perifeer infusie

Question 1

perifeer infuus

Answer 1

Een perifeer infuus wordt bij zorgvragers ingebracht om directe veneuze toegang te verkrijgen voor het toedienen van medicatie en vloeistoffen.
Een perifeer infuus is geschikt voor kortdurende toediening van vocht en/of medicijnen gedurende maximaal 2 weken.

Question 2

materialen

Answer 2

• Perifere infuuscanule: voor toedienen vocht, medicatie of bloed (producten).
  Flexibele kunststofcanule
  Midline-katheter: 20-25cm en wordt ingebracht in bovenarm, net boven elleboogplooi.
  Vleugelnaald
• Infuusvloeistof: transparante infuuszakken, flessen, medicatiespuiten of medicatiecassettes. 50-3000ml. Toedienen op kamertemp.
• Infuusslang: slang tussen infuuszak en infuuscanule. Bestaat uit:
  Spike: stevige kunststofnaald aan de infuusslang om de infuuszak mee aan te prikken.
  Druppelkamer en filter: druppelkamer is doorzichtig zodat je goed kan zien of het infuus goed druppelt. Het filter voorkomt dat er te grote delen in de bloedbaan komen.
  Rolklem: hiermee stel je handmatig de druppelsnelheid in.
  Bijspuitpunt: voor het toedienen van extra medicatie.
• Infuuspomp: hiermee kun je de infuussnelheid instellen.

Question 3

procedure en aandachtspunten

Answer 3

• De dominante hand/arm van de zorgvrager: prik hier liever geen infuus, dit beperkt de bewegingsvrijheid.
• De ervaring van de zorgvrager: als de zorgvrager een vervelende ervaring heeft gehad met een prikplaats, probeer deze dan te vermijden.
• Breng geen infuus aan in de zijde van lymfeoedeem en ook niet aan de kant waar een okseltoilet is uitgevoerd.
• Prik geen infuus in een arm waar een shunt voor hemodialyse zit.
• Prik geen infuus aan een arm die verlamd is.
• Plaats het infuus niet in ledematen met trombose.
• Plaats geen infuus in een bestraald gebied.
• Verwijder bij de zorgvrager sieraden aan de arm waar de canule geprikt wordt.
• Gebruik een zo dun mogelijk canule
• Zoek een vene bij voorkeur op de niet dominante arm tussen 5cm onder het ellebooggewricht en 5cm boven het polsgewricht
• Om pijn te verzachten kan een lokaal anestheticum worden gebruikt.
• Voordat je in de vene gaat prikken moet je de huid desinfecteren.
• Als de naald 1cm onder de huid ligt, moet er bloed verschijnen in het reservoir van de canule
• Als het infuus goed is geprikt komt er bloed in de controlekamer. De kleur van het bloed zegt in welk bloedvat je geprikt hebt. Arterieel bloed is veel helderder van kleur.
• Doe niet meer dan 2 pogingen om te prikken. Lukt het niet in 2 keer, roep dan hulp van een ervaren collega.
• Als het infuus is aangesloten, fixeer je de infuusnaald met een speciale doorzichtige pleister. Het is belangrijk dat de pleister doorzichtig is, zo kun je de insteekopening controleren op ontsteking of het subcutaan lopen van het infuus.
• Bij het verwijderen van de canule is het van belang dat je strikt aseptisch tewerk gaat om te voorkomen dat de zorgvrager achteraf een infectie krijgt.

Question 4

veiligheidsaspecten

Answer 4

• Controleer de infuuszak op beschadigingen, vervaldatum, steriliteit en helderheid en de juiste voorgeschreven vloeistof.
• De zak mag maar 1 keer worden aangeprikt.
• Het systeem moet gesloten blijven.
• Je draagt niet-steriele handschoenen.
• Infuuspomp wordt altijd aangeraden.
• Zorg dat het toedieningssysteem niet wordt afgekneld.
• Vervang iedere 24 uur de infuusslang als er bloedproducten worden toegediend.
• Voor andere vloeistoffen: vervang de slang iedere 3/4 dagen, tenzij je al eerder verontreiniging of beschadiging ziet.
• De infuuscanule hoeft niet regelmatig vervangen te worden, omdat opnieuw prikken lastig en pijnlijk kan zijn.

Question 5

complicaties

Answer 5

• Lucht in bloedbaan -> trendelburghouding, zo gaat de lucht naar de voeten, daar kan de minste schade plaatsvinden.
• Hematoomvorming: kan ontstaan bij inbrengen of verwijderen van canule. Voorkom je door na verwijderen minstens 3 min op de plek te blijven drukken.
• Infecties
• Flebitis: lokale ontsteking perifere ader.
• Overvulling: vloeistof loopt te snel in en/of door verminderde hart/nierfunctie. Symptomen: kortademig, veranderingen bloeddruk en hartslag. Zet de zorgvrager rechtop, verminder druppelsnelheid en raadpleeg arts.
• Subcutaan lopen: symptomen zijn vertraagde inloopvloeistof infuus, huid rondom insteekplaats koud en bleek, zwelling zichtbaar, zorgvrager heeft pijn. Zet infuus stil en verwijder canule, koel huid met ijs bij lichte zwelling, leg warme kompressen op huid bij onderhuids infiltraat, leg aangedane arm hoog.
• Reacties op infuusvloeistof