De experimentenwet Flashcards
Kader
•Fundamenteel belang van wetenschappelijk onderzoek
•Noodzaak tot onderzoek op mensen
•Soorten onderzoek
–Retrospectief (dossier-) onderzoek
–Prospectief onderzoek
•Observationeel (Niet interventioneel)
•Invasief / non-invasief
•Interventioneel
–Gemengd therapeutisch/experimenteel
–Louter experimenteel
•Specifieke wetenschappelijke methodologie
–Placebo gecontroleerd
–Gerandomiseerd
–(Dubbel) blind
–Met ‘crossover’
–met meerdere armen
•Geneesmiddelenonderzoek in vier fasen
•Geneesmiddelenonderzoek in vier fasen
–Fase 1: gezonde vrijwilligers (onderzoek naar werkingsmechanisme, tolerantie en maximale dosis)
–Fase 2: kleine (homogene) groep van patiënten (onderzoek naar therapeutisch effect, vergelijking met placebo)
–Fase 3: grotere (niet homogene) patiëntengroepen (onderzoek naar therapeutisch effect, vergelijking met placebo en andere beschikbare middelen, zoeken naar optimale dosis en beste toedieningswijze)
–Fase IV: ‘post marketing surveillance’ (na registratie)
Belangrijkste dilemma’s en discussievelden
•Experimenten leiden onvermijdelijk tot moeilijke dilemma’s
•Schandalen hebben ethische discussie aangescherpt:
–Mengele
–Willowbrook
–Tuskegee
–Jewish Chronic Diseases Hospital
- Conflict tussen belangen van
- proefpersoon (patiënt)
- gemeenschap
- wetenschap
- Toelaatbaarheid van inzet van de mens als middel voor kennisvermeerdering
- Grenzen van vrije toestemming (chronische of pre-terminale patiënten, mensen zonder ziekteverzekering, gevangenen, studenten, personeelsleden, militairen) en van plaatsvervangende toestemming (minderjarigen, dementen, comateuzen)
Van schandalen naar fragmentaire (ethische) normen
- Nurenberg Code (1947)
- Helsinki Declaration (WMA, 1964, 1975, 1983, 1996, Edingburgh 2000)
- Good Clinical Practice Rules (EC, 2000)
- International conference on harmonisation of GCP 1996
EU-richtlijn 20/2001
•Richtlijn van 4 april 2001 ‘betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de toepassing van goede klinische praktijken bij de uitvoering van klinische proeven met geneesmiddelen voor menselijk gebruik’
Wet inzake experimenten
op de menselijke persoon (7 mei 2004)
- Voert richtlijn uit, maar breidde toepassingsgebied uit
- Wou ook medische experimenten buiten geneesmiddelenonderzoek regelen
- Experiment: “elke op de mens uitgevoerde proef, studie of onderzoek met het oog op de ontwikkeling van biologische of medische kennis” (art. 2, 11°)
•Toepassingsgebied sterk ingeperkt door arrest van 16 november 2005 van het Arbitragehof
•Vernietigde in art. 2, 11° passus ‘studie of onderzoek’
•Experimentenwet was daardoor enkel nog van toepassing op ‘proeven’
definitie proef: (art. 2, 7°)
- Programmawet 27 december 2005 herstelde de inperking van het toepassingsgebied
- Sindsdien is wet opnieuw van toepassing op experimenten gedefinieerd als “elke op de mens uitgevoerde proef, studie of onderzoek met het oog op de ontwikkeling van kennis eigen aan de gezondheidszorgberoepen (bedoeld in KB 78)”
•Wet maakt wel onderscheid tussen
–Interventionele
–Niet-interventionele proeven (2, 8°) of ‘observationele studies’ (met soepeler regime)
Uitvoering van belangrijkste innovaties van EU-richtlijn
•Integreren van deontologische codes en wetenschappelijke aanbevelingen in afdwingbare normen
•Duidelijker omschrijving en uitbreiding van taken van toetsingscommissies (ethische commissies)
•Principe van ‘één enkel oordeel’ (per lidstaat) uitgevoerd via
–Toelating door de minister van volksgezondheid voor geneesmiddelenproeven
–Toelating door ethisch comité (met in 2013 ingevoerd onderscheid tussen volledig en gedeeltelijk erkende ethische comités)
- Verplicht stelsel van inspectie op uitvoering van onderzoek
- Experimentenwet werd aangepast in 2013 en 2014 (en zal vermoedelijk volgend jaar vrij grondig moeten aangepast worden aan Europese Verordening)
Algemene voorwaarden voor alle experimenten (artikel 5)
- Wetenschappelijk gerechtvaardigd (1°)
- Strekt tot uitbreiding van kennis (2°)
- Geen alternatief (3°)
- Aanvaardbare balans voordelen / risico’s (4° en 5°)
- Positief advies van ethisch comité (6°)
- Informed consent (7°)
- Onder leiding en toezicht van gekwalificeerd beoefenaar (8°)
- verzekering voor objectieve aansprakelijkheid (9°)
Verplichte toetsing door ethisch comité
- Elk ziekenhuis moet beschikken over ethisch comité
- Bestaat uit 8 tot 15 leden
- Meerderheid artsen van ziekenhuizen
- Minstens een huisarts
- Minstens een verpleegkundige
- Een jurist
•Kunnen geen lid zijn van ethisch comité:
–Directeur ziekenhuis
–Hoofdarts
–Voorzitter medische raad
–Hoofd verpleegkundig departement
•Ethisch comité heeft twee taken
–‘begeleidende en raadgevende opdracht m.b.t. ethische aspecten van ziekenzorg’
–‘adviserende opdracht m.b.t. alle protocollen inzake experimenten op mensen op reproductief menselijk materiaal
–Oorspronkelijk had EC ook derde opdracht: ‘raadgevende functie bij beslissingen over individuele gevallen inzake ethiek’ (vernietigd door Arbitragehof in 2000). Wordt wel vrijwillig nog uitgeoefend in meeste ziekenhuizen.
•Sinds 2013 onderscheid tussen
–Volledig erkend
–Gedeeltelijk erkend Ethisch comité
•Volledig erkend ethisch comité kan het gunstig (“enkel”) advies afleveren dat nodig is om experiment uit te voeren en onderzoekt dus het volledige protocol
Gedeeltelijke erkend ethisch comité
•Gedeeltelijke erkend ethisch comité heeft beperkte bevoegdheid
–Oordeel over bekwaamheid onderzoeker, geschiktheid faciliteiten en informatie aan proefpersonen bij multicentrische experimenten
–Toelating voor niet-interventionele, monocentrische experimenten in kader van bachelorproeven
Volledig erkend ethisch comité
•EC kan slechts volledig erkend zijn indien het
–Een kwaliteitssysteem heeft voor toepassing van GCP (‘Good Clinical Practice’)-regels
–Beschikt over systeem van registratie van belangenconflicten van leden
–Minimum 40 protocollen behandelt
–Ook apotheker, farmacoloog, psycholoog en specialist methodologie bevat
Geïnformeerde toestemming
als essentiële vereiste
•Experiment mag enkel worden aangevat of voortgezet indien
–Persoon die aan een experiment deelneemt
–Of zijn vertegenwoordiger
–Zijn (geïnformeerde) toestemming heeft gegeven
–En beschikt over contactpunt voor meer informatie
•Wet bevat diverse detailbepalingen over
–Vorm van de informatie
–(minimale) inhoud van de informatie
–Vorm van de toestemming
–(minimale) inhoud van de toestemming
•Belangrijke bepalingen over vertegenwoordiging van
–Wettelijk handelingsonbekwamen
–Feitelijk wilsonbekwamen (met regeling voor urgentiegeneeskunde)
Vorm van de informatie
- Schriftelijk
- Duidelijk en begrijpelijk
- Voorafgaand
- Met (melding van) mogelijkheid tot onderhoud over deze informatie met lid van onderzoeksteam
(Minimale) inhoud van de informatie
- Aard, draagwijdte, doelstellingen
- Gevolgen en verwachte voordelen
- Risico’s
- Omstandigheden waarin het plaatsheeft
- Identificatie van (beoordelend) ethisch comité
- Recht zich terug te trekken (zonder enig nadeel)
- (impliciet) contactpunt (naam / adres / telefoonnummer)