HIV Flashcards

1
Q

hoe HIV behandelen

A

kankerremmers
combinatie van 3 medicijnen
als siroop toedienen
600euro per maand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

aidsstadium wnr en wat betekent het

A

na 4 jaar
de HIV is groter dan CD4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

levensverwachting van HIV

A

ongeveer gelijk met nrml bevolking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

HIV transmissie risico zonder behandeling

A

30%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

CD4 daling wat heeft het tot gevolg

A

Verminderde immuniteit

Gepaard gaande met

Gezwollen lymfenodi

Bac infectie: HPS, Herpes zoster, oraal/huid fungi infectie

Kaposi sarcoma

TBC

CMV

Lymfoma

Pneumocystis carinii penomia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

gevolgen van aids

A

Opportunistische infecties (OI)

= infecties die voorkomen bij mensen met laag immuunsysteem

– Candida albicans stomatitis en/of oesofagitis

– Pneumocystis jiroveci pneumonie

– M tuberculosis infectie (“klassieke” humane tuberculose)

– CMV infectie (CMV retinitis)

– Gedissemineerde cryptokokkeninfectie (inclusief meningitis)

– Toxoplasmose (in het bijzonder cerebrale toxoplasmose)

– Mycobacterium avium infectie (MAI)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

maligniteiten door hiv

A

– Cervixcarcinoom (HPV)

– Anaal carcinoom (epidermoid epithelioma) (HPV)

– Hodgkin lymfoom (EBV)

– Non-Hodgkin lymfoom

– Kaposi sarcoom (HHV-8)

Herpes gemedieerde maligniteit

Bloedvat groeit exponentieel en zorgt voor tumormassa thv ooglid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoeveel% is niet op de hoogte van pos status?

A

20%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoeveel % gaat niet naar zorg

A

25%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoeveel % neemt geen behandeling

A

33%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoeveel % neemt geen suppresiva viraal

A

20%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wrm mensen met hiv meer comorbiditeit?

A

inflammatie + aging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn de co morbiditeiten bij hiv

A

CVD

Kankers

Osteoporose + fracturen

Diabetes mellitus

Depressie

Frailty

Chronisch nierziekten

Chronische leverziekten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe knn we hiv behandelen

A

**Met 1 pil

> 1 keer per dag

> Bijwerking zijn dan gereduceerd

> Vrij asymptomatisch

**2 maandelijkse injectie

> IM

> Met cabotegravir

**2 jaarlijks lenacapavir injectie

> 0 infecties krijg je dan !

> Nadeel: politiek en farmacie wil er niet voor betalen
=> discongruentie tss faramcie en politiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

PEP bij onbekende pt?

A

PEP overwegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke lichaamsvochten dragen HIV niet over

A

urine
braaksel
speeksel
faeces
traan
zweet
sputum

17
Q

welke lichaamsvochten dragen hiv mogelijks over

A

semen
vaginaal secreet
pleura - peritoneaal - peridcard - amnion - weefsel - synoviaal vocht
=> PEP overwegen

18
Q

welk dragen HIV wrlk over

A

bloed
vocht met bloed
csf
virusoplossing (bv in lab per ongeluk met vloeistof in contact)
=> PEP aanbevelen

19
Q

bij welk type van contact PEP geven

A

huid intact: niet
niet inacte huid - slijmvlies > overwegen
percutaan PEP geven

20
Q

hoe kort na blootstelling geven

A

binnen 72 uur PEP
na 72 uur niet meer geven

21
Q

wat houdt PEP in na risico contact

A

binnen 72u
HAART geven
28 dagen

22
Q

hoeveel kan transmissie gereduceerd worden door PEP

23
Q

bijwerkingen van cART

A

Mitochondriale toxiciteit: spierpijnen en abnormale vermoeidheid (inspanningsintolerantie)

Lipodystrofie en –atrofie: verschuivingen in de vetverdeling

Lypodystrofie: verschuiven van vet

Atrofie

Buffalonek: toename van vet in nekregio

Sensorimotorische polyneuropathie (krachtsvermindering in onderste ledematen/ branderig gevoel in voetzolen

Gastrointestinale intolerantie: nausea, diarrhee,…

24
Q

wrm geven we nu wel direct antivirale medicatie en vroeger niet

A

omdat minder risico is op besmetting
omdat er minder inflammatie is en dus minder inflammaging

25
invloed van hiv op zs
keizersnede ipv natuurlijk (behalve heeft geen voordeel als je ontedecteerbaar bent) geen bv kind siroop geven kind op 6 weken testen
26
hoe verandert transmissie risico op kind door behandeling
van 30% naar 1%
27
bv geven en hiv
niet doen, tenzij je ondetecteerbaar bent en medicatie goed blijft nemen
28