Paragraaf 3 Flashcards

1
Q

Wat zijn cellen voor een organisme

A

Bouwstenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe klein zijn cellen

A

Zo klein dat je ze alleen ziet onder een microscoop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Uit hoeveel cellen bestaat het lichaam van de mens

A

30 biljoen cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een weefsel

A

Een groep van de zelfde cellen met dezelfde functie bij elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat voor cellen zitten er vooral in je botten

A

Botcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hebben planten ook weefsels

A

Ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een jaarring

A

Dat wat een jaar aangeeft bij een boom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Zet de volgende dingen van groot naar klein: cellen, organen, weefsels en orgaanstelsels

A

Cellen
Weefsels
Organen
Organenstelsels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Zijn cellen plat

A

Nee ze kunnen allerlei vormen hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem 3 soorten weefsels

A

Botweefsel
Zenuwweefsel
Spierweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat doet de opperhuid bij planten

A

Het beschermt tegen invloeden van buitenaf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waaruit bestaat een huidmondje

A

2 langwerpige cellen met daartussen
Een kleine opening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat doen huidmondjes (planten)

A

Daardoor nemen ze koolstofdioxide op en geven ze zuurstof af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom hebben plantjes vooral huidmondjes aan de onderkant (planten)

A

Omdat het water dan minder snel verdampt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer sluiten de huidmondjes (planten)

A

Als een plant toch te veel water dreigt te verdampen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe noem je het weefsel in de stam van een boom

17
Q

Wat is cambium

A

Een laag cellen dicht onder het schors

18
Q

Bekijk plaatjes in het boek

A

Graag nuuuuuuuuuuuuu

19
Q

Waar zorgt tussencelstof voor

A

Dat je weefsel stevig en sterk is

20
Q

Noem 2 verschillende soorten tussencelstof

A
  1. Vloeistof (hersenvloeistof)
  2. Harde stof (kalkachtig b.v. Bij botten)
21
Q

Hoe zijn botcellen met elkaar verbonden

A

Door uitsteeksels

22
Q

Wat doet cambium

A

Vormt nieuw hout richting het midden van de stam

23
Q

Waardoor ligt cambium vlak onder het schors

A

Doordat cambium nieuw hout richting het midden van de stam maakt