ontstaan zs Flashcards

1
Q

regel van naegele

A

LM + 1 week + 9 maand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wnr bereikt morula de uterus

A

dag 4 a 5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

klievingsdeling wat blijft gelijk en wat verandert

A

volume gelijk, aantal stijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe vindt de innesteling plaats

A

van morula > blastula > ontdoen van zp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wnr is de innestling volledig o

A

op dag 14 na bevruchting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wnr is de dorso ventrale as aangelegd

A

op week 2 als epi en hypo er zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

amnionholte

A

door epiblast die verplaatst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

dooierzak

A

door hypoblast dat verplaats
de voorloer ervan is de blastocyst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

binnenste vruchtvlies

A

amniovlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

buitenste vruchtvlies

A

chroionvlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

chorionvlies

A

= trofoblast + mesoblast

dicidua capsularis + parietalis +
chorion laeve

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

membraan van heuser

A

= cytotrofoblast + hypoblastcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wnr aanleg van lengte as

A

op week 3 als de ecto - endo - mesoderm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wnr neurale buisdefecten vaak

A

week 3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

foetale fase start wnr

A

na week 3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

placenta ontstaat uit

A

Fusie van syncytiotrofoblastlacunes en sinusoïden in maternele cappilairen

17
Q

basale plaat

A

= Uiteinde van elke vlok
o = cytotrofoblast breekt door syncytiotrofoblast en versmelt onderling
o Om chorionvilli vast te hangen

18
Q

primair
secundair
tertiatier villi

A

Primaire stamvilli of hechtvlokken : uitlopers van syncytiotrofoblast
met cytotrofoblast
- Secundaire villi : mesoderm in de villi
- Tertiaire villi : vorming van bloedvaten in het cytotrofoblast

19
Q

Chorion frondosum

A

tussen vrucht en uteruswand; enkel hier worden de
vlokken gevasculariseerd

20
Q

Chorion laeve

A

overige chorion; hier degenereren vlokken, chorion die weggaat

21
Q

wat produceert de placenta

A

lactaat
cholesterol
PAPP
alkalisch fosfatase

22
Q

HCG aantoonbaar vanaf

A

9 dagen bloed
13dagen urine

23
Q

hoe chrms afwijking opsporen

24
Q

hormonen van placenta

A

HCG
hPL : diabetogeen effect
relaxine
PG
OE