onderzoeken LEERPSYCHOLOGIE Flashcards
visuele aandachtrespons bij baby’s
- herhaalde aanbieding complex vs. eenvoudig schaakbordpatroon
- AV = visuele fixatieduur
RESULTATEN - gemiddelde aandacht complex > eenvoudig
- eenvoudig: lineaire afname over trails (habituatie)
- complex: eerst toename (sensitisatie) dan afname over trails heen (habituatie)
startle respons (ineenkrimpen en ogen knipperen bij plots geluid) + tactiele druk op voeten
- zacht geluid/druk: monotone habituatie
- intenser geluid/druk: eerst sensitisatie, dan habituatie
zeer intens geluid/druk: sensitisatie
experiment met kinderen (determinanten van habituatie)
- taak: kijken naar prenten -> aandachtsrespons werd gemeten
verloop: - eerst habituatie (visuele aandachtsrespons) aan volledige figuur of aan enkele ledematen
- nieuwe prikkel aangeboden die lichtelijk afweek
- volledig beeld => volledige teststimulus: herstel visuele aandachtsrespons
- onvolledig beeld => onvolledige teststimulus: geen herstel (verschil niet opgemerkt)
- verklaring: holistische perceptie lichaam
duiven in skinner box (appetitieve conditionering)
VP: licht geprojecteerd op response-sleutel/touch screen
OP: voedsel in voederbak
OR: voedsel pikken
VR: benaderen van en pikken op touch screen (SIGN TRACKING)
VERLOOP:
1. sequentiële VP -> OP aanbiedingen
2. normaal naar voederbakje (OR) - na herhaalde aanbieding tegelijk met licht gaan duiven pikgedrag tonen op de lichtknop zelf (VR)
VERKLARING:
- Duiven hebben associatie geleerd tussen licht en voeding – pikgedrag is gedrag dat altijd vertoond wordt door duiven als voedsel in de buurt is
- Licht wordt signaal voor voedsel ➔ sign-tracking (= signaal opvolgen van VP)
- Wordt ook auto-shaping genoemd: gedrag wordt aangeleerd zonder training of tussenkomst door onderzoeker
appetitieve conditionering bij ratten
VP: geluid
OP: voedsel
OR: eten
VR: goal tracking (benaderen doelobject) en dus eten
VERSCHIL MET DUIVEN:
Ratten gingen meteen bij zoemer (na aanleren associatie) naar bakje en staken hoofd erin (<=>duiven)
Mensen, konijnen, ratten - vreesconditionering
VP: korte visuele of auditieve prikkel
OP: luchtstootje tegen oog
OR: knipperreflex
VR: knipperreflex
VERLOOP:
Klassieke conditionering zorgt ervoor dat bij visuele/auditieve prikkel ook oogknipperreflex volgt
Ratten, muizen – vreesconditionering, geconditioneerde suppressie
VP: toon of licht
OP: korte elektrische prikkel langs roller op bodem kooi
OR: springen
VR: freezing
OPERANTE RESPONS: drukken op hendel
VERLOOP
1. Aanleren van stabiel operant gedrag hendeldruk (drukken ➔ voedsel)
2.Klassieke vreesconditionering: toon (VP) → schok (OP) (OR = opspringen; CR = freezing)
TEST: aanbieden toon tijdens operant gedrag, wordt onderdrukt = index voor mate van geconditioneerde vrees (! Fase 1 en 2 even lang en evenveel S)
BEVINDINGEN:
- Suppressieratio10 = #drukresponsen fase 1 / ( #drukresponsen fase 1 + #drukresponsen fase 2) - Ratio .50= geen suppressie - Ratio 0= volledige suppressie
=> geconditioneerde suppressie van operant gedrag
shockparadigma bij mensen
VP: visuele prikkel, pictogram
OP: schock
VERLOOP: binnenproefpersoonsmanipulatie
- VP + (pictogram A + schock) (Pictogram VP, schock OP)
- VP - (pictogram B - Schock)
METING CONDITIONERING
Psychofysiologische maten, verbale maten (verwachting OP, valentierating VP), indirecte gedragsmaten (affectieve priming, interferentietaken zoals Dawson-procedure)
effect van OP devaluatie
VERLOOP ONDERZOEK
1.Acquisitie
a. Seksuele pavloviaanse conditionering bij mannelijke kwartels
b. VP = lichtprikkel – OP = toegang tot paren met vrouwtje
c. VR = toenadering lichtprikkel (sign-tracking)
2. OP-devaluatie
a. Experimentele groep: motivatie tot copulatie verminderd
(hormonaal effect donkere kamer; winter)
b. Controlegroep: geen motivationele ingreep
PREDICTIES
- Indien S-S-leren: bij experimentele groep moet voorwaardelijke respons afnemen
- Indien S-R-leren: bij geen enkele groep moet VR afnemen
BEVINDINGEN
- evidentie voor S-S leren
effect van OP inflatie - onderzoek bij dieren
VERLOOP
1. Acquisitie: smaak-smaakconditionering bij ratten
▪ VP = lichtbittere smaak (kinine) – OP = zout
▪ VR = drinken bittere oplossing
2. OP-inflatie (inductie van sodiumtekort, waardoor sterke voorkeur voor zout ontstaat
3. Hoeveel van VP wordt opgedronken (VR) (zonder zout) (na leren dat bitter samengaat met zout)
PREDICTIES
- Indien S-S: men zou meer moeten drinken
- Indien S-R: er zou geen verschil mogen zijn (want geen representatie van idee dat er zout zit in
oplossing)
BEVINDINGEN
- evidentie voor s-s leren (verhoogde inname kinine)
effect OP inflatie - onderzoek bij mensen
VERLOOP:
1. Acquisitie: aroma-smaakconditionering bij mensen
▪ VP = neutraal fruitaroma (aardbei of bosbes; en steeds bij 1 van de 2 P20)
▪ OP = polysorbaat20 (vieze smaak)
▪ VR = lekker of vies vinden van aroma (VP) zonder P20
2. OP-inflatie (extra P20 aanbieden ➔ valentie veel negatiever)
3. Test VP: hoe lekker of vies vindt men VP
BEVINDINGEN: geen invloed van OP-inflatie => evidentie voor S-R leren
- Normaal zouden ppn dit nu veel slechter moeten vinden (door inflatie OP) – indien S-S
- In werkelijkheid vonden ze het niet veel slechter – kennen dus enkel gewoon associatie, maar hebben hiervan geen interne encodering van
exp. ter illustratie van selectieve VP-OP associaties
normale sterke associaties
- vreesconditionering: visuele/auditieve VP => schok OP
- smaakaversieve conditionering: smaak VP => misselijkheid OP
wat als audiovisuele VP => misselijkheid OP + smaak VP => schok OP?
=> conditionering lukt veel minder goed, aversie niet goed aangeleerd
=> evidentie voor selectieve VP-OP associaties