p42-49 Flashcards

1
Q

geef info over het rustpotentiaal

A

het neruon is negatief geladen tegenover de buitenkant
(cytoplasma negatief tegenover extracellutairekant)
natriumion buiten de neuron en kalium ion binnen in de neuron
er is altijd een potentiaal verschil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

geef info over depoliarisatie

A

impuls afkomstig van andere neuron kan actiepotentiaal starten
opening natrium kanaal –> cel wordt poestieg tegenover buitenkant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

geen info over repolarisatie

A

kalium poort gaat open en natriumpoort sluit veroorzaakt de repolarisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is hyperpolarisatie

A

wanneer het neuron te negatief geladen is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke soorten neuronen heb je en waarvoor dienen ze

A

sensoriche neuronen: vangt zenuwimpulsenop en geeft ze door naar het centrale zenuwstelsel
motorische neuronen: gelijd een signaal naar de spieren
schakelneuronen: neuronen dat zich bevinden in het centraal zenuw stelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

geef de voledige bouw van een zenuw van het begin tot einde

A

uitlopers van zenuwcellen wordt zenuwvezel
meerdere zenuwvezels vormen een zenuwbundel dat omgeven is door bindweefselschede
meerdere zenuwbundels vormen een zenuw
tussen de zenuwbundels lopen bloedvatten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ui wat bestaad het centraal zenuwstelsel

A

hersenen en rugenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat doen de grote hersenen

A

ze zorgen ervoor dat je bewust kunt handelen en datj e alerlij fucties kunt doen zoals: denken creativiteit geheugen intilligentie en persoonlekheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

uit wat bestaad de hersenstam en waarvoor dient het

A

het bestaad uit verlenge merg, de brugvan Varol en de middenhersen
ze zorgen ervoor dat je de autonome functies doet zoals: ademhaling,hartslag, regeling, lichamstemperatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waarvoor dient de kleine hersen

A

voor cordinatie van de spierbeweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly