Gedrag 1 en 2 Flashcards

1
Q

Populatie

A

Organisme van de zelfde soort in een bepaald afgebakend gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

3 voordelen samenleven

A

Taakverdeling
Jagen/beschermen
Voortplanting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Biotoop

A

Verschillende soorten die samenleven in een afgebakend gebied
Prooi en predator: korte interactie
Langeinteractie=symbiose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

4 verschillende symbiose

A

Mutualisme: twee organisme die allebei een voordeel van elkaar krijgen +/+

Communsalimse: 1 organisme krijgt een voordeel en het andere krijgt niks geen vooordeel geen nadeel +/0

Parasitisme: 1 organisme krijgt voordeel ander organisme wordt benadeeld -/+
Benadeeld organisme:gastheer
Organisme met voordeel: parasiet

Antibiose: ander woord amensalisme 1 organisme wordt benadeeld het andere organisme krijgt niks terug geen voordeel geen nadeel -/0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Microbioom en voorbeeld

A

Levensgemeenschap van micro-organisme in een bepaald gebied
Bv: darmflora—> belangrijk voor spijsvertering en immuunsysteem—> als aangetast: slechte stoelgang,constipatie,winderigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ziekteverwekkers

A

Ander woord pathogene:-bacteriën
-virussen
-schimmelsl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly