PD.7 - Klinisch beloop van kanker, met of zonder therapie Flashcards
Welke twee CRT zijn er als voorbehandeling (oesophaguscarcinoom)?
CRT = chemoradiotherapie
nCRT: neo-adjuvante CRT
23x1,8Gy met vijfwekelijks carboplatine/paclitaxel
dCRT: denifitieve CRT
28x1,8Gy met zeswekelijks carboplatine/paclitaxel
Wat is het verschil in vervolg van nCRT en dCRT?
nCRT: hierna operatie
dCRT: als tumor niet resectabel (of niet willen opereren)
Wat zien we bij 30% van de patienten met oesophaguscarcinoom na voorbehandeling met CRT?
Dat het zodanig effect heeft waardoor geen tumor meer gezien wordt
SANO-trial: kijkt of operatie dan nog nodig is
Wat zijn drie effecten van nCRT bij een resectabel oesophaguscarcinoom?
- Toename lokale/radicale respectabiliteit (let op het is geen inductie)
- Afname kans op disseminatie bij operatie (uitzaaiing)
- Toename op de respons van de operatie
Wat zijn acute bijwerkingen van de RT bij oesophaguscarcinoom?
- radiatie oesophagitis met pijn en passageklachten
- hoesten
- huid irritatie
- vermoeidheid
- misselijkheid en braken: minder vaak omdat al anti-emetica bij chemo
Wat zijn late bijwerkingen van RT bij een oesophagus carcinoom?
- Stenose
- fisteling
- ulcera