Praktisch verbintenissenrecht Flashcards

1
Q

Een verbintenis ontstaat krachtens de wet

A

1. Verbintenissen uit rechtshandelingen = Verbintenissen die doelbewust zijn aangegaan door 1 of meerdere personen

2 soorten:

A. Meerzijdige rechtshandelingen = de overeenkomst als bron van verbintenissen Ontstaan tussen twee of meerdere personen; overeenkomsten zijn het beste voorbeeld hiervan OVEREENKOMSTEN IS NIET HETZELFDE ALS VERBINTENISSEN

B. Eenzijdige rechtshandelingen = eenzijdige wilsuiting als bron van de verbintenis

Bij beide soorten is er de bewuste bedoeling om een verbintenis aan te gaan.

2. Verbintenissen uit rechtsfeiten: verbintenissen die tot stand komen zonder dat ze doelbewust zijn nagestreefd

2 soorten:

A. Verbintenissen uit oneigenlijke overeenkomst = geheel vrijwillige daden van de mens, waaruit enige verbintenis ontstaat jegens een derde, en soms een wederzijdse verbintenis voor beide partijen = situatie waarbij een persoon een vrijwillige handeling stelt die een andere persoon ten goede komt bv. Als je per ongeluk 2 x wordt uitbetaald, mag je dit niet bijhouden, je moet het terugbetalen aan de persoon van wie je het ontvangen hebt

B. Verbintenissen uit onrechtmatige daad = Wanneer een persoon onrechtmatig handelt en daardoor - al dan niet opzettelijk - schade berokkent bv. Door onoplettendheid bots je al rijdend tegen een andere auto. De schade aan het andere voertuig zal je zelf moeten betalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Een verbintenis heeft in geld waardeerbare aanspraken tot het voorwerp

A

Elke verbintenis heeft een bepaald voorwerp: een prestatie die geleverd moet worden. Het voorwerp moet een bepaalde vermogenswaarde hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Een verbintenis is afdwingbaar

A

Een juridische verbintenis kan afgedwongen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Terminologie

A

Schuldenaar en schuldeiser

SCHEMA

Voorderingsrecht - schuldvordering // Verbintenis - schuld - verplichting: iets te geven iets te doen iets niet te doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Indeling van verbintenissen

A

1. Volgende de bron waaruit zij ontstaan:

a. verbintenis uit eenzijdige wilsuiting b. verbintenis uit overeenkomst c. verbintenis uit oneigenlijke overeenkomst d. Verbintenis uit onrechtmatige daad

2. Volgens hun aard: a. verbintenis met handelskarakter b. verbintenis met burgerlijk karakter c. verbintenis met persoonsgebonden karakter

3. Volgens het voorwerp waarop zij betrekking hebben: a. verbintenis om iets te geven, iets te doen of iets niet te doen b. resultaatsverbintenis of inspanningsverbintenis c. deelbare of ondeelbare verbintenis d. verbintenissen met meerdere voorwerpen

4. Volgens de wijze waarop de schuldeisers en schuldenaars gebonden zijn: a. deelbare verbintenis - ondeelbare verbintenis b. hoofdelijke verbintenis of verbintenis in solidum

5. Volgens bijkomende modaliteiten: a. verbintenis onder voorwaarde b. verbintenis onder tijdsbepaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verbintenissen en de bron waaruit zij ontstaan

A

SCHEMA

Is de aansprakelijkheid gebaseerd op een overeenkomst?

ja: contractuele aansprakelijkheid
nee: buitencontractuele aansprakelijkheid

2 buitenbeentjes:

1. Oneigenlijke overeenkomsten

2. Eenzijdige wilsuitingen => hier is geen sprake van een overeenkomst, leunen wel aan bij verbintenissen uit overeenkomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Verbintenissen en hun aard: verbintenis met handelskarakter - verbintenis met burgerlijk karakter

A

1. Verbintenis met een handelskarakter: wanneer een handelaar een verbintenis aangaat

2. Verbintenis met een burgerlijk karakter: Wanneer een niet-handelaar een verbintenis aangaat => De aard van de verbintenis bepaald de regels in bepaalde situaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verbintenissen en hun aard: verbintenissen met een persoonsgebonden karakter (intuitu personae)

A

Verbintenissen kunnen door om het even wie uitgevoerd worden.

Uitzondering !

Verbintenissen met een persoonsgebonden karakter kunnen enkel uitgevoerd worden door een persoon die daar wettelijk of contractueel toe aangewezen is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Verbintenissen en hun voorwerp:

A

Het voorwerp van een verbintenis is wat de schuldenaar ervan moet presteren of wat de schuldeiser ervan kan vorderen.

2 soorten:

1. Verbintenissen om iets te geven, om iets te doen en om iets niet te doen

2. Resultaatsverbintenis en inspanningsverbintenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Verbintenissen en hun voorwerp: Verbintenissen om iets te geven, iets te doen en om iets niet te doen

A

1. Verbintenissen om iets te geven: bv. Een zaak in eigendom overdragen

2. Verbintenissen om iets te doen: bv. Een huis ontwerpen

3. Verbintenissen om iets niet te doen of na te laten: bv. Concurrentieverbod

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verbintenissen en hun voorwerp: Resultaatsverbintenissen versus inspanningsverbintenissen

A

SCHEMA

Garandeert de schuldenaar een bepaald resultaat?

ja: resultaatsverbintenis nee: inspanningsverbintenis

1. Inspanningsverbintenis: De schuldenaar garandeert enkel dat hij voldoende inspanningen zal leveren, zonder garant te staan voor het resultaat. (Om dit te meten of de inspanningen voldoende waren, wordt gekeken naar wat ‘de goede huisvader’ zou doen in dezelfde omstandigheden).

2. Resultaatsverbintenis: De schuldenaar garandeert dat een bepaald resultaat bereikt zal worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Verbintenissen en hun voorwerp: Deelbare en ondeelbare verbintenissen

A

1. Deelbare verbintenissen: gezamenlijke verbintenissen = samengevoegde verbintenissen = splitsbare verbintenissen = verbintenissen waarvan het voorwerp gesplitst of in delen KAN worden uitgevoerd

2. Ondeelbare verbintenissen: Verbintenissen waarbij het voorwerp in zijn geheel MOET worden uitgevoerd

* Ondeelbaarheid uit aard:

-Wanneer een voorwerp onmogelijk voor een deel gepresteerd kan worden bv. Een huisdier lever je volledig, je kan niet eerst de poten en dan de kop leveren en daarna derest

-Wanneer de gedeeltelijke uitvoering materieel mogelijk is, maar praktisch geen nut heeft: bv. Een auto leveren : eerst het stuur, dan de zetels en daarna de wielen en andere onderdelen

** Conventionele ondeelbaarheid:*

Wanneer de partijen dergelijke ondeelbaarheid uitdrukkelijk of stilzwijgen overeen zijn gekomen.

- 1 Schuldeiser en 1 schuldenaar: de verschuldigde prestatie is ondeelbaar

- Meerdere schuldeisers en schuldenaars: de verschuldigde prestatie is deelbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoofdverbintenis VS. **Secundaire verbintenis **

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verbintenissen met meerdere schuldeisers of schuldenaars

A

1. Situatie 1: schuldeiser, 2 of meer schuldenaars

2. Situatie 2: 2 of meer schuldeisers, 1 schuldenaar

3. Situatie 3: 2 of meer schuldeisers, 2 of meer schuldenaars

bv. 3 studenten huren een appartement van 1 verhuurder; 1 van hen kan plots de huur niet meer betalen
bv. Jongen verwondt medeleerling tijdens een gevecht op school. Meerdere personen kunnen hier aansprakelijk gesteld worden.
- De jongen (dader)
- Toezichthoudende leerkracht
- School
- Ouders van dader
- Andere leerlingen
- Slachtoffer zelf

=> Meerdere personen zijn samen aansprakelijk voor de schadevergoeding: ze zijn allemaal schuldenaars

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

4 soorten verbintenissen

A

**1. Deelbare verbintenissen **

2. Ondeelbare verbintenissen

3. Hoodelijke verbintenissen

**4. Verbintenissen in solidum **

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

4 soorten verbintenissen:

**1. Deelbare verbintenissen **

A

= Verdeling in evenveel gelijke delen als er schuldenaars of schuldeisers zijn

1 Schuldeiser: Schuldeiser kan van elke schuldenaar maar het delen eisen dat hij / zij hem moet

Meerder schuldeisers: Elk kan maar zijn eigen aandeel vorderen bij de schuldenaar

Wanneer 1 schuldenaar meerdere schuldeisers heeft, en hij betaald zijn schuld af aan 1 van de schuldeisers, moet hij de andere schuldeisers ook nog terugbetalen.

Wanneer de schuld niet in gelijke delen verdeeld wordt, moeten hier contractuele afspraken over bestaan.

bv. Huurders huren een appartement van een verhuurder. Ze hebben zo afgesproken dat de 1e huurder 50 euro stort, de tweede 100 euro en de 3e 150 euro.

17
Q

4 soorten verbintenissen: **2. Ondeelbare verbintenissen **

A

Wanneer er meerdere schuldeisers zijn, moet de schuldenaar de volledige prestatie aan alle schuldeisers.

Bij meerdere schuldenaars, moeten alle schuldenaars de volledige prestatie aan de schuldeiser.

18
Q

4 soorten verbintenissen: 3. Hoofdelijke verbintenissen

A

= solidaire verbintenissen

Een verbintenis is hoofdelijk wanneer er meerdere personen zijn die ieder tot het geheel gerechtigd of gehouden zijn.

1. Actieve hoofdelijkheid: aan de zijde van de schuldeisers, meerdere schuldeisers kunnen de betaling van de volledige schuldvordering eisen van de schuldenaar.

2. Passieve hoofdelijkheid: aan de zijde van de schuldenaars, meerdere schuldenaars kunnen voor de gehele schuld aangesproken worden door de schuldeiser.

Verbintenissen zijn enkel hoofdelijk als dit uitdrukkelijk vermeld is.

UITZONDERING: Bij 2 handelaars bestaat het vermoeden van passieve hoofdelijkheid.

Bv. Wanneer 2 handelaars samen schuldenaar zijn van een contractuele verbintenis, zal men ervan uitgaan dat ze samen hoofdelijk gehouden worden.

**Passieve hoofdelijkheid is het meest voorkomend. **

2 invalshoeken:

1. Verhouding tussen de schuldeiser en de schuldenaar:

  • **- Hoofdgevolgen: **
    * Schuldeiser mag om het even welke schuldenaar aanspreken, deze moet de gehele schuld betalen.
    * Van zodra 1 schuldenaar betaald heeft; zijn alle schuldenaars bevrijd tov de schuldeiser.
  • Bijkomende gevolgen:

* De ingebrekestelling van 1 schuldenaar heeft uitwerking op alle schuldenaars.
* De verjaring die tov 1 schuldenaar geldt, geldt ook tov de andere schuldenaars.

2. Verhouding tussen de hoofdelijke schuldenaars onderling:

Als 1 schuldenaar de schuld volledig betaald heeft, kan hij een deel vehalen op de medeschuldenaars.

  • Ondeelbaarheid <=> Hoofdelijkheid*
  • Strekt zich uit tot erfgenamen <=> Strekt zich niet uit tot erfgenamen*
19
Q

4 soorten verbintenissen: 4. Verbintenissen in solidum

A

In situaties waarbij meerdere personen afzonderlijk fouten maken die leiden tot eenzelfde schade waarbij elk van de schuldenaren voor de volledige schade kan aangesproken worden.

Toepassingsgevallen: wanneer verschillende personen samen een buitencontractuele aansprakelijkheid dragen, elk op grond van eigen fout.

Gevolgen: de schuldeiser kan elk van zijn schuldenaars voor het geheel van de schuld aanspraken. Wanneer 1 schuldenaar de volledige de volledige schuld betaald heeft, zijn de andere schuldenaars bevrijdt.

! De schuldenaars worden niet geacht elkaar te vertegenwoordigen. !

_De schuldenaar die het totaal betaald heeft, kan dit vorderen bij de andere schuldenaars. _

20
Q

Verbintenissen met bijzondere modaliteiten

A

2 soorten:

1. Verbintenissen onder voorwaarde: een voorwaarde is een toekomstige onzekere gebeurtenis waarvan de verbintenis afhankelijk wordt gemaakt.

**2. Verbintenissen onder tijdsbepaling: **een tijdsbepaling is een toekomstige zekere gebeurtenis waarvan de verbintenis afhankelijk gemaakt wordt.

21
Q

Verbintenissen onder voorwaarde

A

Op het moment dat de verbintenis aangegaan wordt, is het niet zeker of de geberutenis ooit zal plaatsvinden en of de voorwaarde in vervulling zal kunnen gaan.

2 soorten voorwaarden:

1. Opschortende voorwaarde:

Waar de uitvoering afhangt van de vervulling van een toekomstige, onzere gebeurtenis.

bv. Een koop wordt gedaan onder de opschortende voorwaarde dat de koper de toestemming krijgt van zijn echtgenote.

Schuldenaar wordt verwacht om inspanningen te leveren om de voorwaarde na te komen.

bv. Iemand koopt een huis onder voorwaarde dat hij een hypothecaire lening krijgt, het volstaat niet dat hij maar naar 1 bank gaat en dan voorhoudt dat hij geen lening krijgt.

2. Ontbindende voorwaarde:

Als deze verbintenis vervult wordt, wordt de verbintenis teniet gedaan.

bv. De koop wordt gesloten onder de ontbindende voorwaarde dat de echtgenote van de koper haar toestemming weigert.

* Potestatieve voorwaarde:

Dit is het geval wanneer 1 van de partijen mede de controle heeft over het al dan niet intreden van de voorwaarde.

* Gemengde postetatieve voorwaarde: Als ook derden een invloed hebben.

bv. Ik koop een huis als ik een lening krijg van de bank.

22
Q

Verbintenissen met tijdsbepaling

A

Een verbintenis waarvan de uitvoering of de uitdoving afhankelijk is gemaakt van een toekomstige, zekere gebeurtenis.

De tijdsbepaling kan een welbepaalde datum zijn of gebeurtenis die zeker zal plaatsvinden in de toekomst.

2 soorten:

1. Opschortende tijdsbepaling:

Wanneer de schuldenaar zich ertoe verbindt iets na het bepaalde tijdstip te doen / geven / niet te doen.

bv. Elke maand moet 500 euro gestort worden voor de 15e van de maand, wanneer dit niet op tijd gebeurd, kan het volledige resterende bedrag onmiddelijk opgeist worden.

2. Ontbindende tijdsbepaling:

Wanneer de schuldneaar zich ertoe verbindt iets te geven / doen / niet te doen tot op een bepaald tijdstip.

bv. Bij een kansspel: “Wij betalen de winnaar iedere maand 1000 euro tot aan zijn dood.

De tijdsbepaling kan aan de verbintenis worden toegevoegd door de wet / rechter / partijen.