Cel leer p24-34 2 Flashcards

1
Q

Info cytoplasma matrix

A

Waterige,heldere grond substantie
Omgeven door plasma/celmembraan
Allemaal chemische stoffen aanwezig
Organellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verschil cytocol en cytoplasma

A

Cytocol is cytoplasma zonder organellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Info celkern

A

Kernmembraan—> dubbel membraan
Nauwe ruimte tussen 2 membranen—> perinucleaire ruimte
Buitenste membraan voorzetting ER
Bevat kleine openingen= kernporiën
Perinucleaire ruimte+2membranen=kernenveloppe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoeveel kern lichaampjes heeft de celkern

A

1-2
Ander woord nucleoli
Belangrijk voor aanmaak ribosomes en ribosoom RNA(rRNA)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Functie celkern

A

Controlecentrum
Opslaan DNA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke ander organellen hebben ook DNA

A

Chloroplasten en milochondriën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Info mitochondriën

A

Staafvormig
2 eenheidsmembranen
Binnenste membraan uitstulpingen: crictae
Helemaal binnen in matrix
Bevat eigen DNA, ribosomen en enzymen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Functie mitochondriën

A

Celademhaling(verbranding glucose tot ATP)
Aantal molichondriën pe cel hangt af van de energie vraag van die cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly