Portaal H3.1 + 3.2 Flashcards
eerstetaalverwerving
behaviorisme, nativisme, interactionele benadering en nieuw onderzoek
tweedetaalverwerving
interfentietheorie, universalistische theorie, de interactionele benadering en tweetalige opvoeding
behaviorisme
volgens deze leertheorie verloopt taalverwerving via imitatie, positieve feedback en conditionering (aanleren d.m.v herhaling)
nativisme
kinderen leren niet alleen door imitatie, maar door het toepassen van eigen regels.
creatieve constructietheorie
zinnen maken vanuit je eigen creatieve vermogen
interactionele benadering
kinderen leren taal door imitatie en hun aangeboren taalleervermogen. dit werkt alleen als de kinderen veel interactie met hun omgeving hebben.
factoren die de eerstetaalverwerving van een kind bevorderen
- modelleren door volwassenen
- feedback
- ruimte voor taalproductie
- taal en denken stimuleren elkaar
metalinguistisch bewustzijn
een impliciete kennis van taal en kan zich in communicatie met volwassenen bewust worden van de mogelijkheid van taalgebruik.
simultane tweetaligheid
de ouders kiezen er bewust voor om hun kind twee-of drietalig op te voeden
successieve tweetaligheid
een te grote taalachterstand hebben die moeilijk in te halen is.
semantisch veld
Een groep woorden die qua betekenis bij elkaar horen. (rood, blauw, groen)
prelinguale of preverbale periode
de eerste periode, waarin nog geen sprake is van echte taal. wordt onderverdeeld in 4 fases:
- huilen (eerste 6 weken)
- vocaliseren (6-20 weken)
- vocaal spel (4-6 maanden)
- brabbelen (vanaf 7 maanden)
vroeglinguale periode
begint wanneer het kind ongeveer 1 jaar is en woorden uit gaat spreken. ook gaat het kind beseffen dat een woord bij een ding of persoon hoort ( symboolbewustzijn)
differentiatiefase
het kind gaar de taalkennis verfijnen en ook andere taalcomponenten gebruiken/
voltooiingsfase
5-9 jaar. de componenten van de grammatica wordt verder ontwikkeld. dit is de periode waarin school een grote bijdrage levert aan de taalontwikkeling.