op R niveau Flashcards

1
Q

o reward value

A

Waarde van gevolg/bekrachtiger  mate van gedragsverandering
 Individueel bepaalt
 Verandert over tijd
 Contingent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

 Tokens

A

symbolische rewards (cfr. Achievements) volgen Token economy
* Per gewenst gedrag  token verkrijgen
* Gewenst gedrag concretiseren
* Individuele afgestemde bekrachtigers selecteren
* Tokens omruilen met ?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

thinning

A

 1st Maximaal = continue bekrachtiging
 Vervolgens: thinning: intermitterende bekrachtiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

o Shaping vs. chaining

A

 Shaping: ketens van gedragsunits; micro-stukjes v één gedrag
* Differentiële bekrachtiging van gedragsunits
* Kwalitatieve shaping: verlegging van de criteria
* Kwantitatieve shaping: hoeveelheid v/h gedrag verhogen/verlagen
* Bv. kindje leren mond open doen om te eten
 Chaning: ketens van gedrag; macro-stukjes; grotere gedragscomponenten; complex gedrag
* Bestaat uit gedragsketens (aankleden)
* Bv. kindje leren eten
(vraag chatgtp)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

time out en respons kost en overcorrectie

A

 Time out: Isolatie
 Respons cost: waardevol item afgeven
 Overcorrectie: Meer dan schadeherstel  ook iets extra doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly