opvoeding in de maatschappij Flashcards
Quartaire opvoedingsmilieu
De samenleving als geheel, inclusief de contexten en opvoedingsmilieus zoals gezin, school, kinderopvang en vrije tijd, en hun onderlinge verwevenheid en invloed op opvoeding.
Bio-ecologisch model van Bronfenbrenner
Een model dat de ontwikkeling van individuen verklaart door de invloed van verschillende systemen waarvan zij deel uitmaken, van directe tot indirecte contexten, met aandacht voor interactie en wederzijdse beïnvloeding.
Microsysteem
De directe omgeving van het individu waar dagelijkse interacties plaatsvinden, zoals familie, vrienden en leerkrachten, die een cruciale rol spelen in de ontwikkeling.
Mesosysteem
De verbindingen en interacties tussen verschillende microsystemen, zoals de relatie tussen ouders en leraren, die indirect invloed hebben op het individu.
Exosysteem
De bredere sociale omgeving die het individu indirect beïnvloedt, zoals de werksituatie van ouders of verkeersomstandigheden in de woonomgeving.
Macrosysteem
De culturele en maatschappelijke context, inclusief normen, waarden, instituties en systemen, die op brede schaal de ontwikkeling en opvoeding beïnvloeden.
Chronosysteem
De invloed van tijd, zowel de historische tijdsgeest als persoonlijke gebeurtenissen, op de ontwikkeling van een individu.
Pedagogisch leefklimaat van de Maatschappij
De maatschappelijke context die voorwaarden schept voor opvoeding en pedagogisch handelen, beïnvloed door heersende sociaal-culturele, economische en politieke factoren.
WEIRD-referentiekader
Een perspectief dat aangeeft dat veel onderzoek in sociale en gedragswetenschappen gebaseerd is op steekproeven uit westerse, hoogopgeleide, geïndustrialiseerde, rijke en democratische samenlevingen, wat de representativiteit voor andere bevolkingsgroepen beperkt.
= Western, Educated, Industrialised, Rich and Democratic
Individualisering
Een maatschappelijke trend waarin de nadruk ligt op persoonlijke autonomie en zelfontplooiing, vaak ten koste van collectieve normen en sociale structuren.
Informalisering
Het proces waarbij formele regels en hiërarchieën vervangen worden door informele en flexibele omgangsvormen, met meer gelijkheid als gevolg maar ook een verlies aan duidelijke structuren.
Intensivering
Een maatschappelijke evolutie waarin het dagelijks leven gekenmerkt wordt door een verhoogd tempo, meer prikkels en een sterkere druk om te presteren.
Informatisering
De integratie van informatie- en communicatietechnologieën in het dagelijks leven, met meer toegang tot informatie, maar ook uitdagingen zoals fake news en digitale ongelijkheid.
Digitalisering
Het proces waarin technologie en digitale middelen een centrale rol spelen in communicatie, informatie-uitwisseling en besluitvorming.
Internationalisering
Een trend waarbij landen, bedrijven en individuen wereldwijd steeds meer met elkaar verbonden raken, wat zowel kansen biedt voor culturele uitwisseling als uitdagingen meebrengt zoals globalisering en economische ongelijkheid.
Vermarkting
Het proces waarbij sociale en economische domeinen steeds meer worden georganiseerd volgens marktprincipes, wat leidt tot concurrentie en keuzevrijheid, maar ook tot ongelijkheid en prestatiedruk.
Commercialisering
Het proces waarbij producten, diensten en zelfs sociale relaties steeds meer gericht worden op commercieel gewin, met mogelijk verlies van intrinsieke of sociale waarden als gevolg
Verwetenschappelijking
Het toenemende gebruik van wetenschappelijke kennis en methoden om beslissingen te onderbouwen, wat bijdraagt aan rationaliteit maar spanning kan veroorzaken met traditionele waarden.
Juridisering
Het proces waarbij sociale interacties en beslissingen steeds vaker onderhevig worden aan wetten en juridische procedures, met zowel bescherming als bureaucratische lasten tot gevolg.
Institutionalisering van opvoeding
Het proces waarbij opvoedingspraktijken steeds meer formeel georganiseerd worden binnen instellingen zoals scholen, kinderopvang, en jeugdzorg.
Verzorgingsstaat
Een samenlevingsmodel waarin de overheid verantwoordelijk is voor het welzijn van haar burgers. Dit omvat sociale zekerheid, zorg, huisvesting en onderwijs.
Kinderarbeid
Het inzetten van kinderen in arbeid, vaak onder slechte omstandigheden, wat tijdens de Industriële Revolutie leidde tot wetgeving ter bescherming van kinderen.
Verklaring van Genève
Een verklaring uit 1924 waarin de plichten van volwassenen tegenover kinderen werden vastgesteld, als eerste internationale document over kinderrechten.
Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK)
Een bindend verdrag uit 1989 waarin rechten van kinderen worden vastgelegd, zoals recht op onderwijs, bescherming en participatie. Geen wetboek maar een bindend referentiekader.