Organisatie verandering Flashcards

1
Q

Wat beweegt en remt geeldenkers

A

Beweeg:
Ambiguïteit instabiliteit pressie
Steekspel
Hoog in de bomen en belangrijk

Remt:
Gelabeld worden
Gestagneerd
Voorspelbaar zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat beweegt en remt Blauwdenkers

A

Beweeg:
Duidelijkheid
Puzzels en uiteenrafelen
Iets concreets tot stand brengen

Remt:
Er is geen werkelijkeheid
Emotioneel
Onzekerheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat beweegt en remt Rooddenkers

A

Beweeg:
Iets leuks
Familie gevoel
Mensen inspireren

Remt:
Macho gedrag
Op de man spelen
Problematiseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat beweegt en remt Groendenkers

A

Beweeg:
Verwondering
Uitproberen van nieuwe dingen
Uitdaging grenzen verleggen

Remt:
politieke spelletjes
Aan mensen sleuren
Perfectioneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat beweegt en remt Witdenkers

A

Beweeg:
Onzekerheid
Innovatie
Mysteries

Remt:
Cliches
Regels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de 5 clusters en waar staan ze voor? Cools

A

Organisatieverandering is zeer complex en is op te delen in 15 gebieden die zijn onder te verdelen in 5 verschillende clusters namelijk:

Losgekoppeld systemen
Over managen en gemanaged worden
Chaos denken
Sociopolitieke mechanisme
Over fixatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke 3 deelgebieden horen er bij het cluster losgekoppelde systemen

A

ALV

Ambiguïteiten in organisaties (Doelstellingen
Losse koppeling opvatting en gedrag
Vuilnisbesluitvorming in groepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke 3 deelgebieden horen er bij het cluster Overmanagen en gemanaged worden

A

OPA

Oer conflict
Pocket veto
Autonome medewerkers en hierachische managers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke 3 deelgebieden horen er bij het cluster chaos denken

A

DAS

Dynamisch evenwichtig
Autonome ontwikkeling
Structurele spanning en conflicten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke 3 deelgebieden horen er bij het cluster socipolitieke mecchanisme

A

IEA

Actie theorie en macht
Informele organisatie
Economische uitwisseling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke 3 deelgebieden horen er bij het cluster over fixatie

A

GOV

Gemene problemen
Ontwikkelingspatronen
vergiftigende emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noem de 6 bestandsdelen van geplande organisatie verandering

A
Uitkomsten/bestemming
Contect/history
Rollen/actoren
Fasen/processen
Communicatie/betekenis geving
Sturen/reflectie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom hebben de 6 bestandsdelen allen een dubbele benaming

A

De eerste term past bij een wat meer planmatige blik op veranderen. (concrete en tastbare aspecten)
De tweede term past bij een meer proces matige blik.(het zijn meer dimensies)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn die idealen van de 5 kleuren

A

Geel, Het zien van overkoepelende belangen zodat collectieve effecten worden nagesteeft. iedereen wil en kan het eens met elkaar worden.

Blauw, alles is maakbaar en beheersbaar en kan volgens rationele planning tot stand brengen.

Rood, het zoeken naar een ideale fit tussen de individuele doelen en organisatie doelen

Groen: een lerende onderneming waar alles valt te leren en intentioneel het leren intentioneel wordt ingezet.

Wit: Spontane evolutie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de valkuilen van de 5 kleuren

A

Geel: Ontstaan van een ordinaire machtsstrijd

Blauw: Onvoldoende rekening houden met irrationele aspecten.

Rood: Gebrek aan harde uitkomsten

Groen: in sommige situaties willen of kunnen sommige mensen niet leren.

Wit: Ideologiseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de stappen van het caluwe

A
Context
Aanloopvragen
Diagnose
Kern van het vraagstuk
Veranderstrategie
Interventies
17
Q

Uit welke gebieden bestaat de context

A

Interne achtergrond
Externe achtergrond
Probleem veroorzaker en probleem hebber
Visie

18
Q

Uit welke gebieden bestaan de aanloopvragen

A

Waar speelt dit (organisatiorisch niveau)
Wat moet er veranderen (besturing, interactie, Bedrijfsproces, product of dienst en mensen)
Wie gaan dit voor elkaar brengen

19
Q

Uit welke gebieden bestaat de diagnose

A

Wat is de diagnose

Wat zijn de diagnose vragen (3x3)

20
Q

Uit welke gebieden bestaat de kern van het vraagstuk

A

Angel

Kiem

21
Q

Uit welke gebieden bestaat Veranderstrategie keuze

A

Toeliching kleur op: systeem, verander idee, actoren en angel en kiem)
Kan het meer van het zelfde of niet
Wat beweegt mensen hier (weerstand en hoe ga je hier mee om)

22
Q

Uit welke gebieden bestaan interventies

A

Implementatie
Tijdspad
Wie moeten dit doen
RIO

23
Q

Wat is een ideaal

Wat is een valkuil

A

Een ideaal is een streven voor de lange termijn

En valkuil is een situatie waarin de aanpak niet meer effectief is

24
Q

Wat zijn de “negatieve” interpretaties over weerstand

A

Weerstand tegen verandering hoort er bij
Weerstand tegen verandering kwaadaardig en schaadt wat we voor elkaar proberen te brengen
mensen verzetten zich van nature tegen verandering
Met name medewerkers hebben weerstand
Weerstand is een massa fenomeen

25
Q

Anders denken over weerstand

A

Weerstand kan een gezond fenomeen zijn waarbij ze alternatieven voorstellen waarin ze geloven.
Mensen kunnen slechte ervaringen met een gekozen idee hebben.

26
Q

Vanwaar de dubbele benaming bij de 6 bestandsdelen?

A

De eerste term is iets concreets en planmatig

De tweede term zijn dimensies en meer procesmatig

27
Q

Uit welke 7 rollen bestaat het bestandsdeel rollen

A

Initiatiefnemer sponsor medestander trekker uitvoerder/slachtoffer en reggiseur

28
Q

Uit wat voor soort gesprekken bestaat het bestandsdeel communicatie

A

Initiërende gesprekken
Begripsvormendegesprekken
Prestatiegerichte gesprekken
Afrondende gesprekken