Onregelmatige werkwoorden, группа (I-O-O)

Question 1

начинать

Answer 1

beginnen, begon/begonnen, (zijn) begonnen

Question 2

связывать

Answer 2

binden, bond/bonden, (hebben) gebonden

Question 3

пить

Answer 3

drinken, dronk/dronken, (hebben) gedronken

Question 4

заставлять

Answer 4

dwingen, dwong/dwongen, (hebben) gedwongen

Question 5

взбираться, лезть вверх

Answer 5

klimmen, klom/klommen, (hebben/zijn) geklommen

Question 6

звучать

Answer 6

klinken, klonk/klonken, (hebben) geklonken

Question 7

пугаться

Answer 7

schrikken, schrok/schrokken, (zijn) geschrokken

Question 8

прыгать

Answer 8

springen, sprong/sprongen, (hebben) gesprongen

Question 9

вонять, дурно пахнуть

Answer 9

stinken, stonk/stonken, (hebben) gestonken

Question 10

изобретать

Answer 10

uitvinden, vond uit/vonden uit, (hebben) uitgevonden

Question 11

соединять

Answer 11

verbinden, verbond/verbonden, (hebben) verbonden

Question 12

придумывать, выдумывать

Answer 12

verzinnen, verzon/verzonnen, (hebben) verzonnen

Question 13

находить

Answer 13

vinden, vond/vonden, (hebben) gevonden

Question 14

выигрывать

Answer 14

winnen, won/wonnen, (hebben) gewonnen

Question 15

петь

Answer 15

zingen, zong/zongen, (hebben) gezongen