Deel 3: Verbintenissen uit rechtshandelingen Flashcards

1
Q

Deel 3: verbintenissen uit rechtshandelingen: Rechtshandeling:

A

Een handeling die bewust wordt gesteld met het oog op creëren van rechtsgevolgen.

_2 soorten: _

1. Eenzijdige rechtshandeling: wilsuiting door 1 persoon

2. Meerzijdige rechtshandeling: wilsuiting door minstens 2 personen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Rechtshandeling: verbintenissen uit meerzijdige rechtshandelingen: de overeenkomst

A

= een op een wilsovereenstemming of consesus berustende meerzijdige rechtshandeling waarbij 1 of meer partijen jegens een of meer anderen, dan wel over en weer, juridische verbintenissen aangaan

=> Overeenkomsten zijn bindend

2 soorten:

Eenzijdige overeenkomsten : 1 partij neemt de verbintenis op zich

Wederkerige overeenkomsten: partijen nemen verbintenissen op tegen over elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Diverse indelingen van de overeenkomst:

**1. Consensuele overeenkomsten, zakelijke overeenkomsten en plechtige overeenkomsten: **

A

Onderscheidt wordt gemaakt op basis van de geldigheidsvoorwaarden om het contract te sluiten.

A. Consensuele overeenkomsten:

Komen tot stand door loutere wilsovereenstemming tussen de partijen.

Geen bijzondere vormvereisten of formaliteiten.

B. Zakelijke overeenkomsten:

Komen pas tot stand wanneer het voorwerp van de overeenkomst aan de schuldeiser wordt overhandigd.

**C. Plechtige overeenkomsten: **

Komen pas tot stand wanneer bepaalde vormvereisten of formaliteiten zijn voldaan.

bv. Een schenking moet verplicht via notariële akte gebeuren, wanneer dit niet zo gebeurd is de schenking nietig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Diverse indelingen van de overeenkomst:

2. Eenzijdige overeenkomsten versus wederkerige of tweezijdige overeenkomsten

A

=> Onderscheid obv de vraag of alle of sommige partijen verbintenissen aangaan in de overeenkomst

A. Eenzijdige overeenkomsten:

Wanneer niet alle partijen verbintenissen aangaan.

bv. Als er 2 partijen zijn: de 1 is de schuldeiser, de andere de schuldenaar

B. Wederkerige overeenkomsten:

Wanneer beide partijen zich ten opzcihte van elkaar verbinden. Beide partijen zijn zowel schuldeiser als schuldenaar.

bv. Kopen van iets, huur van goederen, aanneming, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Diverse indelingen van de overeenkomst:

2. Eenzijdige overeenkomsten versus wederkerige of tweezijdige overeenkomsten:

Risicoregeling in geval van **overmacht: **

A

A. Eenzijdige overeenkomsten: De schuldenaar die met overmacht geconfronteerd wordt, wordt bevrijd. Het risico berust op de schuldeiser.

B. Wederkerige overeenkomsten: De schuldenaar die met overmacht geconfronteerd wordt, wordt bevrijd. Schuldeiser moet dan ook niet meer presteren. Risico berust bij de schuldenaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Diverse indelingen van de overeenkomst:

2. Eenzijdige overeenkomsten versus wederkerige of tweezijdige overeenkomsten:

Sancties in geval van niet-nakoming van de overeenkomst:

A

A. Eenzijdige overeenkomsten: onderstaande regels gelden niet.

B. Meerzijdige overeenkomsten: partij kan verbintenis opschorten tot de andere partij die moest presteren doet wat ze moet doen. Of de ontbinding vorderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Diverse indelingen van de overeenkomst:

**3. Overeenkomsten onder bezwarende titel, vergeldende overeenkomsten, kanscontracten en overeenkomsten uit vrijgevigheid: **

A

A. Overeenkomsten onder bezwarende titel: elke partij verplicht zich iets te geven / te doen / niet te doen.

B. Vergeldende overeenkomsten: Partijen moeten hun wederzijdse prestaties van bij de contractsluiting als gelijkwaardig beschouwen. (Subcategorie overeenkomst onder bezwarende titel).

C. Kanscontracten: De partijen kunnen bij de totstandkoming van het contract niet inschatten of hun prestaties gelijkwaardig zullen zijn omdat 1 van de prestaties op dat moment nog onzeker is. (Subcategorie van overeenkomst onder bezwarende titel).

D. Overeenkomsten uit vrijgevigheid: 1 partij wil de andere partij een voordeel verschaffen zonder dat deze daar iets voor in ruil krijgt. <=> Tegengestelde van overeenkomsten onder bezwarende titel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Diverse indelingen van de overeenkomst:

**4. Benoemde overeenkomsten, onbenoemde overeenkomsten en gemengde overeenkomsten: **

A

Onderscheid op basis van de regels die van toepassing zijn op de overeenkomst

1. Benoemde overeenkomsten:

Overeenkomsten die in het BW een eigen specifieke regeling gekregen hebben.

Bv. Koop, huur, leningn aanneming, …

Buiten BW bestaan ook benoemde overeenkomsten:
Arbeidsovereenkomst, vernnootschapsovereenkomst, consumentenkrediet, …

2. Onbenoemde overeenkomsten:
Overeenkomsten waarvoor geen kant-en-klaar wettelijk kader bestaat. Ze zijn dan onderworpen aan algemene regels van verbintenissen uit overeenkomst.

Bv. Leasingovereenkomst (lijkt op huur)

3. Gemengde overeenkomst:
Overeenkomsten waarin elementen van verschillende benoemde overeenkomsten zitten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Diverse indelingen van de overeenkomst:

5. Andere indelingen:

A

A. Overeenkomsten met / zonder persoonsgebonden karakter

**B. Duurovereenkomsten van bepaalde / onbepaalde duur **

**C. Hoofdovereenkomsten / bijkomende overeenkomsten **

D. Onderhandelende contracten / toetredingscontracten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Basisbeginselen van het contractenrecht:

**A. Contractvrijheid en wilsautonomie: **

A

Partijen zijn volledig vrij om te beslissen of zij een overeenkomst willen sluiten en met wie en ze bepalen de inhoud zelf. Alles wat niet verboden is, is toegelaten.

  • Consensualisme: Partijen zijn niet alleen vrij om contracten te sluiten; de loutere wilsovereenstemming (= consensus) tussen de partijen is coldoende om een geldige overeenkomst te hebben.
  • **Genzen aan de contractvrijheid: **
    • Vanuit perspectief van economisch zwakkere partij: weinig / geen ruimte voor onderhandeling
      ​bv. Als je een treinticket wilt kopen, moet je je neerleggen bij de vervoersvoorwaarden van de NMBS
    • Partijen kunnen geen contract afsluiten dat ingaat tegen de openbare orde of goede zeden
    • Contracten mogen niet discriminerend zijn: geslacht, geloof, taal, afkomst, …
    • Wet marktpraktijken : reguleert contracten tussen ondernemingen en consumenten
      bv. Termijn om gebreken te melden aan de onderneming moet lang genoeg zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Basisbeginselen van het contractenrecht:

**B. Bindende kracht van de overeenkomst: **

A

Vebrintenissen uit overeenkomst hebben een bindende kracht => is de overeenkomst geldig gesloten dan is ze bindend

  • Geen eenzijdige beslissingen: een contractpartij mag niet eenzijdig terugkomen op de gemaakte afspraken (zelfs niet wanneer deze onredelijk benadeeld wordt in het contract).
    => _Na gezamelijk overleg kunnen zij het contract wel wijzigen. _

Wel kunnen partijen vooraf beslissen dat 1 van beide het contract eenzijdig kan herzien, wel enkel als de beslissing voldoende objectief is.
* Bindend voor de rechter: rechter mag de inhoude, zin en draagwijfte niet veranderen, zelfs niet wanneer hij vindt dat deze onredelijk, onrechtvaardig of onbillijk is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Basisbeginselen van het contractenrecht:

**C. De goede trouw **

A

= Overeenkomsten moeten ter goeder trouw worden uitgevoerd

**3 functies: **

  1. Wanneer de overeenkomst geïnterpreteerd wordt, zal de rechter de goede trouw als toetssteen hanteren
  2. Partijen beperken afspraken meestal tot het essentiële zonder alles in de puntjes uit te werken. Dit wordt ingvuld door de vereist van goede trouw tussen de partijen.
  3. Partijen mogen de grenzen van het redelijke niet overschrijden. Wanneer ze misbruik maken van hun rechten uit de overeenkomst, is er sprake van rechtsmisbruik en dit is geënt op het principe van de goede trouw.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Totstandkoming van de overeenkomst:

1. De precontractuele fase en de precontractuele aansprakelijkheid:

A

Precontractuele fase: de fase voorafgaand, waarin partijen onderhandelen over de overeenkomst

  • Precontractuele aansprakelijkheid: Tijdens de onderhandelingen moeten de partijen zich ook als goede huisvader gedragen. Als ze dit niet doen, kunnen ze aansprakelijk gesteld worden voor de schade die hun gedrag veroorzaakt.

2 Toepassingsgevallen:

  • Wanneer een partij op een foute manier gevorderde onderhandelingen afbreekt terwijl de andere partij een contractsluiting verwachte
  • Wanneer een partij informatie achterhoudt en op die manier schade berokkent aan de andere partij.

De partij die schade lijdt; kan een schadevergoeding vorderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Totstandkoming van de overeenkomst:

  1. De fase van daadwerkelijke totstandkoming van de overeenkomst
A

A. Aanbod en aanvaarding: Overeenkomsten ontstaatn wanneer een aanbod wordt gevolgd door een aanvaarding van dit aanbod.

Zolang de onderhandelingen duren en er geen vast en precies aanbod tot contracteren is geformuleerd, zijn de onderhandelaars juridisch niet gebonden.

  • Aanbod: een door 1 van de partijen gefomuleerd vast en precies voorstel tot contracteren.
  • -Aanbieder:* Formuleert het aanbod
  • -Bestemmeling van het aanbod:* Diegene aan wie het aanbod is gericht

Een aanbod is een éénzijdige rechtshandeling; de wilsuiting van 1 persoon volstaat om verbintenissen tot stand te brengen. De bestemmeling van het aanbod moet het aanvaarden om een overeenkomst te hebben.

Aanbod is bindend voor de aanbieder, hij kan het niet meer wijzigen / intrekken wanneer het de bestemmling bereikt heeft.

  • Aanvaarding: Wanneer de bestemmeling van het aanbod zonder het minste voorbehoud akkoord gaat met het aanbod.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Totstandkoming van de overeenkomst:

  1. De fase van daadwerkelijke totstandkoming van de overeenkomst: Bijzondere regels ivm aanbod en aanvaarding:
A
  1. Het is verplicht om aan de consument extra bedenktijd te geven waarbinnen deze toch nog kan afzien van het contract
  2. Sommige contracten komen niet tot stand op het moment van de wilsovereenkomst, maar later.
    bv. Een reiscontract ontstaat pas wanneer de reiziger een schriftelijke bevestiging van de boeking ontvangt.
  3. Wanneer de partijen zich niet op dezelfde plaats bevinden, geldt als het ogenblik van de overeenkomst het moment waarop de partij die het aanbod gedaan heeft, kennis krijgt van de aanvaarding van het aanbod.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Totstandkoming van de overeenkomst:

  1. De fase van **daadwerkelijke totstandkoming **van de overeenkomst: **4 geldigheidsvereisten **
A
  1. De wilsuiting van degene die de verbintenis aangaat moet volwaardig en geldig zijn
  2. De verbintenis moet door een bekwaam persoon worden aangegaan
  3. De verbintenis moet een bepaald of bepaalbaar voorwerp hebben
  4. De verbintenis moet een geoorloofde oorzaak hebben
17
Q

Totstandkoming van de overeenkomst:

  1. De fase van daadwerkelijke totstandkoming van de overeenkomst: **4 geldigheidsvereisten : 1. Een volwaardige en geldige toestemming **
A

a) De wilsuiting is noodzakelijk maar niet voldoende :

**Wil = noodzakelijk **
Wanneer twee partijen een duidelijke en volwaardige wil hebben om een overeenkomst tot stand te brengen.

Wilsuiting is niet een voldoende voorwaarde
Er zijn nog drie andere voorwaarden.

b) Er moet een volwaardige wilsuiting zijn:

De daadwerkelijke wil om zich te verbinden
De overeenkomst ontstaat pas wanneer minstens 1 persoon daadwerkelijk de wil uit om zich te verbinden ten voordele van de andere persoon.

Wilsuiting ontbreekt of is onvolledig
Dan kan er geen contract ontstaan.
Wanneer er een bewuste wilsuiting is maar deze onvolledig en niet gericht is om daadwerkelijke rechtsgevolgen tot stand te brengen:

  • Intentieverklaring / gentlemans agreement: intenties of voorafspraken maken waarbij de wil om zich te verbinden nog ontbreekt
  • Verbintenissen uit vriendschap / vriendelijkheid / hoffelijkheid / moreel besef: bv. een lifter meenemen, cursus uitlenen aan iemand
  • Verbintenissen aangegaan als een grap: Bij wijze van lesvoorbeeld of grap zich verbinden

Omvang van de wilsovereenstemming: overeenstemming over de essentiële onderdelen is genoeg.

De wilsovereenstemming kan uitdrukkelijk of impliciet zijn

Vertegenwoordiging: je moet niet perse persoonlijk een overeenkomst sluiten, je kan je ook laten vertegenwoordigen

Toestemming veronderstelt kennis: Er wordt verondersteld dat iedere contractpartij de inhoude kent van het contract en de draagwijdte weet van de prestaties die hij op zich neemt.

_=> Beoordeling hiervan: _

  • Heeft de betrokken partij kennis kunnen nemen van de algemene voorwaarden?
  • Heeft de betrokken partij deze algemene voorwaarden aanvaard?

Toestemming veronderstelt niet altijd een vrije onderhandeling:
Soms zijn overeenkomsten en bijkomende voorwaarden te nemen of te laten. bv. Belangrijke leverancier heeft zijn eigen voorwaarden.

c) De wilsuiting moet geldig zijn:

3 wilsgebreken:

  • Dwaling
  • Bedrog
  • Geweld
  • Dwaling:
    Een niet-uitgelokte verkeerde voorstelling van de werkelijkheid; voorwaarden:
    • Dwaling moet zich voordoen op het ogenblik van het sluiten van de overeenkomst
    • Dwaling moet betrekking hebben op een element dat doorslaggevend was voor de wilsuiting van de partij die dwaalt
    • Dwaling moet verschoonbaar zijn (mag geen gevolg zijn van eigen fout van de partij die dwaalde

=> Geen dwaling bij verkeerde voorstelling over bijkomstigheden:

* Over de waarde van het voorwerp of de verbintenis
* Over de bijkomstige eigenschappen van het voorwerp van de verbintenis 

De persoon die dwaalt moet kunnen bewijzen dat alle voorwaarden van dit wilsgebrek voldaan zijn en mag dit met alle mogelijke bewijsmiddelen aantonen. (Voornamelijk vermoedens en getuigen).

  • Bedrog:
    Een uitgelokte verkeerde voorstelling van de werkelijkheid. Een door een kunstgreep van de wederpartij veroorzaakte dwaling.

Voorwaarden:

* _​_Het bedrog is aanwezig bij de contractsluiting
* Het bedrog veronderstelt dat er een kunstgreep of list is aangewend (materieel aspect)   bv. schilderij vervalsen, liegen, knoeien met kilimeterstanden, opzettelijk verzwijgen dat een stuk grond gediend heeft om vervuild afval te dumpen, ... 
* Kunstgreep moet bedrieglijk inzciht aangewend zijn (moreel aspect)
* Bedriegelijke kunstgreep moet een determinerend karakter hebben. Als de verbintenis zonder de bedriegelijke kunstgreep op dezelfde manier van stand zou zijn gekomen, is deze niet determinerend. 
* Bedrog moet uitgaan van de wederpartij (=medecontractanten) of zijn vertegenwoordiger. 

Toelaatbare vorm van bedrog: overdrijving in reclames.

=> Persoon die bedrogen is moet _zelf bewijzen dat alle voorwaarden voldaan waren op het moment van het sluiten van de overeenkomst. _

=> Rechter kan kwalificeren als hoofbedrog of incidentieel bedrog (bijkomstig bedrog):

Hoofdbedrog: Wanneer de overeenkomst zonder het bedrog niet zou gesloten zijn. Rechter kan de overeenkomst nietig verklaren.

Icidentieel bedrog: Wanneer de overeenkomst zonder het bedrog wel zou gesloten zijn maar tegen minder bezwarende voordelen bv. tegen een lagere prijs. De overeenkomst wordt niet nietig verklaard, maar het herstel van de berokkende schade kan worden teruggevorderd.

  • Geweld: Uitgelokte vrees; wanneer een persoon zodanig onder druk wordt gezet dat hij tegen zijn wil een verbintenis aangaat.

Voorwaarden:

  • Het geweld of de dreiging moet een determinerend karakter hebben. Zonder zou de overeenkomst niet of onder minder bezwarende omstandigheden gesloten zijn.
  • Het geweld moet tot een onmiddelijke vrees aanleiding geven. De afgedreigde persoon vreest voor dadelijk of nakend geweld (niet in de verre toekomst)
  • Het moet betrekking hebben op een aanzienlijk (fysiek, materieel of moreel kwaad)

Maatstaf: Het geweld zou indruk moeten maken op elk redelijk mens die zich in dezelfde omstandigheden bevindt.

  • De dreiging moet gebeuren ten aanzien van de afgedreigde persoon zelf of ten aanzien van zijn echtgenoot of bloedverwanten in opgaande of neergaande lijn. Dit kan ook aanvaard worden bij andere familieleden, partner, verloofde of vriendin.
  • Er moet gedreigd worden met een onrechtmatige daad.

Het geweld kan ook gepleegd worden door een derde die niet bij de overeenkomst betrokken is.

Geweld uit toeval of natuurlijke omstandigheden komen ook in aanmerking.

bv. U zaak staat in brand en belt de brandweer. Voor dat zij blussen, vragen ze u eerst om een sponsoringsovereenkomst in te vullen.

=> Kan aangetoond worden met alle bewijsmiddel (ook feitelijke vermoedens). Rechter kan relatieve nietigverklaring van de overeenkomst uitspreken.