49-61 Flashcards

1
Q

info celmetabolisme

A

geheel van biochemische processen in de cel en organisme. enzymen spelen bij omzetting belangrijke rol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

info anabolisme en katabolisme

A

anabolisme/assimilatie: vindt plaats in amyloplasten bv aaneenschakkeling van glucosemoleculen tot zetmeel
productie glucose uit co2+h2o tijdens fotosynthese in chloroplasten
6co2+6h2o–> c6h12o6+6o2
opbouw van stoffen met energie
dissemilatie /katabolisme: afbraak comlexe stoffen met vrijkomen energie
bv: zetmeel afbraak door hetrotrofe organisme met vrijstelling energie
celademhaling: C₆H₁₂O₆.+ 6O2–> 6co2+6h2o

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

info hetrotroof organisme

A

organisme die niet in staat zijn om zelf complexe koolstofbindingen te maken
dieren,zammen,protisten,meeste bacterien
bacetrien kunnen ook chemosynthese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

info ATP

A

adenosine-tri-fosfaat
1 fosfaat word losgekoppeld voor energie te laten vrijkomen –> ADP
assemilatie en desimilattie werking
bestaat uit adine,robose en 3 fosfaatgroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ATP cyclus

A

ADP+P+E<–> ATP+H₂O

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

info enzymen

A

eiwitten die helpen met katalyseren biochemische reacties
kan alleen binden met substraaten–> enzym-substraat-complex –> kan opbouw of afbraak zijn
een enzym kan slechts 1 reactie katalyseren –> reactie specifiek
naam eindigt vaak meet ase + gerelateerd met reactie of substraat
uitzondering: pesine –> breekt proteïne af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

info substraat

A

een stof die kna verbinden met een enzym
complee binding
kan alleeen binden in het actief trasnport
substraat veranderd enzym niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

verzadegingspunt

A

enzymen= substraten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly