Desinformatie/ fake news Flashcards

1
Q

nepnieuws

A

Is een probleem
* Schaadt de gezondheid
* Wakkert haatgevoelens aan
* Ondermijnt democratie
* Schaadt het vertrouwen in de media

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

cijfers nepnieuws

A
  • 70% meer kans dat nepnieuws wordt dedeeld dan echt nieuws
  • Vertrouwen in nieuws wereldwijd 42%
  • 3 op de 4 Vlamingen bezorgd over invloed van valse informatie op de maatschappij
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe ontstaant fake news

A

MISinformatie
* DESinformatie
* Informatie verspreidt zich als een virus
o Ook mis informatie en desinformatie verspreiden zich op die manier. Wanneer het opvallend
nieuws is kan het zich nog sneller verspreiden. En dat kan gevaarlijk zijn
o We moeten kritisch zijn voor informatie
* We kunnen die cyclus stoppen
o Door bronnen te checken
o Door in vraag te stellen vanwaar de info komt
o Door feiten te dubbelchecken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

misinformatie

A
  • Onjuiste informatie
  • Wanneer mensen desinformatie delen, maar niet weten dat het onjuist of misleidend is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

desinformatie

A
  • Onjuiste informatie
  • Wanneer mensen opzettelijk valse of misleidende informatie maken en delen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

typologie van mis/desinformatie

A
  • 7 vaakst voorkomende vormen van mis/desinformatie
    o Satire
    ▪ Niet de bedoeling om te schaden, maar kan misleiden
    o Valse connectie
    ▪ Wanneer titels, visuals of titels de inhoud niet ondersteunen
    o Misleidende context
    ▪ Misleidend gebruik van informatie om een bepaald voorval of individu te framen
    o Verkeerde context
    ▪ Wanneer echte inhoud gedeeld wordt met verkeerde contextuele informatie
    o Bedriegelijke inhoud
    ▪ Betrouwbare bronnen worden geïmiteerd om desinformatie te verspreiden
    o Gemanipuleerde inhoud
    ▪ Wanneer echte inhoud of afbeeldingen gemanipuleerd is om te misleiden
    o Gefrabriceerde inhoud
    ▪ Volledig verzonnen, uit het niets ontworpen om te schaden en te misleiden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe werkt desinformatie

A
  • Agency
    o Ik doe iets, ik zoek het zelf
    *Confirmation bias
    o Mijn intuïtieve aannnames worden bevestigd
  • Sense of community
    o Ze kennen mij, ik ben welkom
  • Identification
    o Ik identificeer me met deze groe
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

beweegredenen van desinformatie

A

Geldgewin
o (geo)politiek gewin
o Voor de fun

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe herken je desinformatie

A

HALT
o Ho!
▪ Wat maakt het bij je los?
▪ Wat voel je?
▪ Sluit het aan bij je huidige opvatting?
o Analyseer de bron
▪ Wie/wat is de bron?
* Wie verspreidt het bericht
▪ Analyseer de bron
* Is deze bron wie/wat ik verwachtte?
* Is deze bron betrouwbaar genoeg om het bericht te delen zonder verdere
controle?
o Lokaliseer betere berichtgeving
▪ Zoeken van betere berichtgeving: Google!
▪ Kan via normale zoekopdracht
▪ Tips & tricks om google beter te gebruiken
* Tijd aanpassen
* “deze quote wil je zeker”
* -“vergeet dit”
* Site:
* Filetype:pdf
o Traceer
▪ Doel: hercontextualiseren
▪ Naar de bron met reverse image search
▪ Doorklikken als er bronnen vermeld staan
▪ Zoeken op verschillende sociale netwerken
▪ Ouder = bete

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is factchecking

A

o Apart journalistiek genre
o Achteraf
o Transparant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly