H5.1 t/m 5.4 +5.6 Flashcards
gebleven bij blz. 164
functioneel analfabetisme
wanneer iemand niet teksten kan kiezen en begrijpen die passen bij bepaalde doelen
receptieve taalvaardigheden
lezen en luisteren
productieve taalvaardigheden
spreken en schrijven
bottom-up model
lezen verloopt van lagere-orde-processen naar hogere-orde-processen
top-down model
verloopt van hogere-orde processen naar lagere-orde processen
interactieve model
gaat ervan uit dat lagere-orde processen en hogere-orde processen elkaar beinvloeden
een goede lezer:
- heeft een leesdoel
- maakt gebruik van aanwijzingen rondom de tekst
- roept eerder verworven kennis op
- kies voor een bepaalde leesmanier
- maakt al lezend steeds gebruik van zijn kennis van de taal
- gaat tijdens het lezen na of hij de tekst nog steeds begrijpt
- bepaalt na het lezen of zijn leesdoel is bereikt
elementaire leeshandeling
omzetten van geschreven taal naar klanken
klankzuivere woorden
woorden die geschreven worden zoals je ze uitspreekt
visuele discriminatie
letters van elkaar onderscheiden
teken-klankkoppeling
letters leren verklanken
auditieve synthese
verklankte letters in de juiste volgorde plakken tot een woord
visuele analyse
het herkennen van afzonderlijke grafemen
visuele synthese
het kunnen samenvoegen van grafemen tot een woord