride hebben?

A
  • Fluorose-vorming

- Fluoridevergiftiging

20
Q

Welke 2 vormen van fluoridevergiftiging kunnen voorkomen?

A
  1. Acute intoxicatie

2. Chronische intoxicatie

21
Q

Wanneer spreken we van acute intoxicatie?

Wat is hierbij van belang?

A
  • Wanneer er een extreem hoge dosis fluoride wordt toegediend (15 mg per kilo lichaamsgewicht)
  • Veel melk drinken (eventueel maag leegpompen)
22
Q

Wanneer spreken we van chronische intoxicatie?

Wat kunnen hier gevolgen van zijn?

A
  • Wanneer iemand op constante basis, gedurende 10 jaar meer dan 20 mg binnenkrijgt
  • Botontkalking, neurologische afwijkingen
23
Q

Welke 3 soorten preventie zijn er en wat valt hieronder?

A
  1. Primaire preventie - voorkomen van ziekte
  2. Secundaire preventie - vroegtijdige diagnostiek en behandeling
  3. Tertiaire preventie - beperken van de schade aan de gezondheid
24
Q

Wat zijn de basale etiologische factoren van cariës? (3)

A
  1. Plaque
  2. Voeding
  3. Fluoride
25
Q

Wat zijn factoren die van invloed zijn op de behandelbeslissing?

A

Lokatie, diepte laesie, activiteit laesie, mhg
mogelijk?, risicogroep, bewezen effectiviteit
behandeling etc

26
Q

Welke 3 globale cariës risicogroepen bestaan er? Leg ook uit wat de risico’s inhouden. (laag, middel, hoog)

A

Laag

  • Afgelopen jaar geen laesies
  • Vlak fissuur-patroon
  • Gebruikt fluoride
  • Goede mhg
  • Regelmatig tandartsbezoek

Middel

  • Afgelopen jaar 1 laesie
  • Initiële laesies
  • Diepe putten en fissuren
  • Onvoldoende fluoride-gebruik
  • Matige mhg
  • Onregelmatig tandartsbezoek
  • Orthodontische behandeling
Hoog
- Afgelopen jaar >1 laesies
- Gladde vlakken laesies
- Diepe putten en fissuren
- Geen/te laag fluoride-gebruik
- Slechte mhg
- Onregelmatig tandartsbezoek
- Lage speekselvloed
Frequent suikergebruik
27
Q

Welke 2 effecten heeft de werking van fluoride?

A
  • Pre-eruptief effect

- Post-eruptief effect

28
Q

Wat is het post-eruptief effect van fluoride?

A
  • Adsorptie
  • Inbouw (tijdens de- en remineralisatie)
  • Effect op metabolisme bacteriën
29
Q

Wat is een aanvullend advies mondhygiëne?

A

Effectiviteit poetsen aanpassen, eventueel aanvullende maatregelen (interdentale hulpmiddelen)

30
Q

Wat is een aanvullend advies voeding?

A

Voedingsdagboekje, diëtist

31
Q

Wat zijn aanvullende fluoridemaatregelen?

A

Beste om te doen:

  • Extra keer poetsen per dag
  • Overstappen naar tandpasta met meer fluoride
  • Duraphat tandpasta 5000 ppm (duur en kleinere tube)
  • Fluoride spoelmiddel (dag 0,025-0,01% of week 0,1-0,2%)

Andere mogelijkheden:

  • Fluoride lak (Duraphat: 5%)
  • Silver diamine fluoride (38%) > pikzwarte laesie
  • Fluoride tabletjes (0,25 mg)
  • Elmex medical (1,25%)
  • Fluoride gel applicatie (1,23%)

Overig:

  • Kauwgom/Xylitol
  • Anti-microbiële middelen (bv. chloorhexidine) > als niks werkt
  • Sealants
32
Q

Wat doet een lakapplicatie?

A

Trekt geleidelijk in het element. Er is continu fluoride in de mond

33
Q

Welke factoren van speeksel hebben invloed op cariës? (4)

A
  • Speekselvloed
  • Buffercapaciteit
  • Samenstelling
  • Mate van uitspoeling (clearance rate)
34
Q

Welke 2 vormen van röntgen kunnen bij de detectie van laesies worden toegepast?

A
  • Bitewing-foto’s: approximale laesies

- Radiografie

35
Q

Hoe te behandelen bij carieslaesies?

A

Alleen preventief: restauraties brengen onnodig schade aan

36
Q

Hoe te behandelen bij dentine laesies?

A

Soms invasief: bijslijpen/prepareren soms nodig om mondhygiene/plaqueverwijdering mogelijk te maken