Brainscape's Knowledge GenomeTM

Browse over 1 million classes created by top students, professors, publishers, and experts.


See full index

Cariologie en preventie > 1. Cariës > Flashcards

1. Cariës Flashcards

1
Q

Benoem het proces waarbij cariës ontstaat (5 stappen)

A
  1. Voedingsstoffen gaan de plaque in
  2. Fermentatie koolhydraten
  3. Productie (melk)zuren
  4. Zuur dringt het glazuur binnen
  5. Glazuur lost op, Ca en PO4 diffunderen glazuur uit.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke sociologische risicofactoren- en indicatoren zijn van invloed op het ontstaan van cariës? (5)

A
  1. Kennis
  2. Houding
  3. Gedrag
  4. Opleiding
  5. SES
  6. Inkomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke klinische risicofactoren- en indicatoren zijn van invloed op het ontstaan van cariës? (6) denk aan cirkels in het boek

A
  1. Speeksel (secretiesnelheid, samenstelling, buffercapaciteit)
  2. Dieet (samenstelling, frequentie)
  3. Plaque (hoeveelheid, soort bacterie)
    4 Fluoride
  4. Afweer
  5. Tijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Zonder welke 3 dingen zou er geen cariësproces kunnen plaatsvinden

A
  1. Tand
  2. Plaque
  3. Substraat (voeding)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke verschillen bestaan er tussen melk- en blijvende elementen? (5)

A
  • Melk: minder krachten weerstaan
  • Melk: dunnere glazuurkap -> cariësproces sneller dentine bereikt -> duurt minder lang voordat cariësproces onomkeerbaar is
  • Minder dentine
  • Minder buigzame dentine
  • Minder teruggetrokken pulpa (pulpa kamer is groter)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem 3 ziekmakende factoren (cariës)

A
  1. Zuurproducerende bacteriën
  2. Frequente suikerconsumptie
  3. Weinig speeksel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem 3 beschermende factoren (cariës)

A
  1. Goede mondhygiëne
  2. Fluoride
  3. Speeksel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke 3 ‘basisadviezen cariëspreventie’ zijn er?

A
  1. Basisadvies mondhygiëne
  2. Basisadvies voeding
  3. Basisadvies fluoride
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Benoem wat ‘basisadvies mondhygiëne’ inhoudt (3)

A
  1. 2x per dag minimaal 2 min. poetsen met de juiste tandpasta.
  2. Kinderen van 0 en 1 jr, 1x per dag poetsen
  3. Ouders en verzorgers adviseren om kinderen tot 10 jaar na te poetsen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Benoem wat ‘basisadvies voeding’ inhoudt (3)

A
  1. 3 hoofdmaaltijden en max. 4 tussendoortjes (7 eetmomenten) vuistregel: na eten of drinken minstens 2 uren niets nemen
  2. 1 uur voor het poetsen geen zure
    producten
  3. Geen voeding/dranken na laatste x
    poetsen of mee naar bed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Benoem wat ‘basisadvies fluoride’ inhoudt (3)

A
  1. 0 en 1 jaar (vanaf doorbreken eerste tandjes), 1x per dag poetsen met fluoride peutertandpasta (500-750 ppm)
  2. 2, 3 en 4 jaar, 2x per dag poetsen met een peutertandpasta (500-750 ppm)
  3. 5 jaar en ouder, 2x per dag poetsen met fluoridetandpasta voor kinderen/volwassenen (1000-1500 ppm)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke aanvullende adviezen cariëspreventie zijn er als het basisadvies wordt uitgevoerd, maar er toch gaatjes zijn? (5)

A
  1. Verbeteren van mondhygiëne
  2. Suikergebruik verminderen
  3. Extra fluoride (in overleg met tandarts of mondhygiënist)
  4. EVT: kauwgom (met xylitol)
  5. Sealants (voor kinderen) - Beter geen sealend dan een slechte sealend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Onjuist of juist: Een gaatje kan niet tot stilstand komen of herstellen.

A

Onjuist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe wordt het genoemd wanneer cariës tot stilstand kan komen?

A

Het kan arrested worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoelang duurt het gemiddeld voordat een gaatje door glazuur bij dentine is gekomen?

A

3 tot 4 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Op welke leeftijd breken de eerste tandjes door?

A

0,5 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wanneer moet je voor het eerst naar een tandarts?

A

Als eerst tandje doorbreekt, voor voorlichting aan de ouders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Op welke leeftijd is de melkdentitie compleet?

A

2,5 jaar

19
Q

Waar of niet waar: Ontstekingen van melkelementen kunnen gevolgen hebben voor de blijvende elementen.

A

Waar, de blijvende elementen liggen soms al boven de melkdentitie

20
Q

Welk element legt de langste weg af voor eruptie?

A

Cuspidaat

21
Q

Wat is operculum?

A

Tand dat nog voor een deel onder de gingiva ligt (dekseltje)

22
Q

Wat is cupping?

A

Uitholling van knobbel t.g.v. erosie

23
Q

Wat is bruxisme?

A

Tandknarsen

24
Q

Wat zijn de predilectieplaatsen van plaque? (4)

A
  1. Cervicaal
  2. Fissuren
  3. Pitten
  4. Approximaal (net onder contactpunt)

Cariës zal hier sneller ontstaan

25
Q

Hoe zie je of cariës actief of inactief is?

A

Actief: ruw, dof, mat/kalkachtig oppervlak, met plaque bedekt, zacht (lichtbruin?)
Inactief: glanzend, glad, hard (donkerbruin?)

26
Q

Belangrijk: 3 onderdelen basisadvies cariëspreventie:

A
  1. Voeding
  2. Plaque
  3. Fluoride
27
Q

Waar of niet waar: Als het gaatje aan het begin wordt behandeld, kan het zelfs zo zijn dat het zich helemaal hersteld en er geen laesie meer zichtbaar is

A

Waar

28
Q

Hoeveel procent van de bevolking heeft te maken (gehad) cariës?

A

97%

29
Q

Hoeveel procent van de kinderen hebben de ziekte cariës?

A

75% (vooral lage SES)

30
Q

Hoeveel procent van de bevolking heeft een prothese (kunstgebit)?

A

15%

31
Q

Beschrijf nogmaals het cariesproces (4)

A
  1. In de plaque zitten bacteriën. Deze eten suikers op die in de plaque zijn gekomen
  2. Door diffusie worden suikers omgezet in zuren.
  3. Hierdoor daalt de pH in de plaque, waardoor het verzadigingsniveau van de mineralen daalt
  4. De mineralen van het glazuur zullen demineraliseren.
32
Q

Hoelang duurt het voordat een laesie het oppervlak van de glazuur-dentinegrens heeft bereikt?

A

Het duurt gemiddeld 4 tot 8 jaar.

33
Q

Wat is een subsurface laesie?

A

Mineraalverlies vooral direct onder oppervlak door het oplossen (dissolutie) en neerslaan (precipitatie) van ionen.

34
Q

Dissolutie =

A

Oplossen

35
Q

Precipitatie =

A

Neerslaan

36
Q

Buferinge/buffering =

A

De pH weer neutraal maken

37
Q

Wat wordt er bedoeld met neerslaan?

A

Het weer vast worden van een opgeloste stof

38
Q

Geef een voorbeeld van het neerslaan van een opgeloste stof (HAP, FAP)

A

Als de pH onder 5.5 is gaat hydroxylapatiet (=HAP) oplossen (5,5 is de kritsche pH), maar kan fuorideapatiet neerslaan /gevormd worden

39
Q

Hoeveel procent hebben de ziekte cariës?

A

98%

40
Q

Hoeveel procent hebben een volledige prothese?

A

15 (25%)

41
Q

Hoe ontstaat cariës?

A

Suikerinname > fermentatie > zuren diffunderen glazuur binnen > oplossing HAP > cariës onder oppervlak

42
Q

Wat is de oorzaak van cariës

A

Plaque, plaque alleen is niet voldoende (geen suiker, geen cariës

43
Q

Waarvoor zorgt fluordie

A

Dat het glazuur wordt versterkt > kan meer zuren weerstaan

44
Q
  • Wat is er op rontgenfoto’s te zien bij een laesie?

- Wanneer is zo’n foto handig

A
  • Een leasie is te zien als zwarting (tegenovergestelde van radio-opaciteit
  • Om te kijken wat er tussen de elementen gebeurt

Cariologie en preventie (7 decks)

Brainscape helps you reach your goals faster, through stronger study habits.
© 2024 Bold Learning Solutions. Terms and Conditions