meerlingen Flashcards

1
Q

hoeveel % van zs is meerling

A

1%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke is constant? monozygoot of diozygoot

A

monozygoot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

van welke factoren hangt dizygotie af?

A

pariteit
leeftijd
familiaal
conceptiemethode
etnisch (4%Afrika, 1.2% kauk, 0.5% azie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

van welke factoren hangen monozygotie af

A

bijna gelijk, onveranderd, behalve conceptie ivf wel verhoogd * 2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is frrequentie van 3lingen?

A

1% * 1%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

% tweelingen

A

=> zie tabel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

splitsingsmoment en meerling

A

> 12 dagen : siamees
tss 9 en 12 : mono amniotisch
tss 3 en 9 : monochoriaal
< 3 : dichoriaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

lambda-sign

A

dichoriaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

T-sign

A

monochoriaal, diamniotisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

amnioniciteit

A

aantal dooierzakken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wnr zien van tweelingen

A

12 weken want lambda teken verdwijnt:
=> op 16 weken: bij 98% weg
=> op 20 weken: bij 87% weg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

risisco op congenitale afwijking

A

dichorion: 2, beiden ^2
monochorion: 4

monozygote: gelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

gevolgen van de monochorioniciteit op zich

A
  • verlies van zs, stijgt bij naderende partus
  • groei anders
    => genetisch
    => placenta
    => bijkomende bv infectie
    => ongelijke splisting
    => ongelijke flow
    ===> verschil van 15% in gewicht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

gevolgen van de dichorinicteit op zich

A
  • groei anders
    => genetisch
    => placenta
    => bijkomende bv infectie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

TTTS syndroom bij wie optreden

A

bij mono chorion, di amnion in 15%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

flow van donor nr acceptor

A

Donor twin > a umbilicale > anastomose > v umbiliacale > receptor twin

17
Q

eig van donor

A

: anemie, oligohydramnion, IUGR

Evolutie naar ‘stuck twin’ die vastzit in vliezen

Bleek

18
Q

eig van acceptor

A

: polycythemie, polyhydramnion, cardiale overbelasting

Evolutie naar cardiale decompensatie, hydrops (oedeem vocht in thorax), maag en blaas vol vocht

Roder

19
Q

hoe beleid je iemand met TTSS

A

echo opvolgen
lasercoagulatie van anastomosen
a cerebri media meten (mate van bloedarmoede)

20
Q

gevolgen van TTTS

A

1/3 kans op overlijden beiden

1/3 kans op overlijden eentje

1/3 kans op overleven beiden

21
Q

wnr spreken we van anemie

A

hb < 11

22
Q

wnr hebben we polycythemie

A

> 20

23
Q

prematuriteit en meerling

A

idem voorkomen, maar erger bij monochrion

24
Q

wnr partus van meerling

A

37- 38 weken bij DC en 36-37 ween bij MC

25
Q

partus bij meerling

A

55% sectio door dwars of stuit
45% vaginaala

26
Q

als 1 twin sterft, wat met andere

A

dichorion: niets
monochroion: 1/5hypotensie > infarct

27
Q

types anastomosen

A

Opp :

Op choriale plaat

Artero –arterieel

Venoveneus

Bidirectioneel mogelijk

Diep :

Unidirectioneel

Tss a en v

Arterioveneus : van grootte nr kleinste twin

Veno arterieel : van kleine nr grootste twin

28
Q

opvolging van memerling

A

Structurele echo op 20 weken

Diabetesscreening

Cerviclengte nagaan

Foliumzuur meer toedienen

Ijzersubstiutie meer

Opvolging meer dan nrml

> 4 weken indien DC - groei en doppler

> 2 weken indien MC – groei en doppler van a cerebri media en a umbilicalis

29
Q
A