opfrissing Flashcards

1
Q

Biopolymeren

A

Polymeren die worden geproduceerd uit natuurlijke hernieuwbare stoffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Amfoteer

A

Als het deeltje zowel zuur als basisch kan reageren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

zwitterion

A

Een deeltje dat zowel een positieve als een negatieve lading heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Isoelektrisch punt (pI)

A

De pH waarbij een eiwit geen lading heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Nucleoside

A

Fosforzuur + suiker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Nucleotide

A

Fosforzuur + suiker + base

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Triglyceride

A

Energiereservoires voor planten en dieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Recombinante DNA technologie

A

Gen van een bepaald organisme dat codeert voor een bepaald eiwit wordt ingebracht in DNA van een andere cel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

protease

A

Enzym dat eiwitten afbreekt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

DNase

A

Enzym dat DNA afbreekt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

RNase

A

Enzym dat RNA afbreekt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

conotoxine

A

Groep neurotoxine geproduceerd door tropische slakken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

amfolyten

A

deeltjes die zowel zuur als basisch kunnen reageren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly