PD.3: Een patiënt met koorts na een transplantatie Flashcards

1
Q

Infecties na transplantatie: <1 maand

A

Donor derived
Nosocomiaal
Recipient derived

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Infecties na transplantatie: 1-12 maanden

A

Reactivatie latente infectie
Opportunistische infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Infecties na transplantatie: >12 maanden

A

Community acquired
Latente intracellulaire infecties
Kanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Risicofactoren infecties

A

Immunosuppressiva of eerdere therapieën
Mucocutane barrière doorbraak
Neutropenie, lymfopenie
Onderliggende immuundeficiënties
Metabole condities
Virale infecties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Donor derived infecties

A

CMV
EBV
HIV
Hepatitis A, B, C
Syphilis
Toxoplasma gondii
CAVE meningitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Nosocomiale infecties

A

Infecties veroorzaakt door verblijf in het ziekenhuis
Algemene postoperatieve infecties
- Pneumonie
- Wondinfectie
- Flebitis infuus
- Centrale lijn gerelateerde infectie
- Antibiotica geassocieerde diarree
Transplantatie gerelateerde infecties
- Nieren: urethra en vaten kunnen lekken infecteren
- Lever: peritonitis door lekkage vaten
- Long: bronchus en pleuraholte kunnen infecteren
- Hart: osteomyelitis van het sternum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Recipent derived infecties

A

Lever: galwegen gekoloniseerd met enterococcen en pseudomonas
Longen: gekoloniseerd met zeer resistente bacteriën door zeer uitgebreid eerder antibiotica gebruik
Nieren: kolonisatie nieren en blaas met resistente bacteriën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Reactivatie latente infecties

A

BK
CMV
EBV
Hepatitis B/C
HSV
VZV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Parasitaire infecties

A

Leishmanins
Strongyloides
Tryanosoma
Toxoplasma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Infecties met intracellulaire bacteriën

A

Listeria
Nocardia
Mycobacterium tuberculose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Opportunistische infecties

A

PJP
Andere schimmels
Adenovirus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

CMV symptomen

A

Directe effecten
- CMV syndroom: koorts, spierpijn, gewrichtspijn, beenmergsuppressie
- CMV ziekte: hepatitis, colitis, retinitis, pneumonitis
Indirecte effecten
- Acute/chronische rejectie
- Immuunsuppressief: infecties met andere opportunisten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Behandeling CMV

A

Voorkomen CMV
- Profylaxe
- Pre-emptieve therapie: regelmatig CMV-DNA meten en indien hoger dan bepaalde waarde, starten met therapie
Behandelen CMV
- Verminderen immuunsuppressie
- Ganciclovir iv of valganciclovir 2x 900 mg per os

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

VZV infectie

A

Primo infectie
- IgM positief
- IgG positief
Reactivatie
- IgG positief
Behandeling
- Aciclovir
- Valaciclovir

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Community acquired infecties

A

Respiratoire virussen
Schimmels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Latente intracellulaire infecties

A

Viraal
- CMV
- JC
- HSV
- VZV
Bacterieel
- Tbc
- Nocardia
- Listeria
Parasitair
- Toxoplasma

17
Q

Kanker

A

Cervixcarcinoom
EBV-PTLD
Huidkanker