Deel 4: verbintenissen uit rechtsfeiten Flashcards
Verbintenissen uit rechtsfeiten: Verbintenissen uit oneigenlijke overeenkomst of quasi-contracten
Verbintenissen uit oneigenlijke overeenkomst of quasi-contracten: zijn vrijwillige handelingen waaruit, buiten enige overeenkomst om, verbintenissen ontstaan jegens een derde en soms een wederzijdse verbintenis voor beide partijen.
3 oneigenlijke overeenkomsten:
**1. **Zaakwaarneming
**2. Onverschuldigde betaling **
**3. verrijk zonder oorzaak **
Verbintenissen uit rechtsfeiten: verbintenissen uit oneigenlijke overeenkomsten of quasi-contracten: **1. Zaakwaarneming **
= wanneer iemand ‘zaakwaarnemer’ vrijwillig, maar niet uit vrijgevigheid of uit eigenbelang, de zaken van iemand anders ‘de meester van de zaak’ behartigd.
bv. Zorgzaam persoon laat na een storm kleder van de buren, die op vakantie zijn, leegpompen om grotere waterschade te voorkomen.
=> Zaakwaarnemer: wordt verplicht om zaakwaarneming voort te zetten tot meester van de zaak de verantwoordelijkheid terug kan opnemen. Moet handelen zoals een goede huisvader.
=> Meester van de zaak: wordt verplicht de zaakwaarnemer te vergoeden voor alle nuttige en noodzakelijke kosten die hij gemaakt heeft.
- *Voorwaarden:**
1. Moet gebeuren in belang van andermans zaak, niet in eigenbelang
2. Moet vrijwillig gebeuren
3. Er mag geen schenkingsoogmerk zijn: handelingen mogen niet uit vrijgevigheid gesteld zijn
4. Tussenkomst van de zaakwaarnemer is noodzakelijk
Verbintenissen uit rechtsfeiten: verbintenissen uit oneigenlijke overeenkomsten of quasi-contracten:** 2. Onverschuldigde betaling **
= datgene wat betaald is zonder verschuldigd te zijn, kan worden teruggevorderd + diegene die iets ontvangen heeft wat hij niet verschuldigd was, moet datgene wat hij ten onrechte kreeg, teruggeven.
Voorwaarden:
- Er moet een betaling gebeurd zijn (= geldsom of bepaald goed dat overgedragen werd)
- De betaling moet onverschuldigd zijn
Verbintenissen uit rechtsfeiten: verbintenissen uit oneigenlijke overeenkomsten of quasi-contracten: **3. Verrijking zonder oorzaak: **
Verbintenissen uit rechtsfeiten: verbintenissen uit onrechtmatige daad
Soorten aansprakelijkheid:
- Burgerrechtelijke aansprakelijkheid:
aansprakelijkheid = een persoon moet met zijn vermogen instaan voor de nadelige gevolgen die anderen ondervinden door een bepaalde handeling of voorval.- Situeert zich in de private sfeer
- Overheid mengt zich niet met de sanctionering
- 2 soorten: Contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid
- Strafrechterlijke aansprakelijkheid = ontstaat wanneer iemand opzettelijk of onopzettelijk een norm overtreedt die door de wetgever is gesteld
- Situeert zich in de publiekrechtelijke sfeer
- Vervolging gebeurd door overheid
- Leidt tot sancties die in de wet zijn voorzien (meest bekende : gevangenisstraf, geldboete)
=> Strafrechterlijke en burgerrechtelijke aansprakelijkheid kunnen gecombineerd worden
=> Contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid kunnen in principe niet gecombineerd worden
! in uitzonderlijke gevallen kan dit wel!
=> Wanneer de fout een contractuele wanprestatie + een schendig van de zorgvuldigheidsplicht is + de fout andere dan aan de slechte uitvoering te wijten schade heeft veroorzaakt
- Co-existentie: 2 soorten:
- waPassieve co-existentie: Wanneer de benadeelde op grond van eenzelfde gebeurtenis meerder personen kan aanspreken op grond van verschillende aansprakelijkheidsregimes (schema)
- Actieve co-existentie: Wanneer meerdere benadeelden op grond van eenzelfde gebeurtenis 1 persoon kunnen aanspreken op grond van eenzelfde of verschillende aansprakelijkheidsregimes
Verbintenissen uit rechtsfeiten: **Overzicht van buitencontractuele aansprakelijkheidsregimes **
**Artikel 1382 BW: **Een persoon die zelf door een eigen fout schade veroorzaakt aan een andere persoon, is verplicht om die schade te vergoeden. Wordt vaak genoemd met artikel **1383 BW **dat aansprakelijkheid uitbreidt tot schade die men door nalatigheid of onvoorzichtigheid heeft veroorzaakt.
3 voorwaarden om een vergoeding te kunnen verkrijgen:
- diegene die wordt aangesproken heeft een fout, nalatigheid of onzorgvuldigheid begaan
- het slachtoffer heeft daardoor schade geleden
- de schade is het gevolg van de fout, nalatigheid of onzorgvuldiigheid (= er is een oorzakelijk verband tussen beide)
- *1. Persoonlijke aansprakelijkheid:** klassieke aansprakelijkheid
- *2. Kwalitatieve aansprakelijkheid: **Wanneer een persoon aansprakelijk kan gesteld worden omwille van schade die aangericht is door een ander persoon, zaak of dier waarvoor hij instaat.
- ouders voor hun minderjarige kinderen
- aanstellers voor hun aangestelden
- onderwijzers en ambachtslieden voor hun leerlingen en leerjongens
- zaken, dieren en gebouwen die men onder zijn bewaring heeft
**3. Foutaansprakelijkheid: **Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad: vertrekkende vanuit een fout
4. Objectieve aansprakelijkheid: Foutloze aansprakelijkheid: persoon kan aansprakelijk gesteld worden zonder dat de schadelijder bewijs van een fout moet leveren
Verbintenissen uit rechtsfeiten: Aansprakelijkheid voor eigen foutieve daad, nalatigheid of onvoorzichtigheid
2 elementen moeten aanwezig zijn:
- *1. Objectief element:** een persoon heeft een onrechtmatigheid begaan
- *2. Subjectief element:** deze persoon (schadeverwekker) is schuldbekwaam en de schade kan hem worden toegerekend
Verbintenissen uit rechtsfeiten:** Aansprakelijkheid voor eigen foutieve daad, nalatigheid of onvoorzichtigheid : een onrechtmatigheid (objectief element)**
Niemand is aansprakelijk voor schade die toevallig of door overmacht is ontstaan.
2 soorten:
- *1. Het overtreden van de wet:** overtreding van wettelijke of reglementaire norm waarin een bepaalde gedraging geboden of verboden wordt
- *2. Het overtreden van de algemene zorgvuldigheidsnorm: **Inbreuk op de ongeschreven regels dat iederen zich moet gedragen als een goede huisvader
Verbintenissen uit rechtsfeiten:** Aansprakelijkheid voor eigen foutieve daad, nalatigheid of onvoorzichtigheid**: schuldbekwaamheid en toerekenbaarheid (subjectief element)
- Schuldbekwaamheid: in principe is elke persoon schuldbekwaam en wordt hij dus verondersteld zich bewust te zijn van zijn daden
- Uitzonderingen:
- Kinderen tot 7-8 jaar zonder vermogen des onderscheids
- Geestesonbekwamen
- Rechtspersonen (dit zijn geen mensen van vlees en bloed)
- Werknemers (zijn slechts persoonlijk aansprakelijk voor hun bedrog, zware fouten of een voorkomende lichte fout)
- Uitzonderingen:
- Toerekenbaarheid: iemand kan aansprakelijk gesteld worden als hij een onrechtmatigheid heeft begaan en schuldbekwaam is en als de onrechtmatigheid hem kan worden toegerekend:
- Vreemde oorzaak: schade mag niet uitsluitend te wijten zijn aan vreemde oorzaak
- Rechtvaardigingsgronden: als de persoon rechtvaardigingsgrond kan inroepen, worden de handelingen hem niet toegerekend.
bv. onoverkomelijke dwaling, noodtoestand, zelfverdediging, … - Risico-aanvaarding: wanneer het slachtoffer zich vrijwillig in een gevaarlijke situatie gebracht heeft kan dit leiden tot uitsluiting of vermindering van de aansprakelijkheid van de schadeverwekker
Verbintenissen uit rechtsfeiten: Kwalitatieve aansprakelijkheid:
= wanneer een persoon persoonlijk aansprakelijk kan worden gesteld voor de daad van derden of voor zaken waarvoor hij instaat
4 verschillende gevallen:
- Eerste lid: algemene kwalitatieve aansprakelijkheid voor zaken
- Tweede lid: aansprakelijkheid van ouders voor hun minderjarige kinderen
- Derde lid: aansprakelijkheid van aanstellers voor hun aangestelden
- Vierde lid: aansprakelijkheid van onderwijzers voor hun leerlingen
Verbintenissen uit rechtsfeiten: Kwalitatieve aansprakelijkheid: De aansprakelijkheid van ouders voor hun minderjarige kinderen
De aansprakelijkheid ligt bij de ouders of de adoptieouders, niet bij de familieleden.
- *- < 7-8 jaar:** nooit persoonlijk aansprakelijk gesteld worden, ouders volledig kwalitatief aansprakelijk
- > 7-8 jaar: ouders zijn samen met hun kind aansprakelijk
=> Ouders kunnen zich van aansprakelijkheid ontdoen als ze kunnen bewijzen dat de fout ook zonder hen zou zijn ontstaan of ze voldoende opvoeding gegeven hebben of toezicht gehouden hebben.
Verbintenissen uit rechtsfeiten: **Kwalitatieve aansprakelijkheid: De aansprakelijkheid van onderwijzers en ambachtslieden voor hun leerlingen en leerjongens **
= aansprakelijkheid voor zowel minderjarigen als meederjarigen op het moment dat de onderwijzer toezicht had
=> Schade die de leerling aan de onderwijzer of zichzelf toebrengt valt hier niet onder
Onderwijzers kunnen zich van aansprakelijkheid ontdoen als ze kunnen bewijzen dat ze voldoende toezicht gehouden hebben.
Ook leerlingen zelf, ouders en school kunnden delen in de aansprakelijkheid.
Verbintenissen uit rechtsfeiten: **Kwalitatieve aansprakelijkheid: De aansprakelijkheid van aanstellers voor hun aangestelden **
Verbintenissen uit rechtsfeiten:** Kwalitatieve aansprakelijkheid: De aansprakelijkheid voor zaken en dieren die men onder zich heeft **
A. Algemene aansprakelijkheid voor zaken die men onder zijn bewaring heeft:
- Kring van aansprakelijke personen:* diegene die de zaak in bewaring heeft (kunnen ook meerdere personen zijn
- Zaken waarvoor men aansprakelijk is*: zowel roerende als onroerende goederen (behalve levende dieren en gebouwen)
- Voorwaarden waaronder men aansprakelijk is*: Wanneer de zaak een abnormaal kenmer vertoonde dat aan de basis van de schade ligt
- Weerlegging van de aansprakelijkheid:* als de bewaarder kan bewijzen dat de zaak geen gebrek vertoonde of dat het gebrek niet aan de basis ligt van de schade
B. Aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door dieren:
- Kring van aansprakelijke personen*: de eigenaar van het dier (tenzij deze kan bewijzen dat het dier tijdelijk onder de bewaring van iemand anders stond
- Dieren waarvoor men aansprakelijk is: alle levende dieren die voor toe-eigening vatbaar zijn. Ook wanneer de dieren verdwaald of ontsnapt zijn.
- Weerlegging van de aansprakelijkheid:* door aan te tonen dat de schade niet veroorzaakt werd door het dier, maar werd uitgelokt door een externe gebeurtenis (iemand die het dier slaat of aan zijn staart trekt of een luide knal)
**C. Aansprakelijkheid voor schade berokkend door instoring van gebouwen: **
- Kring van aansprakelijke personen:* De eigenaar, zelfs al is deze niet de bewaarder. Eigenaar kan wel regres uitoefennen op diegene aan wiens fout de schade te wijten is.
- Gebouwen waarvoor men aansprakelijk is*: Elke constructie die door de mens in de grond of in het water of op de grond heeft opgericht.
- Voorwaarden waaronder men aansprakelijk is:* de instorting moet te wijten zijn aan een gebrek in de bouw of een slecht onderhoud
- Weerlegging van de aansprakelijkheid:* Wanneer de eigenaar kan aantonen dat de schade geen verband hield met zijn verzuim of gebrek, maar volledig veroorzaakt werd door vreemde oorzaak
Verbintenissen uit rechtsfeiten: De schade
= verlies van een patrimoniaal of extra patrimoniaal voordeel
3 voorwaarden om vergoeding te kunnen verkrijgen:
- Schade moet voortvloeien uit de krenking van het rechtmatig belang
- Schade moet persoonlijk zijn
- Schade moet voldoende zeker zijn
**1. Schade moet voortvloeien uit de krenking van het rechtmatig belang: **Het slachtoffer moet een persoonlijk rechtmatig belang hebben bij het behoud van het voordeel. bv. een persoon die letsel opliep na een verkeersongeval kan geen schadevergoeding krijgen voor inkomsten uit zwart geld die hij normaal verwierf.
2. Schade moet persoonlijk zijn: Alleen door de eiser persoonlijk geleden schade komt voor vergoeding in aanmerking. Voor rechtspersonne: enkel als het hun vermogen, eer of goede naam raakt.
**3. Schade moet voldoende zeker zijn: **De rechter mag niet kunnen twijfelen dat de schade bestaat, schadeclaim mag niet gesteund zijn op veronderstellingen over de toekomst.