HC.5: Graft-versus-host I Flashcards
Hematopoietische stamcel (HSC) transplantatie
Autoloog
- Geen afstotingsproblematiek
Allogeen
- Transplantaat valt ontvanger aan
- Dit kan leiden tot Graft-versus-Host Disease (GVHD)
Cellen betrokken bij GVHD
T-lymfocyten, voornamelijk CD4+ Th-cellen
NK-cellen
Tk-cellen
Antigeen-presenterende cellen
Criteria GVHD
Transplantaat bevat immunocompentente T-cellen
Donor en ontvanger zijn HLA-incompatibel
Ontvanger is immunodeficiënt
Andere oorzaken GVHD
Orgaantransplantatie
Bloedtransfusie bij
- Pasgeborenen
- Immunodeficiëntie patiënten
- Patiënten die worden behandeld met hoge doses cytostatica
HLA klasse I
Alle kernhoudende cellen
Intracellulaire antigenen
Peptiden van 8-11 aminozuren
Presentatie aan CD8+ T-cellen
HLA klasse II
Speciale Ag-presenterende cellen
Extracellulaire antigenen
Peptiden van 9-30 aminozuren
Presentatie aan CD4+ T-cellen
Minor Histocompatibility Antigens (MiHA)
Non MHC antigenen
Polymorfe eiwitten die kunnen verschillen tussen donor en ontvanger
Veroorzaken T-cel responsen bij mismatch donor-ontvanger
Spelen daarbij ook een rol bij afstotingsreacties en GVHD
Pathogenese acute GVHD
- Weefselschade door conditionering
- Activatie van APCs van de patiënt
- Presentatie van antigenen door APCs aan donor T-lymfocyten
- Activatie van donor T-lymfocyten met als gevolg cytokineproductie
- Toename van weefselschade door o.a. cytotoxische T-cellen, NK-cellen en inflammatoire cytokines
Kenmerken acute GVHD
Frequentie 30-50%
Target organen: alle, maar in het bijzonder
- Huid: schilfering tot blaarvorming en volledige afstoting
- Darm: verdwijnen darmepitheel
- Lever: geelzucht
Mate van HLA match belangrijkste risicofactor
Vaak bijkomende klachten van koorts en algehele malaise
Behandeling acute GVHD
Graad I: topische corticosteroïden
Graad II: hoge dosis systemische corticosteroïden
Kenmerken chronische GVHD
Frequentie 40-60%
Tijdstip begin: grote spreiding, meestal in afbouwfase van immunosuppressiva
Pleomorf ziektebeeld dat mild tot zeer ernstig kan verlopen
Vrijwel elk orgaan kan aangetast zijn; voornamelijk huid, ogen, mond, oesophagus, long en lever
Kan gepaard gaan met een vrij ernstige immuundeficiëntie en dientengevolge met opportunistische infecties
Behandeling chronische GVHD
Milde GVHD: topische corticosteroïden
Ernstige GVHD: systemische therapie met corticosteroïden
Multidisciplinaire behandeling
Voorkomen GVHD
Depletie T-cellen uit transplantaat voorafgaand aan de transplantatie
Behandeling patiënt met immunosuppressieve geneesmiddelen