Cel leer p 24-34 Flashcards

1
Q

Info somatische werking

A

Passief
Statisch evenwicht
Delen te groot om te verplaatsen —> water verplaatst zich—> gelijke concentratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Extracellulaire ruimte hypotoon

A

Water gaat uit de cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Extracellulaire ruimte hypertoon

A

Water gaat in de cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Extracellulaire ruimte isotonisch

A

Concentratie is gelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Info actief transport

A

Stoffen en ionen werken tegen concentratiegradiënt bewegen
Kost energie (ATP)
Via carriers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Cytoplasma

A

Alles wat binnen de grenzen ligt van het celmembraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Info cytoskelet

A

Zorgt voor 3D vorm cel
Samen houding plaatsen organellen
Bestaat uit 3 type vezels:-microtubuti
-microfilamenten
-intermediaire filamenten
Zijn verbonden met eiwitten plasma membraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bouw microtibuti

A

Eiwitten: basisstructuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bouw microfilamenten

A

Eiwit a Tine
Kleiner
Helpt bij spier beweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Functies cytoskelet

A

Stevigheid
Uitwendige cel structuren
Helpen verplaatsen cel organelles en trasportblaasjes via microtubuli
Verplaatsen chromosonen langs microtubuli
Microfilamenten helpen spiercontracties (actiën en myosine)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly