exposure Flashcards

1
Q

o Corrective learning

A

CS krijgt een minder bedreigende betekenis = herinterpretatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  • Violate expectancie
A

werkt volgens het Violation of expectancies model: Disconfirmeren van verwachtingen: CS - °UCS/UCR  Implicaties:
* UCS goed definiëren
* aandacht voor zowel CS als °UCS
* opbouw van graduele exposure o.b.v. verwachting
* beter geen voorafgaande cognitieve herstructurering; Hoe groter mismatch  hoe groter exposure-effect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  • Deepend extinction
A

CS’en eerst apart en vervolgens tezamen presenteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  • Wegnemen v veiligheidssignalen
A

door deze gradueel af te bouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  • Variabiliteit
A

in de aanbieding (intensiteit); bv. eens een hoge angsttrede en vervolgens een lage en tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  • Retrieval cues
A

dient als herinnering aan wat cliënt geleerd heeft; géén veiligheidssignalen; aangezien ze niet gerelateerd zijn aan niet optreden van UCS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  • Multiple contexten
A

om het vormen van uitzonderingssituaties te vermijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  • Affectlabeling
A

gevoelens benoemen, zonder deze te veranderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  • Responspreventie
A

vermijdingsgedrag niet stellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  • Flooding
A

(<-> graduele exposure): in één keer overspoelen met een zeer beangstigende situatie, wegens het ontbreken lichtere alternatieven, of het is niet mogelijk wegens tijdstekort of de kosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

? * Contraconditionering

A

o Reciproque inhibitie: antagonistische respons (CR2) in de aanwezigheid van angst uitlokkende stimuli (CS)  Afzwakking in associatie tussen CS en CR1
o wegens onverenigbaarheid: Systematische desensitisatie: combinatie van exposure (C1) en ‘relaxatieoefeningen / emotive imagery / humor / assertieve respons’ (C2)
 Empirisch onderzoek  relaxatie-component overbodig
 Kunnen bijdragen aan behandelingssucces
o Onverenigbare respons  defensieve (angstvallige) controle (bv. vermijding, ontsnapping) volledig opgeven tijdens exposure
 Oriënteringsresponsset : open staan en willen oriënteren en bijleren zodat angst kan uitdoven
 vs. defensieve reponsset: niet open staan en vasthouden aan vermijden en geen blootstelling aan risico’s willen doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly