Persoonlijkheidsstoornissen Flashcards

1
Q

Hoe omschrijft de DSM persoonlijkheidsstoornis?

A

een duurzaam patroon van innerlijke ervaringen en gedragingen dat duidelijk afwijkt van de verwachtingen binnen de cultuur van de client, in veel verschillende situaties aanwezig en hardnekkig is, ontstaat tijdens de adolescentie of op jongvolwassen leeftijd, stabiel is in de tijd en beperkingen of lijdensdruk veroorzaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn algemene kenmerken/ criteria van persoonlijkheidsstoornissen?

A
  • stoornissen kunnen zich uiten in denken, voelen, de omgang met anderen en in de impulsbeheersing.
  • vertonen een relatief stabiel verloop over de tijd
  • beïnvloeden het functioneren van het individu in uiteenlopende situaties.
  • veroorzaken lijdensdruk of beperkingen op meerdere levensgebieden.
  • het patroon kan niet verklaart worden als uiting of gevolg van een andere psychische stoornis en niet toegeschreven worden aan een fyiologische reactie op een middel of somatiek.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke 3 clusters binnen de persoonlijkheidsstoornissen zijn er?

A

A. het vreemde, excentrieke cluster
B. het impulsieve, dramatische (emotionele clusters)
C. het angstige cluster

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beloop van de persoonlijkheidsproblematiek:

A
  • Laat per persoon en per type problematiek grote
    verschillen zien.
  • Een persoonlijkheidsprobleem openbaart zich vaak in de adolescentie omdat patronen die ze als kind hebben aangeleerd, nu niet meer passen.
  • Kwetsbaarheid voor terugval blijft doorgaans bestaan.
  • grote overlap onderling met andere persoonlijkheidsstoornissen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat typeert cluster A?

A

mensen hebben weinig contact met anderen, leven vaak geïsoleerd.
zijn niet snel geneigd psychische hulp te zoeken (outreachend werken).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat typeert cluster B?

A

mensen hebben vaak problemen met impulscontrole en emotieregulatie. Beleven problemen vaak als buiten zichzelf. Buitensporig en onvoorspelbare gedragingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat typeert cluster C?

A

angstig, vermijdend, aangepast. naar binnen gericht. mensen kunnen zich wel beter aanpassen (beter dan A en B) aan de eisen van het dagelijks leven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Oorzaken?

A
  • veel is nog onbekend.
  • Erfelijke factoren spelen
    een belangrijke rol,
  • met name is combinatie met te weinig geborgenheid in de kindertijd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat typeert een paranoïde persoonlijkheidsstoornis?

A

Overheersend wantrouwen en achterdocht tegenover andere mensen en hun motieven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kenmerken van paranoïde persoonlijkheidsstoornis?
Moet minstens 4 kenmerken hebben.

A
  • verdenkt anderen ervan dat ze hem uitbuiten, schade berokkenen of bedriegen.
  • is gepreoccupeerd door ongerechtvaardigde twijfels aan loyaliteit of betrouwbaarheid van naasten.
  • is onwillig om anderen in vertrouwen te nemen vanwege een ongerechtvaardigde vrees dat de informatie op een kwaadaardige manier tegen hem gebruikt wordt.
  • zoekt verborgen kleinerende of bedreigende betekenissen achter onschuldige opmerkingen.
  • koestert persisterende wrok, vergeeft niet.
  • bespeurt aanvallen op zijn karakter of reputatie die voor anderen niet duidelijk waarneembaar zijn en gaat in tegenaanval.
  • heeft recidiverend ongerechtvaardigde twijfels over trouw van echtgenoot.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke 3 vormen van persoonlijkheidsproblematiek vallen onder Cluster A?

A
  • Paranoïde-persoonlijkheidsproblematiek.
  • Schizoïde-persoonlijkheidsproblematiek
  • Schizotypische-persoonlijkheidsproblematiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke 4 vormen van persoonlijkheidsproblematiek vallen onder cluster B?

A
  • Antisociale-persoonlijkheidsproblematiek
  • Borderline-persoonlijkheidsproblematiek
  • Histrionische-persoonlijkheidsproblematiek
  • Narcistische-persoonlijkheidsproblematiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

A. Wat typeert een schizoïde persoonlijkheidsstoornis?

A

overheersend patroon van afstandelijkheid en beperkte expressie van emoties in uiteenlopende sociale interacties. eenlingen die zich niet verbonden lijken te voelen met de wereld om hen heen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

A. Wat zijn kenmerken van schizoïde persoonlijkheidsproblematiek? minstens 4 kenmerken.

A
  • heeft geen behoefte en geen plezier in hechte relaties en geniet hier ook niet van. ook niet van gezin.
  • kiest voor solitaire activiteiten
  • heeft weinig of geen belangstelling voor seksuele ervaringen met een ander.
  • beleeft weinig of geen genoegen aan activiteiten.
  • heeft geen hechte vriendschappen of vertrouwelingen buiten eerstegraads familie.
  • lijkt onverschillig voor lof of kritiek van anderen..
  • toont emotionele kilheid, ongehechtheid of een afgevlakte affectiviteit.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

A. Wat typeert een schizotypische persoonlijkheidsstoornis?

A

eigenaardig denken, gedrag en uiterlijk. betrekkingsideeën komen vaak voor, bijv. denken dat anderen over hen praten als men een groep vreemden ziet praten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

A. Wat zijn kenmerken van schizotypische persoonlijkheidsstoornis?

A
  • betrekkingsideeën (met uitsluiting van wanen).
  • eigenaardige overtuigingen of magische denkbeelden, die het gedrag beinvloeden en niet in overeenstemming met subculturele normen.
  • ongewone perceptuele waarnemingen, inbegrip illusies.
  • merkwaardige wijze van denken en spreken (bijv. metaforisch, stereotiep.
  • achterdocht of paranoïdeideeën.
  • inadequaat of ingeperkt affect.
  • uiterlijk is vreemd, excentriek of zonderling.
  • geen hechte vrienden.
  • excessieve sociale angst die niet afneemt. hangt vaak samen met paranoïde angsten (.i.p.v. negatief oordeel over zichzelf).
17
Q

B. Wat typeert een antisociale persoonlijkheidsstoornis?

A
  • hebben hun impulsiviteit niet goed in de hand
  • en gaan op zoek naar snelle behoeftebevrediging.
  • Hun empathisch vermogen is niet goed
    ontwikkeld, waardoor ze weinig rekening houden met anderen.
  • onverschillig
  • onverantwoordelijk
  • geen berouw, verminderde gewetensontwikkeling.

Ze hebben traumatische jeugdervaringen en op latere leeftijd is depressie en geslaagde suïcide groot.

18
Q

B. Wat typeert een borderline persoonlijkheidsstoornis?

A

instabiliteit in relaties, zelfbeeld, gevoel en/ of impulsiviteit. Lijkt of hij/ zij 2 kanten heeft.

19
Q

In welke 2 categorieën zijn mensen met een antisociale persoonlijkheidsproblematiek op te verdelen?

A
  1. Mensen met oppervlakkige charme, egoïstisch en met gebrek aan empathie profiteren ze
    meedogenloos van anderen, maar ze houden zich wel aan de wet. Intelligent.
  2. antisociale gedragingen kenmerkend, crimineel actief.
20
Q

B. Wat zijn kenmerken van Borderline?

A
  • denken in extremen
  • krampachtig proberen te voorkomen om feitelijk en vermeend in de steek gelaten te worden.
  • patroon van instabiele en intense intermenselijke relaties gekenmerkt door wisselingen tussen overmatig idealistisch of kleinerend.
  • identiteitsstoornis.
  • impulsiviteit op te minste 2 gebieden die betrokkenen zelf schade toebrengen.
  • recidiverende suicidale gedragingen, gestes/ dreigingen of automutilatie.
  • affectlabiliteit als gevolg van reactiviteit van stemming
  • chronisch gevoel van leegte
  • inadequate, intense woede of moeite kwaadheid te beheersen.
  • voorbijgaande, aan stress gerelateerde paranoïde ideeën of ernstige dissociatieve verschijnselen.
21
Q

Wat typeert een histrionische persoonlijkheidsstoornis?

A

Buitensporige emotionaliteit en aandacht vragen, theatraal.

22
Q

Wat zijn kenmerken van histrionische persoonlijkheidsstoornis?

A
  • voelt zich niet op zijn of haar gemak wanneer zij/ hij niet in het centrum van aandacht staat.
  • interactie met anderen wordt vaak gekenmerkt door onaangepast seksueel verleidelijk of provocerend gedrag.
  • snel wisselende en oppervlakkige expressies van emoties.
  • maakt consistent gebruik van eigen uiterlijk om aandacht te vragen.
  • heeft een stijl van spreken die excessief impressionistisch is, details ontbreken.
  • toont zelfdramatisering, theatrale en overdreven expressie van emoties.
  • suggestibel (gemakkelijk beïnvloedbaar door anderen of situaties).
  • beschouwt relaties als intiemer dan ze in werkelijkheid zijn.
23
Q

B. Wat typeert een narcistischer persoonlijkheidsstoornis?

A

Grootheidsgevoelens, behoefte aan bewondering en gebrek aan empathie.

24
Q

Wat zijn kenmerken van narcistische persoonlijkheidsstoornis? Minstens 5

A
  • opgeblazen gevoel van eigen belangrijkheid.
  • gepreoccupeerd met fantasieen over grenzeloos succes, macht, genialiteit, schoonheid of ideale liefde.
  • geloofd dat hij/ zij uniek, bijzonder is, kan alleen worden begrepen door, of moet omgaan met, andere bijzondere mensen, status.
  • excessieve behoefte aan bewondering.
  • gevoel bijzondere rechten te hebben.
  • exploiteert anderen.
  • gebrek aan empathie, niet bereid gevoelens van anderen te erkennen.
  • afgunstig op anderen of gelooft dat anderen afgunstig zijn op hem/ haar.
  • arrogant, hooghartig.
25
Q

C. Wat typeert een vermijdende persoonlijkheidsstoornis?

A

sociale geremdheid, vermijden van contacten, gevoelens tekort te schieten en extreem gevoelig zijn voor een negatieve beoordeling.

26
Q

Oorzaken/ beloop van Borderline problematiek?

A

Vroeg- kinderlijk trauma. veel onbekend, het gaat om een samenspel van factoren. Genetische factoren, negatieve of traumatische ervaringen in de jeugd, emotionele
ontregeling, impulsiviteit, disfunctionele gedragingen (zelfbeschadiging, suïcidaliteit) en
psychosociale problemen en conflicten.
Comorbiditeit met depressieve- of bipolaire- stemmingsproblematiek, verslaving, angst en PTSS.

Is niet een opzichzelfstaande eenduidige aandoening, gaat om zeer complexe levensproblematiek.

27
Q

Wat zijn kenmerken van vermijdende persoonlijkheidsstoornis?

A
  • vermijdt beroepsmatige activiteiten die belangrijk intermenselijk contacten met zich meebrengen, vrees voor kritiek, afwijzing of afkeuring.
  • raakt niet graag betrokken bij mensen, tenzij hij/ zij zeker is aardig gevonden te worden.
  • gereserveerd in intieme relaties vanwege angst voor gek te worden gezet of uitgelachten te worden.
  • gepreoccupeerd met de gedachte in sociale situaties te worden bekritiseerd of afgewezen.
  • Ze zijn extreem verlegen en afwachtend door hun lage eigenwaarde en
    geringe zelfvertrouwen, ze zijn uitermate gevoelig voor een negatieve beoordeling. Ze zijn
    ervan overtuigd dat ze weinig te bieden hebben. Ze zijn ook angstig voor familie en
    bekenden. Wanneer de ander maar een klein beetje blijkt geeft van kritiek of geen compliment geeft, voelt de aangesprokene zich al gekwetst. Lijkt op sociale angst.
28
Q

C. Wat typeert een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis?

A

excessieve behoefte om verzorgd te worden, met als gevolg onderdanig gedrag en angst voor verlating.

29
Q

Wat zijn kenmerken van afhankelijke persoonlijkheidsstoornis? Minstens 5

A

ze zijn ervan overtuigd dat ze anderen nodig
hebben om ergens aan te kunnen beginnen, om beslissingen te nemen of ergens naartoe te gaan. De basis is een zeer gering zelfvertrouwen, mogelijk ontstaan door een chronische
ziekte, overbezorgde ouders, separatie- angst of verwaarlozing in kindertijd. Ze zijn bang om alleen te zijn. Cijferen zichzelf weg uit angst om de persoon of steun te verliezen. Afhankelijkheid en opofferingsgezindheid resulteren in onevenwichtige relaties.

30
Q

Welke 3 vormen van persoonlijkheidsproblematiek vallen onder cluster C?

A
  1. Vermijdende-persoonlijkheidsproblematiek
  2. Afhankelijke-persoonlijkheidsproblematiek
  3. Dwangmatige-persoonlijkheidsproblematiek
31
Q

Wat typeert de dwangmatige persoonlijkheidsstoornis?

A

preoccupatie met ordelijkheid, perfectionisme en beheersing. Koppig en start en niet bereid zich aan te passen aan anderen.

32
Q

Wat zijn kenmerken van dwangmatige persoonlijkheidsstoornis?

A
  • gepreoccupeerd met details, regels, lijsten, orde, schema’s, zozeer dat eigenlijke doel van de activiteit uit het oog verloren wordt.
  • perfectionisme interfereert met voltooien van taken.
  • excessief toegewijd aan werk en productiviteit, met uitsluiting van ontspannen activiteiten.
  • overmatig consciëntieus en inflexibel op gebied van moraliteit en ethiek.
  • onwillig om taken te delegeren, tenzij de ander zich volledig voegt.
  • geld oppotten voor toekomstige catastrofes.
  • rigiditeit en koppigheid.
33
Q

Wat zijn behandelvormen/ interventies?

A
  • Cognitieve therapie
  • Dialectische gedragstherapie (DGT): richten op destructieve gedrag en aanleren van vaardigheden.
  • Gedragstherapie
  • Groepstherapie
  • Schematherapie
  • Mentalisatie bevorderende therapie (MBT)
  • ACT (Acceptance and Commitment Therapy)
  • Psychotherapie: achterliggende oorzaak onderzoeken
  • In combinatie met medicatie.