OKC 11 Persoonlijke hygiene Flashcards

1
Q

Wat valt onder persoonlijke hygiene (8)?

A

1) Persoonlijke verzorging
2) Dagelijks schone dienstkleding
3) Verzorgde nagels
4) Geen sieraden
5) Geen gebruik braces/ ondersteuningsmiddelen
6) Haren en baard
7) schoeisel
8) Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Infectiepreventiemaatregelen richten zich op?

A

Het bepreken van infecties bij cliënten, medewerkers door de kans op de overdracht van (pathogene) micro-organismen, bacteriën, parasieten, schimmels en gisten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het Ok-pak heet een clean air suit, aan welke eisen moet dat voldoen?

A

1) microfilamentweefsel;
2) optimaal draagcomfort door de soepele stof;
3) duurzaam en sterk materiaal;
4) pluis- en partikelarm;
5) ademend materiaal;
6) goede vlekverwijdering;
7) gemakkelijk aan te trekken;
8) antistatisch;
9) antibacterieel door X-tatic zilverdraden;
10) brandwerend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waaruit bestaat het OK-pak?

A

Het pak bestaat uit een hes en broek en heeft aansluitende manchetten om de enkels en armen. De dienstkleding moet voldoen aan de NEN-EN 13795.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn aandachtspunten bij een OK-pak (4)?

A

1) Een pak mag nooit langer dan 1 dag gedragen worden.
2) Een pak dient bij zichtbare verontreiniging verwisseld te worden.
3) Wanneer je de operatiekamercomplex verlaat dan wordt er een overjas gedragen.
4) Een pak mag niet zelf gewassen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het verschil in mondneusmaskers?

A

Het toegevoegde getal (FFP 1, 2 of 3) drukt uit hoe sterk de ingeademde lucht wordt gefilterd. Hoe hoger het getal, hoe meer bescherming. In de zorg wordt vooral gebruik gemaakt van FFP1- en FFP2-maskers. De maskers hebben de opschriften FFP1 (minimaal 80% van de deeltjes wordt tegengehouden), FFP2 (94%) of FFP3 (99%).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer draag je een FFP1 masker?

A

Een FFP1 masker draag je als er grote druppels vrijkomen bij praten, hoesten en dergelijke’, Denk aan luchtweginfecties of influenza. Doordat deze druppels relatief zwaar zijn, blijven ze minder lang door de lucht zweven en worden ze over een minder grote afstand verspreid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer draag je een FFP2 masker?

A

‘Een FFP2 masker draag je onder meer bij de behandeling van patiënten met (een verdenking op) tbc’. ‘De kleine druppels bij tbc kunnen op grotere afstand van de bron nog iemand besmetten.’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het verschil in chirurgische mondneusmaskers?

A

Chirurgische mondmaskers (type I, II en IIR) zijn medische hulpmiddelen die je draagt tijdens het verzorgen en behandelen van patiënten en cliënten. Een chirurgisch mondneusmasker heeft als doel om de uitgeademde lucht te filteren en de omgeving van de drager te beschermen tegen druppels die ontstaan bij spreken, hoesten en niezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Chirurgische mondneusmaskers type I?

A

Bieden de laagste mate van bescherming en worden dus alleen gebruikt bij een laag risico. Type 1 mondmaskers hebben een BFE (bacterie filter efficiency) van minimaal 95% en zijn niet spatresistent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Chirurgische mondneusmaskers type II?

A

Hebben een BFE (bacterie filter efficiency) van minstens 98% en zijn eveneens niet spatresistent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Chirurgische mondneusmaskers type IIR?

A

Werken twee kanten op. Het RIVM adviseert type IIR mondmaskers te gebruiken bij algemene zorghandelingen, ook bij patiënten die besmet zijn met het coronavirus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Doel van handhygiene?

A

Handhygiëne verlaagd het aantal micro-organismen op onze handen en zorgt ervoor dat transiënte flora wordt weggenomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is handen reinigen?

A
  • Water en zeep
  • Was je handen bij zichtbaar vuil, plakkerig aanvoelen, na toilet, na het snuiten van neus en hoesten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is handen desinfecteren?

A
  • Gebruik handdesinfectans
  • Pas dit toe bij niet-zichtbaar verontreinigde handen
  • Voorafgaand aan het uitvoeren van een schone en aseptische handeling/werkwijze
  • Na het uittrekken van handschoenen
  • Na het handen wassen geen handdesinfectie toe, dubbele belasting
  • Heeft nauwelijks effect op de sporen van Clostridium difficile en op het Norovirus, door handen wassen worden deze micro-organismen van de handen afgespoeld.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hand desinfectie of reinigen?

A

Het is bewezen dat handenalcohol een snelwerkende en sneldodende werking heeft op micro organismen, de handen desinfecteren heeft dus een effectiever effect dan handen wassen met water en zeep.

17
Q

Welke 5 momenten zijn er voor het toepassen van handhygiene?

A
  1. Voor patiëntencontact
  2. Voor een aseptische handeling
  3. Na mogelijke blootstelling aan lichaamsvloeistof
  4. Na patiëntencontact
  5. Na contact met patiënten omgeving.
18
Q

Hoe toepassen van handdesinfectie?

A
  • Breng voldoende handalcohol aan op de droge handen om de handen gedurende de volledige inwerktijd van de handalcohol (30 seconden) nat te houden.
  • Wrijf de handen zorgvuldig over elkaar, tot ze droog zijn. Ook de vingertoppen, duimen, gebieden tussen de vingers en de polsen moeten grondig met de handalcohol worden ingewreven.
  • Veel vergeten delen van de handen zijn de vingertoppen, tussen de vingers, en de duimen.
  • Het gaat in bovenstaande omschrijving niet om een chirurgische scrub dit duurt 90 seconden.
19
Q

Toepassen handreiniging?

A
  • Handenreiniging met water en zeep.
  • Open de kraan met voet of elleboog bediening.
  • Maak de handen nat met water. Voorzie de handen van een laag vloeibare zeep uit een dispenser zonder het tuitje van de dispenser aan te raken.
  • Wrijf de handen vervolgens minimaal gedurende 10 seconden over elkaar, waarbij vingertoppen, duimen en gebieden tussen de vingers en de polsen worden ingewreven.
  • Spoel de handen af.
  • Sluit de kraan met de elleboog of voet bediening droog de handen af met een wegwerp handdoek, ook de polsen en de huid tussen de vingers drogen.
  • Deponeer je afval in een container.
20
Q

Ook jij kan een infectiebron zijn voor je afdeling, je hebt een meldingsplicht bij?

A
  • Steenpuist
  • Nagelbedontsteking
  • Luchtwegklachten
  • Acute/ aanhoudende diarree
  • Blaasjes (koortslip)
  • Hepatitis A/ B
  • Influenza
  • Contact met waterpokken of gordelroos
  • Conjunctivitis (ontstoken slijmvlies (of bindvlies) van het oog)
  • Na opname of werken in een buitenlands ziekenhuis