Celleer 11-17 Flashcards

1
Q

Celtheorie

A

Alle organisme bestaan uit cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Levenskenmerken

A

Groei, voortplanting, ontwikkeling en stofwisseling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Info bouw cellen

A

Bouwplan bij alle cellen ongeveer het zelfde
Maar allemaal anders—> komt door functie (differentie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Info weefsel

A

Cellen die dezelfde form en functie hebben die dicht bij elkaar liggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Info orgaanstelsel

A

Allemaal organen die met mekaar samen werken
(Organel)—>cel—>weefsel—>orgaan—>oorgaanstelsel—>organisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Diameter cel

A

10-20 micrometer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Differentie

A

Verschil tussen de functie van de cellen in een organisme
Word gezien als een voordeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Celorganel

A

Orgaantje cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Eigenschappen prokaryote cel

A

Klein
Geen celkern
Plasmamembraan
DNA in cytoplasma
Geen compartimentering
Altijd celwand
Ribosomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Eigenschappen eukaryoten

A

Groot
Celkern
Plasmamembraan
DNA in celkern
Compartimentering
Sommige celwand
Ribosomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly