Perifere zenuwstelsel Flashcards
Perifere zenuwstelsel
Betanechol
Pilocarpine
Perifere zenuwstelsel –> cholinerge transmissie –> muscarine agonisten
Muscarine agonisten = parasympaticacomimetica
- Betanechol = ileus
- Pilocarpine = glaucoom
Atropine
glycopyrrolaat
butylscopolamine
perifere zenuwstelsel –> cholinerge transmissie –> muscarine antagonisten
Muscarine antagonisten = parasympaticolytica
- Atropine = pre-anestheticum
- Glycopyrrolaat = pre - anestheticum / = beter:
Minder tachycardie, niet door placenta, minder czs nevenwerking, langere werking - Butylscopolamine = buscopan
Neostigmine
Pyridostigmine
Fysostigmine
Parathion
perifere zenuwstelsel –> cholinerge transmissie –> cholinesterase inhibitoren
Middellangwerkende reversiebel: carbamaatesters
- Neostigmine = middellang, reversibel
- Pyridostigmine = middellang, reversibel
- Fysostigmine = middellang, reversibel
Langwerkende irreversiebel: organosfosfaatesters
- Parathion = langwerken, irreversibel
Curare
Perifere zenuwstelsel –> cholinerge transmissie –> neuromusculaire blokkers –> niet depolariserend
Geen anesthesie/analgesie
Antagonist nic R
Minder gebruikt
Succinylcholine
Perifere zenuwstelsel –> cholinerge transmissie –> neuromusculaire blokkers –> depolariserend
Geen anesthesie/analgesie
Antagonist nic R (slappe paralyse)
bv voor orthopedische chirurgie of intubatie (minder spasmen)
Adrenaline
Noradrenaline
Fenylefrine
Efedrine
Perifere zenuwstelsel –> Noradrenerge transmissie (!belangr!) –> niet electieve A en B agonisten
- Adrenaline = anafylatie
- Fenylefrine = allergische rhinitis
- Efedrine = allergische rhinitis
Fenylpropanolamine
perifere zenuwstelsel –> noradrenerge transmissie (!belangr!) –> niet selectieve A agonist
- Fenylpropanolamine = urinaire incontinentie
isoprenaline
dobutamine
perifere zenuwstelsel –> noradrenerge transmissie (!belangr!) –> niet selectieve B agonist
- Isoprenaline = hartblokkade
- Dobutamine = shock, myocardinsuff
Clenbuterol
perifere zenuwstelsel –> Noradrenerge transmissie (!belangr!) –> B2 selectieve agonist
Atipamezole
perifere zenuwstelsel –> noradrenerge transmissie (!belangr!) –> A2 selectieve antagonist
- Atipamezole = recovery
Propanolol Timolol Oxprenolol Pindolol Carazolol
perifere zenuwstelsel –> noradrenerge transmissie (!belangr!) –> B antagonisten –> niet selectief
- Propanolol = volle inv. ag.
- Oxprenolol = part inv. ag.
- Pindolol = part. inv. ag.
cardiale arythmieen
(syst. hypertensie en HCM kat)
Niet selectief mogelijks bronchospasmen/ bronchoconstr.
Atenolol
Metoprolol
Perifere zenuwstelsel –> Noradrenerge transmissie (!belangr!) –> B antagonisten –> selectief
cardiale arythmieen
(syst. hypertensie en HCM kat)