Page 12 Flashcards
1
Q
Sore
A
Pijnlijk; zeer
2
Q
Vein
A
Ader
3
Q
To resemble
A
Lijken op
4
Q
Resemblance
A
Gelijkenis
5
Q
Remarkable
A
Opmerkelijk
6
Q
Appearance
A
Uiterlijk
7
Q
To shiver
A
Huiveren; rillen
8
Q
Wrinkle
A
Rimpel
9
Q
Oxygen
A
Zuurstof
10
Q
Lame
A
Mank
11
Q
Skull
A
Schedel
12
Q
Features
A
Gelaatstrekken
13
Q
Lap
A
Schoot
14
Q
Blank
A
Wezenloos
15
Q
Grace
A
Gratie; sierlijkheid