Political frame Flashcards
Vijf onderliggende assumpties bij het political frame
- Organisaties zijn coalities van verschillende individuen en belangengroepen. De leden hebben elkaar nodig.
- Coalitieleden hebben verschillende waarden, overtuigingen, informatie, belangen en percepties van de realiteit. Een meer diverse organisatie is ‘politieker’
- De belangrijkste keuzes betreffen het verdelen van schaarse middelen. In moeilijke tijden is politiek dus meer zichtbaar.
- Schaarse middelen en uiteenlopende verschillen plaatsen conflict in centraal in alledaagse dynamiek en maken macht de belangrijkste middel. Macht is de capaciteit om dingen te laten gebeuren, desnoods tegen de zin van anderen in
- Doelen en besluiten komen voort uit onderhandelingen tussen concurrerende belangengroepen die vechten voor eigen belangen. Niet specifiek vanuit de top
Gamson: autoriteiten en partizanen
- Autoriteiten mogen bindende keuzes maken voor hun ondergeschikten
- Ieder lid van een coalitie die bottom-up druk probeert uit te oefenen is in potentie een partizaan.
- Autoriteiten zijn de ontvangers of doelen van beïnvloeding en degene die sociale controle uitoefenen. Partizanen zijn spelers die invloed willen uitoefenen en doelwit zijn van sociale controle.
- Autoriteiten kunnen alleen controle uitoefenen voor zover partizanen ze voldoende respecteren of vrezen. Als de oppositie te sterk wordt kan het systeem uit elkaar vallen.
Bronnen van macht
- Autoriteit, positiemacht
- Controle over beloningen
- Dwang
- Informatie en expertise
- Reputatie, vaak op basis van expertise
- Allianties en netwerken
- Toegang en controle over agenda’s
- Framing
- Persoonlijke macht: karakter- of fysieke eigenschappen. Cialdini beschrijft zes technieken: wederkerigheid, commitment en consistentie, sociaal bewijs, liking, autoriteit, schaarste.
Overbounded en underbounded systems
Overbounded: hoge machtsconcentratie en strenge regulering
Underbounded: macht is verspreid en alles is losjes gereguleerd
Vier kwaliteiten van de manager als politicus
- Agendavorming (planting seeds)
- Politiek terrein in kaart brengen: kanalen van informele communicatie bepalen, invloedrijke spelers identificeren, mogelijkheden analyseren voor mobilisatie en anticiperen op tegenstrategieën
- Netwerken en coalities bouwen: relevante relaties identificeren, beoordelen wie weerstand gaat bieden en waarom, ontwikkel banden met tegenstanders, heb een plan B als het niet lukt.
- Onderhandelen: creating value vs value claiming.
Organisateis als arena’s
Organisaties bepalen de regels en de stakes. Structuur van een organisatie wordt niet bepaald door wat het beste is voor de organisatie, maar door gedeeld belang bij onnodig conflict. De oplossing voor constante machtsstrijd.
Twee belangrijke bronnen van politiek initiatief: vanuit partizanen en autoriteiten/
- Bottom-up: mensen zijn ontevreden met huidige situatie en gaan zelf organiseren tegenover conservatieven die geen verandering willen. Lukt vaak ook niet
- Top-down: managers verwachten vaak geen strijd, dat het juiste idee en formele autoriteit voldoende is. Lagere groepen kunnen echter plan blokkeren
Organisaties als actoren
Als politieke actoren moeten organisaties veel van de basale skills die managers als politici ook nodig hebben: agenda ontwikkelen, ecosysteem in kaart brengen, relaties managen met vriend en vijand, onderhandelen. Veel van de belanghebbenden van organisaties zijn andere organisaties. Dynamiek van ecosystemen kan wisselen naargelang de sector.