Polarisatie Flashcards

1
Q

ideologische polarisatie

A

polarisatie als een tegenstelling tussen opvattingen of conflicterende wereldbeelden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

affectieve polarisatie

A

een kloof die ontstaat door hoe we over elkaar denken of identiteitsissues.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

conflict vs polarisatie

A

conflict:
duidelijke probleemeigenaren
o gedwongen of gekozen
o betrokkenen gemakkelijk herkenbaar

polarisatie:
je kan kiezen of je een probleemeigenaar wordt
o niet zo duidelijk wie je kan aanspreken of wie polarisatie versterkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

voedingsboden

A

SOORT DEMOCRATIE
o consensus democratieën met proportionele kiesstelsels (België, Nederland, Oostenrijk,
Denemarken, …)
o Meerderheidsdemocratieën met meerderheidsstelsel (VS, UK, Frankrijk, …)
* VERTROUWEN in instellingen
* PUBLIEKE DEBAT en SOCIALE MEDIA (TEXTGAIN)
o 2015-2020: toename Nederlandstalige berichten op sociale media met een beledigend,
racistisch, seksistisch of bedreigend karakter + verhoogde toxiciteit
▪ de polarisering tussen extremistische ideologieën neemt toe
▪ verharding en verscherping van het taalgebruik op sociale media
* (NIEUWS)MEDIA als KATALYSATOR
o opstoten van racistisch taalgebruik gelinkt aan nieuwsberichten of ophefmakende
opiniestukken – woord en wederwoordprincipe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

pusher

A

o Levert brandstof voor het wij-zij denken
o Verhoogt polarisatiedruk
o Eigen morele gelijk
o Energie, extremen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

joiner

A

o Kiest partij binnen spanningsveld
o Minder extreem
o Kamp medestanders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

silent

A

o Groep mensen die geen kant kiest
o Onverschilligen of juist heel betrokken
o Neutraliteit
o Weerstand aan druk
o Geen stem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

bruggenbouwer

A

o Boven de partijen
o Wil polarisatie tegengaan, dialoog organiseren, tegen narratief bieden
o Gedoogd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

zondebok

A

o Extreme polarisatie
o Wordt middenpositie geduld?
o Vaak bruggenbouwer (niet vertrouwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wetmatigheden bij polarisatie

A

wetmatigheid 1: gedachtenconstructie
o wetmatigheid 2: brandstof
o wetmatigheid 3: gevoelsdynamiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

sociaal werk is ideaal

A

Op korte of lange termijn werken aan sociale cohesie
* Dialoog is hiervoor niet altijd het beste instrument (deep democracy, socratische dialoog, verbindende
communicatie, open space, talking stick, …)
* Timing in conflict of polarisatie inschatten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

game changers

A

verander van
o Doelgroep:Versterkt het midden
o Onderwerp: Niet de identiteit, wel dilemma’s en vragen
o Positie: Authentiek zelf in het midden staan, nuance kennen, luisteren
o Toon: interesse, erkenning, mildheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

toon veranderen

A
  • MEDIATIVE SPEECH
    o Soorten vragen
    ▪ Waar sta je?
    ▪ Wat raakt jou in deze situatie?
    ▪ Hoe raakt het ons vakmanschap, onze solidariteit, onze waarden, …?
    ▪ Wat is de werkelijke kwestie?
    ▪ Wat is de gemeenschappelijke kwestie?
    o VOLG NIET HET FRAME VD PUSHER
  • MEDIATIVE BEHAVIOUR
    o Fundamentele houding:
    ▪ werkelijk oordeel opschorten
    ▪ onderzoek doen zonder conclusies
    ▪ vertrouwen opbouwen
    ▪ meerzijdige partijdigheid
    ▪ niet moraliseren
    ▪ zichzelf kwetsbaar opstellen
    ▪ actief luisteren
    ▪ kleine stappen waarderen
    o = BASISHOUDING SOCIAAL WERKER
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

kritieken op Brandsma

A
  • Polarisatie is (soms) nodig
  • Om verandering na te streven
  • Meningsverschil is nodig voor democratie (oa motivatie om te gaan stemmen)
  • NEGEREN van PUSHERS is niet altijd goede aanpak
  • Hangt van je sociaal werkpraktijk af
  • Bv werken met geradicaliseerde jongeren
  • RICHTEN OP HET MIDDEN BEVORDERT DE STATUS QUO
  • Is de middenpositie innemen of versterken kiezen voor de sterksten?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly