Oefenvragen paragraaf 1 farmacologie Flashcards

1
Q

Systeemtherapie kan onderverdeeld worden in verschillende groepen. Tot welke groep behoort trastuzumab?

A

Doelgerichte middelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Door de bestraling te verdelen over dagelijkse fracties (met behoud van effect op de tumor) neemt de kans op

A

bijwerkingen af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom kunnen NSAID’s de maagwand beschadigen

A

NSAIDs verminderen de productie van PGE2 in de maagwand door COX-1 inhibitie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welk anti-emeticum is het meest geschikt bij braken bij zwangerschap?

A

Promethazine of metoclopramide. NIET pyridoxine ivm gebrek aan evidentie!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welk anti-emeticum is het meest geschikt bij braken voorafgaand aan chemotherapie?

A

Benzodiazepine zoals lorazepam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welk anti-emeticum is het meest geschikt bij wagenziekte?

A

cyclizine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke medicijnen remmen de functie van MRPs (multidrug resistente eiwit transporters) ?

A

nifedipine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welk effect van methadon kan verklaren waarom methadon effectief kan zijn bij tolerantie voor het pijn verminderend effect van hoge doseringen morfine?

A

NMDA-receptor antagonisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Antitumor monoclonale antilichamen zoals rituximab zijn eiwitten die vaak voor een gedeelte bestaan uit eiwit van niet-humane oorsprong. (meestal muis). De grootte van het niet-humane deel varieert tussen de verschillende monoclonalen. Welke consequentie heeft dit voor de behandeling met deze monoclonale antistoffen?

A

Hoe groter het niet humane deel

hoe groter de kans op neutraliserende antistoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Tyrosine kinase remmers kunnen de celgroei remmen doordat zij de functie van …… negatief beïnvloeden. Welk van de volgende alternatieven hoort op de stippellijn?

A

een intracellulair singaaltransductie enzym

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke eigenschappen van analgetica (opiaten en opioiden) moeten altijd besproken worden met patiënt voor afgaand aan het gebruik?

A

Lichamelijke afhankelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke medicatie wordt er gegeven op het moment dat iemand HER2 positief is ?

A

Anti HER2 monocolonale antilichamen (TRASTUZUMAB)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke medicatie wordt er gegeven op het moment dat iemand oestrogeen receptor positief is?

A

TAMOXIFEN

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly