Orgaantransplantatie Flashcards
Geschiedenis
- 1953: niertransplantatie tussen eeneiige tweeling (Murray en Merill, Boston)
- 1963: lever (Hardy, Jackson)
- 1967: pancreas (Lillehei, Minneapolis)
- 1969: hart (Barnard, Kaapstad)
- 2005: (experimenteel) aangezicht
- In beginperiode: enorme problemen met afstoting
•Succes van transplantatie slechts toegenomen na beheersing van afstoting door?
–Inzicht in werking van transplantatie-antigenen en ontwikkeling van ‘matching’-technieken
–Ontwikkeling van (medicamenteuze) immunosuppressie
•Eerst cortisonepreparaten en beenmergonderdrukkers (azathioprine)
•Doorbraak met cyclosporine
•Verbeterd met tacrolimus
•Ontdekking van transplantatie-antigenen (Dausset en Van Rood)
•Afstoting bepaald door
–Bloedgroep
–Reeks weefselkenmerken vastgelegd in HLA-groepen (‘Human Leucocyte Antigens’)
•Succes is bepaald door het zo goed mogelijk ‘matchen’ van HLA-kenmerken van donor en receptor
- Heeft aanleiding gegeven tot ontwikkeling van allocatie-organisaties (of orgaanuitwisselingsorganisaties) voor het optimaliseren van de overeenstemming tussen aanbod en vraag
- België werkt samen met Eurotransplant (Benelux, Duitsland, Oostenrijk, Kroatië en Slovenië)
Aanwending van organen
van overleden donoren
Overleden donoren uit België in 2012: 320 (op 2.106 donoren voor hele Eurotransplant-zone), als volgt aangewend:
- Nieren: 259
- Hart: 77
- Longen: 118
- Lever: 257
- Van alle donoren werd bij 76,4 pct. meer dan één orgaan gepreleveerd
Soorten donoren
•Overleden donoren (‘cadaveric donors’)
–Heart beating (‘brain dead’)
–Non-hart beating
•Levende donoren (‘related’ en ‘non related living donors’)
–Ruggemerg
–Nieren
–Leverfragmenten
Types wetgeving
(voor prelevatie bij overleden donoren)
- Opting in (informed consent van donor bij leven)
- Opting out (presumed consent van donor bij leven)
- Required request (van familie, na overlijden)
•Orgaantransplantatiewet 1986 voerde oorspronkelijk (afgezwakt) ‘opting out’-stelsel in
–Veronderstelde toestemming van donor (behoudens verzet van donor tijdens leven)
–Met mogelijkheid tot verzet voor beperkte kring van nabestaanden na overlijden (in 2007 opgeheven zodat zuiver opting out-systeem ontstond)
Orgaantransplantatiewet 1986
•Regelt zowel
–Wegneming bij levenden
–Wegneming na overlijden
•Steunt voor wegneming na overlijden op ‘niet bezwaar’-stelsel
•Werd grondig herwerkt in 2012 (na eerste hervorming in 2007)
•Regelt enkel wegneming met het oog
–Transplantatie
–Onderzoek over transplantatie
•Alle andere vormen van wegneming van lichaamsmateriaal zijn geregeld in de Wet Menselijk Lichaamsmateriaal (2008) of de Bloeddonorwet (1994)
Algemene principes
(voor wegneming bij levende en overleden donors)
•Alle gegevens (na ‘karakterisatie’) over donoren en ontvangers in ‘donor- en ontvangeridentificatiesysteem’
–Moet traceerbaarheid van volledige keten waarborgen
–Minstens dertig jaar te bewaren
•Verplicht notificatiesysteem voor alle
–Ernstige ongewenste voorvallen
–Ernstige ongewenste bijwerkingen (‘SUSARs’)
•Wegnemen en transplanteren kan enkel in erkend transplantatiecentrum (of uitzonderlijk in een ziekenhuis met een samenwerkingsakkoord met transplantatiecentrum)
•‘Donaties van organen van levende en overleden donoren zijn vrijwillig en onbetaald’
–Noch de donor, noch zijn naasten ‘mogen enig recht doen gelden t.a.v. ontvanger’
–Aan levende donoren kan een vergoeding voor ‘rechtstreekse en onrechtstreekse’ kosten en inkomstenderving betaald worden (te regelen bij KB)
–‘Onder de aandacht brengen van beschikbaarheid of behoefte aan organen’ is verboden ‘wanneer daarmee wordt beoogd financiële of vergelijkbare voordelen aan te bieden of te behalen’
–Wegnemen van organen moet plaatsvinden zonder winstoogmerk
Wegneming bij levenden
•In beginsel enkel bij meerderjarigen, behoudens uitzonderingsstelsel voor minderjarige donoren:
–Regenereerbare organen en weefsels ten voordele van broer of zus
–Indien donor 12 jaar oud is, ‘in staat zijn wil te uiten’ en uitdrukkelijk instemt
•Enkel subsidiair (tenzij voor regenereerbare weefsels)
–Indien receptor in levensgevaar verkeert
–Als transplantatie van organen van overledene geen even bevredigend resultaat kan geven
•Voor elke wegneming moet vooraf een ‘pluridisciplinair overleg’ gehouden worden tussen
–Artsen
–Andere zorgenverstrekkers
–Zonder artsen die ontvanger behandelen of wegneming of transplantatie zullen uitvoeren
–Zij beoordelen samen transplantatie en ‘vermogen (van donor) om in te stemmen met prelevatie’
•Vereisten aan toestemming van donor:
–Vrij en bewust
–Herroepbaar
–Na uitvoerige informatie over alle ‘lichamelijke, psychische, familiale en sociale gevolgen’ van wegneming
–Toestemming moet schriftelijk in bijzijn van getuige
•Arts (die wegneming verricht) moet vaststellen dat ‘donor zijn beslissing oordeelkundig en met een niet te betwijfelen altruïstisch doel heeft genomen’
•Zeer moeilijk:
–Zowel voor donor uit familie (emotionele druk, afspraken over erfenis)
–Als voor donor buiten familie (druk, chantage, gemaskeerde verkoop (via internet))
Prelevatie na overlijden
•Strenge regels voor vaststelling van overlijden
•Steeds door drie artsen (volgens Orde: neuroloog, anesthesist en derde arts)
•Artsen die overlijden vaststellen
–Mogen geen band hebben met receptor (eventueel wel met donor)
–Mogen geen deel uitmaken van prelevatie- of transplantatieteam
•Vaststelling gebeurt volgens ‘de jongste stand van de wetenschap’ (hersendood-criteria)
•Vaststelling in proces-verbaal
–10 jaar te bewaren volgens orgaantransplantatiewet
–30 jaar volgens Orde
Wat bij gewelddadige dood
of verdacht overlijden ?
•Bij verdachte dood of dood met onbekende oorzaak: geen wegneming zonder toestemming Procureur
•Parket kan justitiearts aanstellen om prelevatie bij te wonen
•Bij gewelddadige dood: steeds verslag voor parket
–Met beschrijving lijk
–Gegevens omtrent oorzaak van het overlijden, ‘vooral die welke achteraf niet meer kunnen onderzocht worden’
Is de donor ingeschreven in
bevolkings- of vreemdelenregister ?
•Het ‘opting out’-stelsel is enkel van toepassing indien donor ingeschreven is
–In bevolkingsregister
–Sinds meer dan zes maanden in vreemdelingenregister
•Indien dit niet het geval is, kan wegneming enkel mits uitdrukkelijke toestemming (bij leven) van de donor
Het ‘geen bezwaar’-stelsel
•Kern van de wet: vermoede toestemming voor prelevatie van organen na de dood met het oog op transplantatie
•Maar verzet is mogelijk door
–Betrokkene zelf (bij leven)
–Tot 2007 ook door beperkte kring van nabestaanden (afzwakking van het niet bezwaar-stelsel). Verzetsmogelijkheid van nabestaanden werd in 2007 afgeschaft, maar in de praktijk wordt vaak toestemming gevraagd aan familie
•Verzet door betrokkene zelf kan
–Volgens KB 30 oktober 1986 (verklaring bij gemeentebestuur)
–Op ‘andere wijze’ (indien ter kennis gebracht van arts die prelevatie uitvoert)
•Arts die de ‘wegneming van een orgaan overweegt’ moet ‘informeren naar een mogelijk verzet dat is uitgedrukt door de potentiële donor’
•Donor kan ook uitdrukkelijk toestemming geven bij leven
–Volgens KB
–Op andere wijze (testament of andere wilsbeschikking
•Verzet
–kan tot 18 ingesteld worden door ouders
–Kan voor volwassen wilsonbekwamen door “wettelijk vertegenwoordiger, voorlopige bewindvoerder of naaste verwant” (art. 10 § 2)
Samenwerking met
orgaanuitwisselingsorganisatie
•Samenwerking met een Europese orgaanuitwisselingsorganisatie is verplicht
•Organuitwisselingsorganisatie staat in voor
–Traceerbaarheids- en identificatiesysteem van donoren en ontvangers
–Notificatiesysteem voor ongevallen en bijwerkingen
–Register van levende donoren
•Regelt orgaanuitwisseling en houdt rekening met
–Compatibiliteit donor-receptor
–‘billijk evenwicht’ tussen geïmporteerde en geëxporteerde organen
–Medische urgentie en effectieve wachttijd van kandidaat-receptor
–Afstand tussen prelevatie- en transplantatiecentra
•(Belgisch) transplantatiecentrum mag op wachtlijst enkel kandidaten aanvaarden die
–Belg zijn of (sinds zes maanden) in België wonen
–De nationaliteit hebben van of (sinds zes maanden) vaste woonplaats hebben in land dat met zelfde orgaanuitwisselingsorganisatie samenwerkt
Geheimhoudingsverplichting
•Identiteit van donor en receptor moeten geheim blijven
–Zowel voor receptor
–Als voor familie van donor